Spring naar de content
bron: paul tolenaar

Mark Rutte achter de schermen

Politiek journalisten Ron Fresen en Wilma Borgman hebben gedurende hun loopbaan Mark Rutte honderden keren gesproken. Voor hun boek Het raadsel Rutte spraken ze mensen die hem goed kennen en met hem samenwerkten. Wie is dit politieke dier echt?

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Nathalie Huigsloot

Welke vraag wilden jullie beantwoord zien?

Wilma Borgman: “Onze hoofdvraag was: waarin verschilt de Rutte die we zien – op straat, op de fiets met zijn hoodie en een appeltje in zijn hand – van de Rutte achter de schermen?”

Ron Fresen: “Mark Rutte lijkt een open boek. Voor de camera gebruikt hij zijn goede humeur als een effectief pantser, maar achter de schermen is hij anders. We spraken met mensen als Maxime Verhagen, Hugo de Jonge, Lodewijk Asscher, Carola Schouten, Halbe Zijlstra, Klaas Dijkhoff, Diederik Samsom, Alexander Pechtold, Gert-Jan Segers, maar ook met goede vrienden van hem, en door hen ben ik gaan inzien dat er een kant is die we minder goed kennen, namelijk het bedachtzame, het berekenende, het strategische. Het is allemaal veel minder spontaan bij hem dan hij doet voorkomen.”

Abboneer op een lidmaadschap

Flinke korting op een digitaal jaarabonnement

Sluit nu voordelig een abonnement af en maak kennis met de journalistieke kracht van HP/De Tijd. (Op elk moment opzegbaar.)

Kies een abonnement

Wilma Borgman: “Ron en ik hebben lang samengewerkt bij de NOS, en toen Rutte zijn vertrek aankondigde, appte Ron: zullen we samen een boek maken over Rutte? Dat leek me meteen leuk.”

Ron Fresen: “Ik zat de bewuste maandagmorgen zoals alle politieke junkies tv te kijken toen Rutte zijn vertrek ineens aankondigde, waarbij hij zei dat hij dat zondagochtend had besloten. What the fuck, dacht ik, toen zat ik met hem koffie te drinken in de sportschool! Dus ik appte hem meteen: gisterochtend, what the fuck. En toen kreeg ik vrij snel een appje terug: ja, toen ik jou sprak, had ik het net besloten. Dus ik heb het ‘epifaan moment’ van de langst zittende premier gewoon van dichtbij meegemaakt. Ik zag hoe hij stond te bellen bij de fietsenstalling van de sportschool. En dat riep veel vragen op. Zoals: is het echt op dat moment besloten of is dat een lulverhaal?’

En was het een lulverhaal?

Ron Fresen: “Hij heeft misschien op zondagmorgen definitief voor zichzelf besloten: ik ga het echt doen, maar een epifanie, in de zin dat er ineens een goddelijke ingeving komt…”

Wilma Borgman:“… met engelen en filmmuziek…”

Hij heeft een auto met chauffeur, maar hij laat zich op de hoek afzetten en niet voor de deur.

Wilma Borgman

Ron Fresen: “… waarin geopenbaard werd: ik moet nu stoppen – dat is niet zo. Dus die vraag van u raakt precies aan de kern van het boek, namelijk dat er bij Rutte altijd meerdere waarheden zijn. Er is altijd een voorkant, dat is in dit geval het epifane moment, maar de achterkant is een politiek verhaal met een lange aanloop die misschien al begonnen is bij het 1 april-debat over ‘functie elders’. Die twee kanten zie je op veel gebieden. Over het appeltje kan je zeggen: hij houdt ervan, en dat is ook zo, maar hij doet het ook omdat hij weet dat hij daarmee goed over het voetlicht komt. Rutte weet verdomd goed hoe hij zo kan overkomen dat hij in control is.”

Wilma Borgman: “Heel gewoon. Heel toegankelijk.”

Ron Fresen: “Dat is waar, maar ook heel berekend.”

