Spring naar de content
bron: ANP

Zaterdag eindigde het leven – ik bedoel: het wielerseizoen

De Australische topcoureur-brekebeen Richie Porte kreeg kort voor de Tour een kind. Een paar weken na de geboorte liet hij vrouw en pasgeborene achter om zich voor te bereiden op de Tour. Richie was van plan om de Tour te gaan winnen. Bij alle eerdere pogingen viel hij steeds en brak iets, vaak een bot. Ditmaal zou het lukken. Hij zwaaide nog een laatste maal naar zijn versgeperste nakomeling en verdween.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Frank Heinen

Nog voor de eerste serieuze berg in de Tour viel Richie Porte en brak een sleutelbeen. Weg Tour. Eenmaal thuis gaf hij zijn vrouw en kind een kus, beet drie keer in een kussen van ellende, deed oordoppen in en ging aan de andere kant van het huis slapen, om zich zo goed mogelijk voor te bereiden op het wereldkampioenschap van een paar maanden later.

Aan dat WK nam Porte overigens geen deel, wegens ziekte.

Dat, lieve mensen, is wielrennen. Misschien is het zelfs wel het leven: plannen maken, dromen koesteren, vol goede moed op pad gaan en dan uitglijden.
Het is dat je voor sommige van die glijpartijen betaald wordt – ‘werk’, noemen ze dat – want anders zou iedereen de hele dag op bed liggen staren naar de scheuren in het plafond.

Amsterdam – Peking – Amsterdam
Zaterdag eindigde het leven – ik bedoel: het wielerseizoen. Dat gebeurde in Como, waar Thibaut Pinot de Ronde van Lombardije won. Het was stralend weer, en alles rond het Comomeer stond in een gloed van eeuwige schoonheid. Wie goed keek, zag zanger Blaudzun op de Muro di Sormano staan. Blaudzun gaat ieder jaar naar Lombardije, om zich ervan te vergewissen dat de laatste koers van het leven nog altijd de mooiste is. Ik zag hem staan, de zanger die overal in Europa zalen en festivalweides vult en daar stond te hopen op het goed boven komen van Antwan Tolhoek. Ik zag het en ik dacht: zo doe je dat, iets leuk vinden.

Dat dacht ik ook toen ik keek naar Vincenzo Nibali, die aanviel, werd ingehaald en toen gewoon meteen weer aanviel. Nibali heeft in zijn wielerleven min of meer alles gewonnen. Hij zou kunnen stoppen en in een commissie kunnen gaan zitten, of een beetje comfortabel analyseren bij de RAI. Maar dat doet-ie niet. Twee keer won hij al in Lombardije, Nibali. Even leek er een derde bokaal naast te komen, maar de Fransman bleek uiteindelijk Vincenzo’s Pinot Noir.
Toen had Nibali kunnen opgeven. Gegokt, en verloren.
Maar dat deed hij niet. Hij versnelde, stortte zich naar de finish en werd alsnog tweede, vóór Teuns, Urán en Wellens.
Voor de eer, en voor de lol. For the sake of the game.

Een dag later zat Tim Wellens alweer op de fiets. Hij en Thomas de Gendt begonnen aan wat ze The Final Breakaway noemen. In zes dagen rijden Wellens en De Gendt van Como naar Semmerzake, Oost-Vlaamse nederzetting tussen meersen en kleiputwinningen. Ruim duizend kilometer.

Voor de lol.

Een gemiddelde wielrenner rijdt zo’n dertigduizend kilometer per seizoen. Dat is, in Donald Duck-afstand, een fietsvakantie van Amsterdam naar Peking, daar een beetje toeren, dan terug naar Amsterdam, er daar achter komen dat je je tasje met souvenirs uit de Verboden Stad in het hotel hebt laten liggen en dan weer terugpeddelen. En in het geval van Thomas de Gendt: het merendeel van die kilometers alleen, voor het peloton uit.

Een gemiddelde wielrenner rijdt zo’n dertigduizend kilometer per seizoen

Kortom: de gemiddelde wielrenner hoeft na een seizoen hard werken zich in principe niet af te vragen ‘of hij niet eens iets aan sport moet gaan doen’.

Wielrennen is een knalharde sport. Je richt je leven erop in, je bereidt je altijd voor op nieuwe doelen, je bent er altijd mee bezig, je draait elke calorie drie keer om, je kunt niet met je vrouw winkelen omdat je dan te lang op je benen staat, tien maanden lang, jaar in, jaar uit. En dan heb ik het alleen nog over de fans.

Te gek
Gisteravond keek ik naar de foto’s die Wellens en De Gendt van hun eerste dag online hadden gezet. Pizza als lunch. Colaatje. En door. De Gotthard over, op naar de kleiputwinningen van Semmerzake. Plezier. Het is sowieso een onderschatte kunst dingen leuk te vinden, en helemaal om steeds nieuwe omstandigheden te creëren waarbinnen je dat wat je ooit leuk vond ook leuk kan blijven vinden. The Final Breakaway herinnert je eraan hoe heerlijk juist die dingen zijn die je als vanzelfsprekend bent gaan beschouwen.

Het is niet eenvoudig plezier te houden in wat je doet, zeker als je ervoor betaald wordt. Plezier kan een verplichting worden zodra geld en belangen de vrijblijvendheid eraf gewassen hebben. Sport is groot, sport is belangrijk – zeker als je zelf sporter bent. Maar: het is sport. Sport bestaat bij de gratie van de lol die mensen eraan beleven. Fietsen is te gek, buiten zijn is te gek, gezond zijn is te gek.

Sport bestaat bij de gratie van de lol die mensen eraan beleven

Je zou bijna zeggen: het leven is te gek. Dat is natuurlijk onzin, maar het helpt, als je, heel consequent, elke dag doet alsof het toch zo is.