Spring naar de content

Universiteiten te wit? ‘Ze kennen hun eigen cijfers niet’

De Universiteit Utrecht vindt zichzelf ‘te wit’ en haar diversity taskforce moet hier verandering in brengen. In een recentelijk gepubliceerd projectplan was aanvankelijk te lezen dat ‘het percentage VWO-leerlingen met een migratie-achtergrond rond de 20 procent ligt.’ Op de UU zou dat percentage rond de 10 procent liggen en dat zou veel hoger moeten worden. Volgens sociaal geograaf Josse de Voogd kloppen deze cijfers simpelweg niet. Hij wees ons hier gister al op via Twitter. Inmiddels heeft de universiteit het rapport aangepast en bovengenoemde cijfers verwijderd.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Evi Timp

Die foute cijfers zien we ondertussen nog wel terug in alle media, hetgeen De Voogd mateloos irriteert: “Ik zou het netjes vinden als de universiteit dat rechtzet na zo hard van de toren te hebben geblazen.” Gisteren publiceerde De Telegraaf een artikel over de diversiteitsdoelstellingen van de UU. De universiteit zou veel te ver gaan in haar wens voor inclusiviteit op haar campus. De UU reageerde met een persbericht waarin te lezen was dat het verhaal in De Telegraaf de kern van de aanpak miste. In dit persbericht gebruikte zij opnieuw bovengenoemde onjuiste cijfers. Inmiddels heeft de UU het bericht aangepast en toegelicht dat de eerder genoemde cijfers onjuist waren.

De Universiteit kent de eigen cijfers niet

Volgens De Voogd is het niet de eerste keer dat een universiteit de fout ingaat. Waarom struikelt een universiteit, waarvan we mogen hopen dat zij hun onderzoek goed doen, over dergelijke cijfers? Volgens de Voogd kent de Universiteit Utrecht haar eigen cijfers simpelweg niet: “Het kan zijn dat ze voor die 20 procent op het VWO wél mensen met een westerse migratie-achtergrond hebben meegeteld, en voor die 10 procent op de universiteit niet. Of ze hebben puur gekeken naar de stad Utrecht in plaats van de hele regio.” Dat laatste ging al eerder mis bij een diversiteitsonderzoek van de UvA een aantal jaar geleden.

Hoe zien de landelijke cijfers er dan wel uit? Van de Voogd: “Van de 18-jarigen is 16 procent allochtoon. Op het VWO is dit percentage maar 8 procent en op de universiteit 12. Dat betekent dat allochtonen minder vaak op het VWO terecht komen, maar dat ze vervolgens wel vaker naar de universiteit gaan. Dat heeft waarschijnlijk twee redenen. Enerzijds willen zij hun positie op het VWO verzilveren aan de universiteit, juist omdat ze van een achterstandspositie komen. De andere reden is geografisch. Allochtonen wonen veel vaker in steden waar een universiteit is. Ze kunnen gewoon de tram of de fiets pakken. Ik kom zelf van ‘het witte platteland’ en daar ging een hele grote groep naar het HBO in Alkmaar, omdat Amsterdam net te ver was. Vanuit Emmen is de drempel naar de universiteit veel hoger dan vanuit de Bijlmer.”

Vanuit Emmen is de drempel naar de universiteit veel hoger dan vanuit de Bijlmer

Maatschappelijke mode

Tien jaar geleden hoorden we bijna niemand over diversiteitscommissies. De wens naar diversiteit lijkt dan ook een maatschappelijke mode. De Voogd noemt zichzelf ‘hartstikke links en enorm betrokken bij ongelijkheid’, maar hij ergert zich dood aan deze situatie. “Als diversiteit zo belangrijk is, waarom hadden we het er tien jaar geleden dan niet over? Ik ben allergisch voor dit soort hypes. Iedereen staat nu met zijn neus dezelfde kant op. Er is geen kritisch debat over en dat is niet gezond.” Door zichzelf te mengen in de discussie wordt De Voogd ervan beschuldigd ‘extreem rechts te zijn’, wat hem verbaast: “Ik wijs mensen gewoon op verkeerde cijfers. Het zou politiek neutraal moeten zijn om daar wat van te vinden.”

Linkse bubbel

Maar zijn die universiteiten niet gewoon hartstikke wit? Volgens De Voogd ligt het gecompliceerder: “In de linkse bubbel -waar ik zelf ook in leef- worden dingen heel snel aangenomen. Als je vaak genoeg hoort dat allochtonen een achterstand hebben, dan geloof je ook dat ze minder snel naar de universiteit gaan. Als je de cijfers opzoekt, blijkt dat allemaal wel mee te vallen. Dat wil niet zeggen dat er niet allerlei andere problemen zijn. De diversiteitscommissies houden zich ook bezig met meer onbewuste discriminatie en uitsluiting. Niet-westerse groepen voelen zich op de universiteit niet altijd thuis, omdat de grote meerderheid wel wit is. Maar ik vind het jammer dat het debat wordt gedomineerd door twee partijen. De rechterkant die zegt: ‘Ga weg met je voorkeursbeleid, het is onzin’, en de linkerkant die er helemaal niks mee doet en andersdenkenden soms zelfs uitmaakt voor racist. Het is een ontzettend gepolariseerd debat.”

Veel universiteiten proberen met hun diversiteitscommissies dus discriminatie en uitsluiting aan te pakken. Daar is niks mis mee, toch? De Voogd: “Zeker niet. Maar je moet wel gewoon je cijfers op orde hebben. Het ‘niet welkom voelen’ komt voor een groot deel door de cijfers, en aan die cijfers valt niet zo veel te doen. Amsterdam is bijvoorbeeld heel multicultureel. De straat is gekleurd, maar als je de universiteit binnenloopt is het veel witter. Een universiteit trekt mensen uit het hele land en zij weerspiegelt dus ook de samenstelling uit het hele land, waarin jongeren met een migratieachtergrond een kleine minderheid zijn. Het is niet zo dat allochtonen minder toegang krijgen tot universiteiten, ze weten die prima te vinden.”

Het is niet zo dat allochtonen minder toegang krijgen tot universiteiten, ze weten die prima te vinden.

Veel mensen, met name uit linkse hoek, vinden het erg dat universiteiten te wit zouden zijn. Die verontwaardiging is volgens De Voogd nergens voor nodig. “Die 10 procent studenten aan de UU met een niet westerse migratie-achtergrond is een prima afspiegeling van de Nederlandse samenleving. Het is daarbij ook nog eens zo dat allochtonen vaak specifieke studies kiezen met goede kansen op de arbeidsmarkt zoals rechten, bedrijfskunde en tandheelkunde. Andere opleidingen zoals sociologie, antropologie en geschiedenis worden minder gekozen en ervaren dus meer ‘witheid’. En laten deze ‘linkse’ opleidingen nou net de opleidingen zijn waar mensen zich druk maken om sociale rechtvaardigheid. Binnen die opleidingen snap ik die frustratie wel, maar dat is net een andere discussie.”

Is De Voogd blij dat de UU de foute cijfers uit haar projectplan heeft gehaald? “Het is goed dat ze het door hebben en dat die cijfers dus niet verder worden verspreid. Aan de andere kant is het allemaal in relatieve stilte gebeurd. Dat rapport heeft gewoon nog dezelfde datum en ineens is er een stuk gewist, zonder dat ze dat duidelijk hebben aangekondigd. Dat is natuurlijk heel raar.”