Wilma Borgman: “Dat geldt ook voor zijn vertrek. Epifaan moment, de groeten, er was een motie van wantrouwen aangekondigd. Ik hoorde zondag al dat er binnen de VVD rekening werd gehouden met een meerderheid voor die motie. En Rutte laat zich niet wegsturen. No way dat hij zich door iemand laat wegsturen. Dus als dat dreigt, dan trekt hij liever zelf de stekker eruit dan dat hij dat door iemand anders laat doen. Hij wist ook heel goed dat er binnen de VVD twijfels waren over of hij nog wel een ronde mee moest. Ze hadden het jaar daarvoor een partijvoorzitter gekozen, Eric Wetzels, die zo ongeveer boven aan zijn prioriteitenlijst had staan dat hij Rutte, niet hardop maar wel impliciet, zou dwingen om plaats te maken voor een opvolger. Dus Rutte wist hoe de vlag er in zijn partij en in de Tweede Kamer bij hing; hij heeft het gewoon niet vertrouwd.”

Ron Fresen is journalist sinds 1987. Hij was een van de oprichters van de regionale omroep RTV West. Van 2004 tot 2022 was hij werkzaam als verslaggever en later politiek duider bij de NOS in Den Haag.

Waarom laat Rutte zich no way wegsturen?

Wilma Borgman: “Rutte wil altijd de controle houden.”

Ron Fresen: “Hij is een enorme controlfreak.”

Wilma Borgman: “Hij denkt over alles na. Hij heeft een auto met chauffeur, maar hij laat zich op de hoek afzetten en niet voor de deur. Want dan kan hij heel relaxt komen aanlopen, als een normaal iemand. Alles voor de beeldvorming. En nu zag hij het zwaard van Damocles boven zich hangen en dacht: oké, ik ben weg.”

Ron Fresen: “Dat hij nadacht over zijn vertrek was al veel langer aan de gang; dat onthullen we in ons boek. Er is al veel eerder over de opvolging van Rutte gesproken in de VVD, ook met hemzelf. Rutte had al veel eerder weg willen zijn dan hij uiteindelijk heeft gedaan.”

Wilma Borgman: “Bij gebrek aan alternatief is hij gebleven.”

Ron Fresen: “Bij de verkiezingen van 2021 was al het idee dat er een andere premierskandidaat zou komen, namelijk Klaas Dijkhoff. Alleen die wilde niet.”

Wilma Borgman: “Eerst was Jeanine Hennis de bedoeling. Zij zou fractievoorzitter worden en bij de VVD is het zo dat de fractievoorzitter in principe de opvolger is. Maar toen moest Jeanine Hennis aftreden vanwege Mali en kwam Dijkhoff in beeld. Alleen Dijkhoff had er geen zin in, dus toen mislukte dat plan.”

Ron Fresen: “Het verhaal gaat dat Dijkhoff vond dat Rutte te lang op zijn plek bleef zitten, en hij het geduld als kroonprins verloor, waarna hij vertrok, maar dat klopt niet. Rutte wilde al eerder weg, hij was echt bereid om plaats te maken voor Dijkhoff. Dijkhoff vertelde ons zelf ook: ‘Ik vond het heel vervelend dat iedereen dacht dat Rutte de sta-in-de-weg was voor mij, maar het was precies andersom. Rutte wilde plaatsmaken, maar ik wilde niet.’”

Wilma Borgman: “En toen kwam corona, en is dat momentum weggegaan. Totdat hij geconfronteerd werd met de kansloosheid van het laatste kabinet. Dat was gewoon een moetje waar niemand gelukkig van is geworden.”

Ron Fresen: “Dat is wat we ook in het boek ook onthullen, namelijk dat Rutte al vanaf de zomer van 2022, dus een jaar voor de val van het kabinet, is gaan inzien dat dat kabinet niks was en niks meer zou worden. De chemie met Kaag was er gewoon niet. En die heeft hij wel nodig. Om controle te houden wil hij een goede relatie met de belangrijkste mensen in zijn kabinet. Dat is niet alleen maar omdat hij ze zo aardig vindt, maar omdat hij weet dat hij zo controle kan houden over hoe het in zo’n kabinet reilt en zeilt. En binnen de VVD was men ook een beetje klaar met Rutte. De migratiediscussie speelde op; ze vonden dat Rutte te lang water bij de wijn had gedaan. En een andere niet onbelangrijke reden voor zijn vertrek was zijn ambitie om naar de Navo te gaan. Die functie was al eerder in beeld dan de val van het kabinet. Dus er zijn echt wel redenen die aannemelijk maken dat de val van dit kabinet Rutte eigenlijk ook wel goed uitkwam.”

