Spring naar de content

Is het verwijtbaar dat laagopgeleiden meer zorgkosten maken?

Heftige reacties waren er op het CPB-rapport over de solidariteit in de zorg. Het CPB zou politiek bedrijven, Roemer liet optekenen dat we straks ‘aan iemands gebit kunnen zien hoe dik zijn portemonnee is’. Politiek of niet, het dilemma dat het bureau voor economische beleidsanalyse op tafel heeft gelegd is meer dan wezenlijk.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Edwin van Sas

 

Nivelleren
Het had weinig gescheeld of het was namelijk al gebeurd, het vergroten van die solidariteit. Onder invloed van de PvdA werd in de kabinetsonderhandelingen afgedwongen dat er (verder) genivelleerd zou worden in de zorg. Dat gebeurt nu al doordat lagere inkomens worden gecompenseerd met zorgtoeslag, anderzijds is het eigen risico wel voor iedereen gelijk.

Nederlanders zijn solidair
In algemene zin hebben Nederlanders geen moeite met solidariteit. Als het economisch slecht gaat met het land is dit een collectieve verantwoordelijkheid die naar draagkracht moet worden verdeeld over de schouders. Over het progressieve belastingstelsel hoor je vrijwel niemand klagen, dat zou hooguit om technische redenen veranderd worden – niet om een gebrek aan solidariteit.

Hoogopgeleiden betalen voor laagopgeleiden
Maar in de zorg geldt ook een belangrijk ander mechanisme dat in het CPB-rapport naar voren komt. Niet iedereen gebruikt namelijk evenveel zorg en heeft daardoor een gelijk aandeel in de malaise. Het CPB constateert (opnieuw) dat sociaal-economische achtergrond van invloed is op iemands zorgkosten. Oftewel: hooggeschoolden betalen de zorg voor laaggeschoolden. Iemand met alleen een basisschoolopleiding heeft gemiddeld anderhalf keer zoveel zorgkosten als een hoogopgeleide. Dat verschil is enorm en het werpt de vraag op in hoeverre er sprake is van een collectieve of een (deels) individuele verantwoordelijkheid.

Doet iedereen braaf zijn best om gezond te blijven?
Vrouwen kunnen het niet helpen dat ze zwanger kunnen worden, dus betalen mannen mee aan de pil die vrouwen slikken. We hebben nu eenmaal afgesproken dat het een collectief belang is dat ze dat (kunnen) doen. Dat mechanisme gaat ook op voor hoger en lager opgeleiden: op het moment dat elke Nederlander braaf zijn best doet om gezond te blijven kent solidariteit geen grenzen, ook als lager opgeleiden toevallig meer zorgkosten maken dan hoger opgeleiden.

Verwijtbaarheid en solidariteit
De essentiële vraag die dus voorligt is waar het verschil in zorgkosten door verklaard wordt. Zijn er verwijtbare redenen waarom lager opgeleiden zich niet of minder inzetten voor een gezonde levensstijl? Of is het toe te schrijven aan redenen die grotendeels buiten hun macht liggen, zoals het doen van fysiek zware arbeid en het wonen in een ongezonde leefomgeving?

Als het verwijtbaar is heeft het CPB een punt met het ter discussie stellen van de oprekbaarheid van solidariteit. In het andere geval betekent het niets meer dan dat werkende mensen nu eenmaal meer bijdragen aan ww-uitkeringen dan werklozen.