Spring naar de content
bron: ANP

Hevig geëmotioneerde Mollema gaat KAPOT in interview

Gisteren werd Bauke Mollema schitterend derde in de lange tijdrit in de Giro d’Italia. Nu is Mollema, die na jaren van tegenslag en mindere resultaten in populariteit inmiddels definitief overvleugeld leek door renners als Tom Dumoulin, Steven Kruijswijk en Mathieu van der Poel, plots de Nederlandse hoop in Italië. Eindelijk weer.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Frank Heinen

Na afloop van de uitputtende rit reed hij zo in de armen van de verslaggever van HP/De Tijd. Wat er toen gebeurde, zal je verbazen.

Bauke, je wordt hier derde in een loodzware tijdrit. Je bent de enige die enigszins bij Roglic weet te blijven. Je hebt je zelf compleet binnenstebuiten gekeerd, het was koud, het was nat, het was loodzwaar, hier werden de mannen van de jongens gescheiden, het kaf van het koren, het brood van de korstjes, de Duncans van de Madonna’s. Je ligt op koers voor het podium, voor misschien wel het roze, wie weet, je lijkt beter in vorm dan ooit, alles lijkt hier samen te komen, plotseling maar ook weer verwacht. Hoe vind je zelf hoe het ging?
‘Joah, wel goed, denk ik. Lekker. Prima.’

Abboneer op een lidmaadschap

Flinke korting op een digitaal jaarabonnement

Sluit nu voordelig een abonnement af en maak kennis met de journalistieke kracht van HP/De Tijd. (Op elk moment opzegbaar.)

Word abonnee

Je komt natuurlijk uit Zuidhorn, we kennen het verhaal: elke dag kilometers lang naar school, dag in dag uit afzien, een boekentas van veertig kilo op je rug, stoempen, alles geven, als een gebruikt servetje op school aankomen, dat is wat je gemaakt heeft tot wie je bent, dat heeft je gehard, dat weten we. Denk je dat je daar vandaag ook voordeel mee hebt gehad? Het was Gronings weer, het was geven, het was gaan, het was de dood of de gladiolen, het was erop of eronder, alles zat erin en dan is daar opeens Bauke Mollema.
‘Joah, misschien. Kweenie. Het was wel lastig inderdaad.’

En dan moet dat voor jou toch ook een enorme opluchting zijn. Een genoegdoening! Gerechtigheid! Jij, die zo werd geprezen toen je net opkwam, jij, waar alle Nederlandse wielerfans hun hoop op hadden gevestigd, jij, de nieuwe Hollandse hoop – en dan komt er opeens zo’n jongen uit Limburg die je rechts passeert. Dat moet hebben gestoken, dat moet pijn hebben gedaan, daar moet je van hebben gebaald, je moet de kolere in hebben gehad, je moet hebben gedacht: mijn moment komt nog, ik ben nog niet afgeschreven, ik ben potverdomme Bauke Mollema. En dát heb je vandaag hier op de weg uitgesmeerd, denk ik. Dat heb je de wereld getoond, dat er meer is dan Dumoulin en Van de Poel en Kruijswijk en Groenewegen en Teunissen en Terpstra alleen. Dit was een tijdrit op frustratie, vat ik dat goed samen?
‘Mwoah, niet echt. Ik had wel een goed gevoel, dat wel. Denk dat het een stukje voorbereiding is, stukje vorm, stukje geluk ook, joah.’

En dan sta je daar nu opeens, achter Roglic die onaantastbaar lijkt, kopman van jouw oude ploeg. Zit daar dan nog een stukje melancholie, dat je zegt: ja, verdorie, ik had de kopman van die ploeg kunnen zijn, met allemaal Nederlands sprekende jongens, kapitein van het Hollandse vlaggenschip, in plaats van de eerste stuurman van een koffiesloepje?
‘Eigenlijk niet, nee. Ik vind het leuk voor die jongens, ik vind het mooi om te rijden tegen nieuwe tegenstanders, maar verder… Neuh.’

Zijn er de afgelopen jaren momenten geweest dat je je hebt zitten verbijten? Dat je dacht: ja maar, ik ben er ook nog? Dat je jezelf bij elkaar moest rapen? Jij moet ook de mensen hebben gehoord die zeiden dat je beter zou kunnen gaan knechten voor Dumoulin, jij moet ook hebben gemerkt dat de aandacht langzaam verschoof.
‘Goh tja… Hmmm… Neuh, ik vond het vooral hartstikke mooi, eigenlijk. Ja. Heel bijzonder. Ik reed zelf dan wat minder, en nu weer wat beter. Ja, dat wel. Ach. Het is ook maar wielrennen natuurlijk, hè?’

Ja, ga je meer relativeren als alles tegenzit?
‘Goh, ik reed iets minder, maar wel een Touretappe gewonnen, lekker gekoerst… Bovendien weet ik niet of nóg meer relativeren menselijk mogelijk is.’

Maar toch als oud vuil langs de kant van de weg gezet door ons, door wielerminnend Nederland. Worden andere dingen dan automatisch belangrijker? Word je blik breder? Ben je een gelouterd mens nu? Een rijker persoon, na alles wat je is overkomen?
‘Och, “overkomen”… Kweenie of dat echt…’

En nu begint het grote dromen natuurlijk, dat begrijp je. Het zweven. Nederland kleurt nu roze, want zo zijn we ook wel weer. Eigenlijk moeten we alleen Roglic nog uit de weg hebben en dan is het zover. Hoe moeilijk is het voor jou om niet te gaan zweven, om je op jezelf te blijven concentreren en gewoon te blijven doen waar jij goed in bent?
‘Pfffff, niet supermoeilijk, denk ik.’

Gaan we nog twee hele mooie weken met jou beleven, Bauke? Spreken we dat af?
‘Ik ga mijn best doen.’

En dat was een euforische Bauke Mollema vanaf een roze wolk ergens in Italië. We kunnen alleen maar hopen dat hij zijn hoofd erbij houdt deze weken, want dan staat er ons nog een hoop moois te wachten!
‘Pardon, mag ik nog even in snikken uitbarsten om de zege van Duncan? Zo TE GEK! 44 jaar! Ding-a-dong, al die nachten!’

Helaas man, de column is vol. Volgende keer ben je de eerste.