Wilma Borgman werkt sinds 1996 als verslaggever Den Haag voor de NOS. Daarvoor was ze onder meer bureauredacteur bij Den Haag Vandaag en verslaggever bij Echo, de radio-actualiteitenrubriek van de KRO.

Wilma Borgman: “Het werkte niet meer en in de VVD waren ze er klaar mee, dus er moest gewoon echt iets gebeuren, en dat was het einde van het kabinet.”

Ron Fresen: “Rutte heeft zich altijd doodgevochten voor het compromis; dat is ook een van de redenen waarom hij zo succesvol was. Hij kon zichzelf redelijk goed wegcijferen en klein maken, alles voor het akkoord, voor het kunnen doorregeren en voor het stabiel houden van het land. Hij had zelf natuurlijk niet zo heel erg veel ideologie, dus hij vond het ook niet zo moeilijk om dingen weg te geven en om de meerdere in anderen te erkennen als dat nodig was. Dus dan gaf hij het CDA gewoon volledig zijn zin, of D66, als er maar weer een akkoord was waardoor ze verder konden regeren. Maar toen vorig jaar de kabinetscrisis over migratie ontstond, zag je Rutte ineens op een totaal andere manier; hij heeft zich er niet of nauwelijks mee bemoeid. Normaal gesproken spande hij zich altijd tot het uiterste in. Terwijl buiten bij de rest de begrafenismuziek al was gestart, zat hij binnen nog te vechten voor compromissen. En dat was bij deze crisis, zeggen de mensen die erbij waren, totaal anders. Rutte heeft weinig gedaan om de val van het kabinet te voorkomen. Als je hem diep in de ogen kijkt, weet hij zelf ook wel dat dat vierde kabinet van het begin af aan gewoon geen succes is geweest.”

Waar lag het aan dat er geen chemie was met Kaag?

Wilma Borgman: “Dat had met dat 1 april-debat te maken en met het feit dat het een slopende formatie was geweest. Ze waren al moe toen ze eraan begonnen. En juist omdat Rutte van de onderlinge verhoudingen is, had hij zoveel moeite met wat er op 1 april 2021 gebeurde, met die motie van afkeuring die door bijna de hele Kamer werd gesteund. Ik denk dat hij dat heeft gevoeld als een persoonlijke aanval.”

Ron Fresen: “Rutte heeft altijd goed gedijd in de politieke cultuur waarin mensen als Alexander Pechtold, Gert-Jan Segers, Lodewijk Asscher, Diederik Samsom en Sybrand Buma ook gepokt en gemazeld zijn, waarin je elkaar wat moet gunnen. Dus als je met het CDA wilde onderhandelen, dan moest je gewoon goed weten hoe het CDA in elkaar zat en wat ze wilden. Kaag kwam van buiten die Haagse politieke mores. Zij had het op een gegeven moment in de H.J. Schoo-lezing over ‘ritselen’. Daarmee gaf ze te kennen dat zij een zekere weerzin voelde tegen die Haagse politieke cultuur waar Rutte een exponent van was. Die twee hebben wel geprobeerd elkaar te vinden en een soort chemie te laten ontstaan, maar de afstand tussen de persoonlijkheid Kaag en de persoonlijkheid Rutte was te groot.”

Als Rutte zo’n regisseur is die van tevoren nadenkt over wat er gaat gebeuren, heeft hij dan rekening gehouden met het scenario waar we nu voor staan, politiek gezien?

Ron Fresen: “Dat vind ik wel een heel intrigerende vraag; dat weet ik eerlijk gezegd niet. Ik heb me ook heel vaak afgevraagd hoe de strateeg Rutte en de regisseur Rutte hebben gekeken naar de verkiezingscampagne van zijn partij en naar hoe de VVD nu opereert in deze kabinetsformatie. Als je de lijn doortrekt, zou je zeggen: hij kan het natuurlijk niet laten om zich ermee te bemoeien, maar ik weet het eerlijk gezegd niet. Het zou ook helemaal des Ruttes zijn om te zeggen: ik ben weg, en ik bemoei me er helemaal niet meer mee. Hij is nu ook heel veel in het buitenland, hè. Dus ik denk dat hij het wel een beetje heeft losgelaten, eerlijk gezegd.”

