Spring naar de content

Lichtekooien aan de wieg

Het is een vreemde plek, Katendrecht. Nog steeds. De wijk ligt in het zuiden van Rotterdam en heeft de vorm van een vuist, zoals Elsevier-journalist Simon Rozendaal opmerkt in De winkel van mijn vader, een koopman op Katendrecht. Rozendaal schetst in dit boek de geschiedenis van zijn vader en zijn eigen jeugd in Katendrecht, of zoals ze dat in Rotterdam zeggen: óp Katendrecht.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Ivo van Woerden

De wijk is een schiereiland, omgeven door de Maas- en de Rijnhaven. Vroeger had het als bijnaam ‘De Kaap’. Vandaag de dag komen mensen er bijvoorbeeld om een bezoek te brengen aan het cruiseschip SS Rotterdam, dat ligt afgemeerd op de punt van de wijk. Het is nogal een gedoe om er te komen.

Hoewel de stad er alles aan doet om de boel weer aantrekkelijk te maken door kunstenaars er voor weinig onder te brengen en de horeca te stimuleren, speelt bij degene die een bezoek aan Katendrecht waagt al snel de vraag: wat is dit voor een rare buurt, wat moet ik hier? Het is er stil en verlaten en toch hangt er iets robuusts in de lucht.

Rozendaals boek licht een tipje van de sluier op. Katendrecht was vroeger een broeierige multiculturele havenbuurt met Chinezen, Grieken, Noren, Turken, noem maar op. Verder was het de rosse buurt van de stad. Zaken die elders niet werden gedoogd, waren hier schering en inslag. Er werd gevochten, drugs werden gebruikt en bovendien zorgden kunstenaars voor kleur. Hier klonk voor het eerst jazz, meegenomen door de zeelieden.

Lichtekooien en nachtvlinders, zoals de prostituees hier werden genoemd, waren een enorme bron van inkomsten. Iedereen met leeg zoldertje verhuurde dat als peeskamer.

De winkel van mijn vader biedt achtergrond over de opkomst van Katendrecht voor en na de oorlog. En het laat ook zien hoe snel Rotterdam is veranderd van broeierige, armetierige en oer-Hollandse havenstad – zoals het oude New York ook moet zijn geweest – tot een stad waar moderne nieuw- en hoogbouw de skyline bepalen.


Rozendaal trakteert de lezer terloops op een kleine geschiedenis van de prostitutie en neemt een zijpad langs wetenschappers en schrijvers die hem inspireren. In het bijzonder schrijver C.B. Vaandrager, die bovendien zijn buurman is geweest op Katendrecht.

De Paradijsvogel heette de groentewinkel van Rozendaals vader, en iedereen kwam daar over de vloer. Door de Paradijsvogel als vertrekpunt te nemen, is De winkel van mijn vader eigenlijk een heel klein en persoonlijk verhaal geworden. Rozendaal licht hier en daar bijzondere Katendrechters uit, waardoor de sfeer die er op de Sumatraweg heeft geheerst voorzichtig tot leven komt. Voorzichtig, omdat de beschrijvingen wel erg braaf zijn voor een verhaal dat over een poel des verderfs moet gaan. Iets meer dialoog tussen Rozendaals vader en de kleurrijke inwoners van deze unieke wijk hadden wellicht net dat extra zetje kunnen geven om Katendrecht in volle glorie te herstellen.

Rotterdam wil een brug laten aanleggen van Hotel New York op de Kop van Zuid naar Katendrecht om de wijk toegankelijker te maken. Na het lezen van De winkel van mijn vader hopen we dat die brug er snel komt. En dat de kleurrijke figuren die er eens rondwaarden dan ook weer de weg naar De Kaap weten te vinden.

Simon Rozendaal: De winkel van mijn vader – een koopman op Katendrecht. Contact, €21,95. Ook verkrijgbaar op www.ako.nl.

Onderwerpen