Spring naar de content
bron: ANP

Tien misverstanden over een ongelofelijk Ajax-jaar


Ajax zit in de halve finale van de Champions League. Mogelijk wordt de club ook kampioen en wint het de beker. Na de wedstrijd van dinsdag waren er mensen die moesten huilen. Anders allemachtig aards schrijvende journalisten boorden plots een dichtader bij zichzelf aan die al sinds de puberteit was dichtgeslibd, naar het scheen voorgoed. Marc Overmars maakte een buikschuiver.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Frank Heinen

Wat ik maar wil zeggen: geluk doet gekke dingen.
Omdat Ajax zo geweldig speelt, wordt er veel over Ajax gesproken en geschreven. Een hoop daarvan is de moeite waard, omdat Ajax nu eenmaal de moeite waard is, momenteel. Stukjes over Roda JC kunnen ook de moeite waard zijn, maar dat ligt dan meer aan het stukje dan aan Roda. Ook komt er in alle euforie ook een hoop flauwekul langs. Je zou kunnen zeggen: ‘Ach, wat geeft het, dat beetje onzin, een druppel op een plaat die gloeit van plezier.’ Maar voor je het weet wordt die onzin herhaald en overgeschreven en geciteerd en geparafraseerd en voor je het weet zit je met een misverstand. Moeten we niet hebben. Vandaar: de tien voornaamste misverstanden over een ongelofelijk Ajax-seizoen.

De kans bestaat dat Ajax dit jaar geen prijs wint. Dat zou een blamage zijn.

Ajax is de rijkste club van Nederland. Ajax heeft de beste spelers, het grootste stadion en (vermoedelijk) de slimste trainer. Het ligt voor de hand te denken dat die club dan ook kampioen wordt en dat, wanneer dat niet gebeurt, iemand daar schuld aan heeft. Er worden dagelijks meerdere krantenpagina’s en uren televisie gevuld met de vraag wie waarvan de schuld heeft.
In de praktijk is het zo dat er in Nederland elk jaar een club kampioen wordt. Daar zijn drie à vier (maar vaker twee) kandidaten voor. Als Ajax dat dit jaar niet wordt, worden ze het vast volgend jaar, of anders het jaar erna. Dat dit door supporters wordt beschouwd als een vorm van onrecht die ze wordt aangedaan door boven hen gestelden, zegt meer over hen dan over de club.
Wat Ajax dit jaar doet in de Champions League, is een prestatie voor de eeuwigheid. Voetbal om al bij voorbaat heimwee naar te krijgen en het ultieme bewijs dat de club met de beste spelers en het meeste geld niet zomaar altijd alles wint.

Abboneer op een lidmaadschap

Flinke korting op een digitaal jaarabonnement

Sluit nu voordelig een abonnement af en maak kennis met de journalistieke kracht van HP/De Tijd. (Op elk moment opzegbaar.)

Word abonnee

Dit team is minstens zo goed als dat van midden jaren negentig en dat van begin jaren zeventig.

De teams van Cruijff en Van Gaal waren jarenlang de beste van Europa. Zij domineerden het voetbal. Het team van Ten Hag is vooralsnog een toevallige voorbijganger die per ongeluk op een koninklijk bal is beland (en daar vervolgens de show steelt, dat dan weer wel). Bovendien konden Michels en Van Gaal jarenlang slijpen aan automatismen, hoefden ze nauwelijks verkochte spelers te vervangen. Het waren machines die seizoenen lang konden warmdraaien. Bij het Ajax van nu: de trainer is er ruim een jaar en het elftal dat nu zo geweldig speelt, bestaat pas sinds een paar maanden.
Maar de prestatie van Ten Hag (en Overmars) is wel minstens zo knap als die van Michels en Van Gaal lang geleden: die ploegen streden de strijd met dezelfde middelen, maar internationaal voetbal is een oorlog van kanonnen en de trainer van een Nederlandse club heeft slechts een handjevol speren en een roestige revolver tot zijn beschikking.

Het succes van Ajax is een totale vernedering voor iedereen bij De Telegraaf, Valentijn Driessen voorop.

Haha, dit is helemaal geen misverstand. Dit is gewoon zo.

Dit is het bewijs: geld is niet allesbepalend. Wie duurzaam succes wil hebben, moet zich concentreren op de jeugdopleiding.