Denken jullie dat hij als regisseur een denkfout heeft gemaakt door niet te voorzien dat rechtse stemmers naar Wilders zouden gaan in plaats van naar de VVD, doordat de VVD het kabinet liet ploffen op migratie?

Wilma Borgman: “De rechtse kiezers zijn naar Wilders gegaan omdat ze Yesilgöz de dag voor de verkiezingen hoorden zeggen: ‘Ik ga niet onder premier Wilders in een kabinet zitten.’ Vanaf het moment dat zij de deur naar de PVV heeft opengezet, ging het nog goed met de VVD in de peilingen; dat is helemaal niet slecht voor ze geweest. Wat haar kwalijk werd genomen is dat ze de deur dichtdeed op de dag voor de verkiezingen. Toen dachten die kiezers allemaal: hoho, wacht even, we willen een rechts kabinet, en als u dat niet mogelijk gaat maken, dan gaan we naar Wilders. Ik denk dat de winst van Wilders voor een groot deel daarvandaan komt. Het grootste deel van de VVD-achterban vond het een heel goed idee om de deur naar de PVV open te zetten. Die mensen vonden het alleen een minder goed idee om de deur vervolgens weer dicht te doen. Dat veranderde de zaak. Dat is ook wat ik in de partij hoor. Dat is een taxatiefout van de VVD geweest.”

Ron Fresen: “Als ik kijk naar hoe de VVD nu opereert en hoe ze onder Rutte opereerde, heb ik het idee dat ze bij de VVD nog wel wat strategisch vernuft en vooruitdenken kunnen gebruiken, eerlijk gezegd.”

Wilders schreef begin maart op X: “Een asielzoeker die vier meisjes van 11 jaar heeft aangerand hoeft niet de cel in. Dat is toch totaal onaanvaardbaar. Tien jaar op water en brood zou een gepaste straf zijn en dan ben ik nog mild.” Dat is best dictator-achtige taal voor een man die minister-president van Nederland kan worden. Zou Rutte weleens wakker liggen en denken: jeetje, wat is het een zooitje aan het worden?

Ron Fresen: “Rutte ligt nooit ergens wakker van. Hij kan op commando in slaap vallen en op commando wakker worden.”

Wilma Borgman: “Dat is buitengewoon handig als premier.”

Ron Fresen: “Hij is een machine die hij zelf uitzet. Hij trekt ’s avonds bij wijze van spreken de stekker eruit, gaat liggen en valt weg. De volgende morgen doet hij de stekker er weer in, en dan gaat het Duracell-batterijtje weer aan.”

Maar denken jullie dat hij zich zorgen maakt?

Wilma Borgman: “Dat denk ik wel ja.”

Ron Fresen: “Het is nu een soort free fight geworden, lijkt het wel.”

Rutte is een politiek dier pur sang, zoals er maar weinig in Den Haag hebben rondgelopen de afgelopen tien, twintig jaar.

Ron Fresen

Wilma Borgman: “Maar de meeste zorgen maakt hij zich over de internationale positie van Nederland en over Oekraïne. Dat geloof ik stellig.”

Ron Fresen:“Ik denk ook dat zijn zorgen vooral op het internationale vlak liggen. Wat dat betreft zie je wel een ontwikkeling bij Rutte. Van de Rutte van het gedoogkabinet met Wilders tot de Rutte die nu de politiek verlaat en kansrijk is voor die baan bij de Navo. In deze periode heeft zijn standpunt over Europa zich verdiept, en is Rutte gaan inzien dat de Europese Unie meer is dan alleen maar een gemeenschappelijke markt die goed is voor onze economie. Het idee van gemeenschappelijke waarden, democratie, rechtsstatelijkheid heeft Rutte in de loop der jaren steeds meer omarmd. Mensen zeggen vaak: hij heeft geen visie. Dat klopt voor een deel ook wel, maar hij heeft hier zeker wel een idee over. Dat zag je bijvoorbeeld heel sterk toen het over Oekraïne ging, en hij ineens tegen Wilders zei: maar verdomme, als jij denkt dat je een akkoord kan sluiten zonder geld voor Oekraïne, dan krijg je dat kabinet echt nooit. Dat was eigenlijk de enige keer dat hij zich, toen hij al weg was als partijleider, rechtstreeks heeft bemoeid met de kabinetsformatie. Daar trok hij duidelijk een streep. Dat gaat niet gebeuren, dat ga ik niet meemaken, en de VVD ook niet.”

Wilma Borgman: “In de Zwarte Piet-discussie is hij ook opgeschoven, en ook wat betreft excuses voor ons slavernijverleden. Hij vond dat allemaal onzin in het begin.”

Ron Fresen: “Dat is dan ook wel weer het grappige aan hem. Als hij met gekleurde mensen spreekt en hoort wat de pijn is die Zwarte Piet bij hen veroorzaakt, dan denkt hij: weet je wat, daar hebben we misschien wel een rol in te spelen door er een morele uitspraak over te doen. En dat gebeurt dan ook.”

Zijn jullie erachter gekomen wat Rutte drijft?

Ron Fresen: “Ik denk dat hij vooral een enorme pragmaticus is. Het feit dat hij niet zo heel veel ideologische noten op zijn zang had, maakte het voor hem makkelijker om zaken te doen met anderen. Want als je zelf niet heel principieel aan allerlei dingen vasthoudt, dan kun je veel makkelijker iemand zijn zin geven in onderhandelingen. Dus ik denk dat Rutte een politiek dier pur sang is, zoals er maar weinig in Den Haag hebben rondgelopen de afgelopen tien, twintig jaar.”

Wilma Borgman: “Je kan ons boek ook wel zien als een how to be prime minister-boek. Dit is het recept van een man die dertien jaar overeind is gebleven.”

En wat zijn dan de gouden regels?

Wilma Borgman: “Zorg dat het onderling een beetje leuk en gezellig is, en dat je elkaar kunt vinden. Dat heeft denk ik ook alles te maken met de manier waarop ze gewend zijn om de boel in de VVD te besturen. Daar hebben ze een clubje mensen, dat noemen ze het kernteam, en die overleggen voortdurend met elkaar. Die hebben één keer in de week zo’n benen-op-tafelsessie waarbij ze bespreken: hoe voelen we ons eigenlijk en vinden we elkaar nog een beetje aardig? Dat is het recept dat Rutte ook heeft toegepast in al zijn kabinetten. Al dat coalitieoverleg was om af te stemmen: zitten we nog op dezelfde lijn? Vinden we elkaar nog een beetje aardig? Sporen onze politieke prioriteiten nog met elkaar? Dat vonden de individuele ministers wel heel vervelend: dan werden zij op de vrijdag weer geconfronteerd met iets wat op maandagochtend al in het coalitieoverleg was afgesproken. Maar ja, dat heeft de lijnen wel kort gehouden. En dat is denk ik wel de gouden regel van Rutte: zorg dat je met iedereen in gesprek blijft. Zorg dat je met iedereen kopjes koffie blijft drinken.”

Ron Fresen: “Het kabinet met de VVD en de PvdA was een wonderlijk huwelijk, omdat het twee tegenpolen zijn, maar juist daarom wisten ze ook heel goed dat je elkaar wat moest gunnen. En Rutte was daarin, samen met Samsom, een enorme spil. Daar zag je ook hoe belangrijk vriendschap en onderling vertrouwen in de politiek zijn. Als je dat afzet tegen de vier die nu aan het onderhandelen zijn… Zij lijken niet te beseffen dat het gaat om elkaar begrijpen. Snap wat de ander belangrijk vindt, en wees bereid om daar rekening mee te houden. Dat zie ik in deze kabinetsformatie eerlijk gezegd nog helemaal niet gebeuren. Elkaar aanvoelen, in elkaar willen investeren en proberen begrijpen waarom iets voor een ander belangrijk is, is heel erg wat voor het tijdperk-Rutte heeft gegolden. Je moet elkaar tussen de regels door lezen, en bedenken wat er aan de hand is. Nou, ik zie er nog niet het begin van.”