Mensen die het schitterende spel van Ajax zien als het bewijs dat het grote geld helemaal niet zo bepalend is in het voetbal, doen me denken aan wielercommentatoren die na een trage etappe concluderen dat het afgelopen is met dopinggebruik, of met mensen die in een sneeuwbui gaan staan roepen waar die klimaatverandering dan blijft.
De Champions League is een geldmachine, een elitebijeenkomst waar nu nog bij hoge uitzondering een briljant jong team tussen kan verzeilen. Bedrijfsongevalletje: over een paar jaar richten de rijkste clubs hun eigen Superleague op, zodat vernederingen zoals ze die dit jaar door Ajax zijn toegebracht niet meer kunnen voorkomen.
Bovendien wordt na elke wedstrijd over de marktwaarde van de Ajax-spelers gesproken alsof winnen in Madrid en Turijn geen doel op zich is, maar een middel om geld te verdienen om Argentijnen en Roemenen van te kopen. En dat is niet zo.
Volgend jaar speelt de helft van dit droomelftal elders. De meesten zullen nooit meer het niveau en het plezier terugvinden van deze periode. Die wetenschap heeft iets treurigs, maar misschien is het juist de tijdelijkheid ervan die het zo mooi maakt. Zoals je nooit gaat kijken naar bezienswaardigheden van je eigen stad, want die zijn er toch altijd, maar wel naar de andere kant van de wereld vliegt om te concluderen dat de Chinese Muur inderdáád gewoon een Heel Grote Muur is. Omdat je doordrongen bent van de wetenschap: ik moet hier nu van genieten, anders is het te laat.

Spelers als Joël Veltman, Daley Sinkgraven en Lasse Schöne zijn gewoon veel beter dan wij altijd hebben gedacht en iedereen die zich ooit denigrerend over hen heeft uitgelaten, dient zich te schamen.

Iedereen die gevoetbald heeft, hoe hoog of laag ook, weet dat je spel zich aanpast aan het niveau van de beste spelers. Dat doet een team met je. Erik ten Hag is erin geslaagd een team samen te stellen waarin niet alleen Tadic en De Jong floreren, maar ook Veltman en Sinkgraven de beste versies van zichzelf kunnen zijn. Bovendien is het nu eenmaal altijd eenvoudiger de uitdager te zijn dan de uitgedaagde.

De hype rond Frenkie de Jong en Matthijs de Ligt is overdreven.

Niemand kan weten of Frenkie de Jong en Matthijs de Ligt hun hele verdere loopbaan zo goed zullen blijven voetballen als ze dat dit seizoen doen. Misschien raken ze wel aan de drank, of in de ban van een sport afwijzende sekte of steken ze al hun geld in cryptocurrency. Dembélé van Barcelona schijnt slecht te spelen omdat hij Fortnite-verslaafd is, ik bedoel maar. Misschien ligt hun top wel gewoon vroeg. Wie weet is De Ligt wel de Françoise Sagan van het voetbal. Kan zijn. Maar dit jaar zijn ze gewoon echt zo goed als dat ze lijken. Wereldklasse. Daar is niks gehypeds aan.

Ajax moet nu al zijn spelers verkopen nu hun marktwaarde krankzinnig hoog is.

Naast zijn voetbalcarrière had Marc Overmars samen met zijn broer een bedrijfje in oude auto’s, die ze opknapten en verhuurden of verkochten. Marc Overmars is een handelaar. Maar voetballers zijn geen oude auto’s, en marktwaarde is een absurd iets. Stel: je verkoopt Donny van de Beek voor vijftig miljoen. Wat doe je daarmee? Drie halve Donny van de Beeks kopen?

Alsof je een huis koopt om het met winst te verkopen. Sommige mensen doen dat, en worden er heel rijk van. Maar het basisidee van een huis is dat je er fijn in woont. Zie Ajax niet als een oldtimerbedrijfje, maar als een huis. Verkoop het pas als je ergens anders wilt gaan wonen, niet als de markt toevallig aantrekt.

Het gaat niet om geld. Het gaat nooit om geld. Het gaat om een herinnering. Herinnering aan een ontroering.

Het spel van Ajax symboliseert de stad Amsterdam.

Dit las ik in een artikel van de Engelse krant the Telegraph, waarin een extatische journalist een liefdesbrief publiceerde. De enige overeenkomsten tussen het Ajax-spel en Amsterdam is dat ze beide schitterend ogen, met name in de lente , en dat beide vooral bevolkt worden door mensen die maar kort blijven.

Als Ajax al zo goed is, hoe goed is Oranje dan wel niet?

Niet per se beter. Ajax heeft een geniale trainersstaf en meer dan de helft van de cruciale Ajax-spelers mag niet voor Nederland spelen: Tadic, Ziyech, Neres en Onana. Bovendien: vijf jaar geleden werd Nederland derde op het WK met een team met Paul Verhaegh en Daryl Janmaat, dus het populaire misverstand dat de trainer zo goed is als zijn spelers lijkt me nu toch echt rijp voor de sloop.

Dit moeten wij relativeren. Het is tenslotte maar voetbal

Relativeren in de sport raad ik af. Sport bestaat bij de gratie van het kunstmatige belang dat de sporters en hun fans eraan toekennen, dus om binnen die sport bijzondere prestaties te gaan zitten relativeren, lijkt me niet nodig. Het staat interessant, maar het is in werkelijkheid vrij onnozel. Zwelg erin, geniet ervan, zolang het duurt. Daar is het voor.

Onderwerpen