Zijn jullie door het schrijven van dit boek meer fan van Rutte geworden?

Ron Fresen: “Fan niet, maar ik ben wel steeds meer gaan begrijpen waarom hij zo’n succesvolle premier was in een toch wel ingewikkeld politiek klimaat. Hij is een goede onderhandelaar, is niet te pakken in het debat, en dat alles van hem af lijkt te glijden is ook een kwaliteit. Rutte wist donders goed dat hij van teflon was, en dat gebruikte hij goed.”

Aan de ene kant teflon, aan de andere kant woedeaanvallen. 

Ron Fresen: “Dat heeft met zijn dwang te maken dat hij altijd alles onder controle wil hebben. Zijn woedeaanvallen kwamen altijd op het moment dat hij de controle dreigde te verliezen, omdat iemand iets deed wat hij niet verwachtte of wat hem niet uitkwam. Dan werd hij boos. Bijna iedereen die we gesproken hebben heeft wel een woedeaanval meegemaakt; die gingen er heftig aan toe. Maar ze zijn er allemaal ook nonchalant over: ja, zo is-ie. Dan komt hij even later terug en biedt hij zijn excuses aan en kunnen we weer verder.” 

Hoe ziet zo’n woedeaanval eruit?

Ron Fresen: “Schreeuwen. Dreigen met dingen te gooien. Een ongecontroleerde driftaanval. Maar hij heeft geen mensen verwond. Ik heb het zelf een keer meegemaakt. Dat was tijdens de kabinetsformatie van 2010; toen had ik een tip gekregen dat Rutte op een of ander terras zat. Hij was al een week lang onzichtbaar, want hij had zich opgesloten met Wilders en Verhagen om te kijken of ze er samen uit konden komen. Toen ben ik daar met een camera naartoe gegaan. Hij zat daar met een vriend en toen hij die NOS-camera zag, werd hij woedend. Ben je helemaal gek geworden! tierde hij. Wat denk je nou wel, ik zit hier verdomme gewoon privé en ik eis dat je dat niet uitzendt. Anders is het klaar met de samenwerking met de NOS. Even later belde hij om te zeggen: zo bedoelde ik het nou ook weer niet. Iedereen heeft dat met hem meegemaakt. Het is een onderdeel van hoe hij is.”

Is zijn gebrek aan een liefdesleven ook onderwerp van gesprek geweest?

Ron Fresen: “Daar hebben we niet naar gevraagd, eerlijk gezegd.”

Wilma Borgman: “Zo ver achter de schermen gingen we nou ook weer niet.”

Ron Fresen: “Zelfs bij de gesprekspartners die hem heel goed kennen, merk je dat er een groot zwart gat zit als het over zijn privéleven gaat. Rutte heeft dat heel goed weten af te schermen, en ook geen enkele aanvechting bij andere mensen teweeggebracht om daar als een soort Sherlock Holmes onderzoek naar te gaan doen. Dat hebben wij voor een deel wel gedaan.”

Wilma Borgman: “Klein detail: hij heeft geen pannen. Alleen een waterkoker.”

Maakt hij daar zijn pasta met tomatensaus in?

Wilma Borgman: “Hij eet denk ik nooit thuis.”

Ron Fresen: “Verder heeft hij een heel sober leven. Zijn vakanties zijn ook niet fancy of chic; het enige criterium is dat hij het al kent, zodat het vertrouwd is. Hij wil altijd in de vakantiebungalow met hetzelfde huisjesnummer in Putten.”

Wilma Borgman:“Wil in hetzelfde hotel in New York, met hetzelfde weekprogramma.”

Ron Fresen: “En hij komt al heel lang in hetzelfde hotel in Oostenrijk om te skiën. Daar is hij gewoon Mark Rutte. Ze zijn er via andere mensen achter gekomen dat deze man die al heel lang elk jaar bij hen komt overnachten de premier van Nederland is, en toen wilde de hoteleigenaar hem heel graag een upgrade geven naar een hotel verderop in het dorp. Dat was veel luxer. Maar Rutte zei: ‘Dat wil ik helemaal niet, ik vind die lampenkapjes hier veel te leuk, ik kom hier altijd al, het is allemaal prima zo. Dat is Rutte ten voeten uit.”

Wat is het meest verrassende wat jullie over hem hebben gehoord tijdens jullie zoektocht?

Wilma Borgman: “Dat al die mensen die zo dicht op Rutte zaten verbaasd waren over hoe het gegaan is rond de val van het kabinet. Carola Schouten beschrijft hoe het ging: twee dagen voor de val uitte Rutte daar ineens een soort dreigement. Wat gebeurt hier? dacht Schouten, en ook Hugo de Jonge.”

Ron Fresen: “Volledig atypisch gedrag voor Rutte.”

Wilma Borgman: “Altijd zoekt hij naar oplossingen, naar geitenpaadjes, naar een compromis en ineens legt hij daar een mes op tafel, En niet zomaar een mes, gewoon een bloedrood slagersmes met kartelrandjes eraan. Hij was er klaar mee.”

Ron Fresen: “Daarom ben ik ervan overtuigd dat het een geregisseerde exit was.”

Wilma Borgman: “Ja, hij dacht gewoon: dit kabinet wordt een drama, ik ga het niet tot het einde uitzitten, we maken een nieuwe start met Dilan, huppakee, vooruit met de geit. De verhoudingen waren verstoord, hij kreeg niks meer voor elkaar. Als Esther Ouwehand of Lillian Marijnissen tegenover hem stonden, zag je een en al zuurheid. Ze gunden hem niks meer. Waar hij als jonge premier heel veel goodwill had en hij met iedereen vriendjes probeerde te worden in een poging samen te werken, werkte dat recept gewoon niet meer.”

De huidige onderhande-laars lijken niet te beseffen dat het gaat om elkaar begrijpen. Snap wat de ander belangrijk vindt, en wees bereid om daar rekening mee te houden.

Ron Fresen

Toen Esther Ouwehand hem na de bekendmaking van zijn vertrek nog een keer de oren waste, mimede hij een applausje naar haar. Mirjam Bikker gaf hij een handkus. 

Wilma Borgman:“En tegen Jesse Klaver zei hij: ik hou van je.”

Ron Fresen: “Dat zijn mooie momenten die wel duidelijk maken hoe zijn politieke mores in elkaar zitten. Hij kan ook genieten van de tegenstand die hij vanuit de Kamer krijgt.”

Wilma Borgman: “Dat scherpt hem alleen maar.”

Ron Fresen: “Dat vindt hij geweldig; daar wordt hij zelf ook alleen maar beter van. Dus dat stoort hem helemaal niet. Dat zorgt ervoor dat hij aan de ene kant met Klaver inhoudelijke strijd kan voeren en tegelijkertijd ook kan zeggen: we hebben wel iets.”

‘We hebben wel iets’ is wel van een andere orde dan ‘ik hou van je’.

Wilma Borgman: “Hij is een beetje ongepolijst. Een beetje onaangepast.”

Ron Fresen: “Dat vind het ik het rare van Rutte; er zit ook een soort wereldvreemdheid in hem.”

Wilma Borgman: “Net zoals hij eens bij een concert van de Toppers verscheen in een opengeknoopt wit overhemd met zilverkleurige bretels en een bijpassend vlinderstrikje.”

Ron Fresen: “Ach joh, geinig toch, zegt hij dan, daar moet je niet te veel waarde aan hechten.”

Kan het ook zijn dat hij zo in die Haagse bubbel leeft dat hij oprecht liefde voelt voor Klaver?

Ron Fresen: “Dat weet ik niet, ik denk dat het ook een beetje spielerei is, een beetje studentikoze humor. Maar het zou ook zo kunnen dat hij echt van hem houdt.”

Wilma Borgman: “In die zin blijft Rutte altijd wel een raadsel.” 

Ron Fresen en Wilma Borgman

Het raadsel Rutte

Balans

€22,99

Verschijnt op 14 mei

Met uw donatie steunt u de onafhankelijke journalistiek van HP/De Tijd. Word donateur of word lid, al vanaf €5 per maand.