Spring naar de content
bron: Paul Tolenaar

‘Kunnen we dit vieren met een fles? Midas praat over zijn penis!’

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door De Redactie
Het klinkt als het begin van een goede mop: een bioloog (Midas Dekkers), een seksuoloog (Goedele Liekens) en een filosoof (Stine Jensen) praten over seks. Ze vliegen elkaar stevig in de haren, met af en toe een onbedoelde ontboezeming tot gevolg. ‘Kunnen we dit moment vieren met een fles? Midas praat voor de eerste keer over zijn penis!’   Zijn er ook dieren die zo beschaamd zijn over seks als mensen? Midas Dekkers: “Nee, dat is het aardige van dieren. Iedereen mag het zien.” Er is geen enkel dier dat het liever achter een boom doet dan in het zicht? Midas: “Nee. Het moet wel een veilig plekje zijn. Want als je aan het paren bent, ben je buitengewoon kwetsbaar. Als mannetje heb je ergens iets in gestoken wat je er op tijd weer uit moet halen.” Goedele Liekens: “Als vrouwtje zit je helemaal vast.” Midas: “Dus het is ongeveer het gevaarlijkste wat je als dier kan doen. Verstandige beesten houden er dan ook een paartijd op na. Die doen het maar een week of een maand in het jaar. De rest van de tijd doen ze verstandige dingen. Iets wat wij mensen ook zouden moeten doen.” Stine Jensen: “Ja, daar kunnen we wel wat van opsteken.” Midas: “Ik heb weleens voorgesteld om voor mensen ook een paartijd in te stellen. Bijvoorbeeld in mei. Dan schilderen we alles roze, klinkt er heerlijke muziek in alle straten en springen we boven op elkaar dat het een lieve lust is. Na afloop van die maand zijn we een beetje stijf in de ledematen, maar daarna kunnen we al die dunne onderbroekjes en lippenstiften weggooien en hoeven we ’s ochtends niet meer voor de spiegel na te denken of we er wel goed uitzien. We gaan gewoon over tot de orde van de dag.” Goedele: “Lekker werken in je trainingsbroek en oude sokken. En vanaf april beginnen we weer te waxen en te stiften. Het zou wel een hoop energie besparen. Maar zou de drive om aantrekkelijk te zijn dan ook in de loop van het jaar stilvallen?” Midas: “Kijk naar eenden. Onder wilde eenden zijn de mannetjes in de paartijd prachtig, maar die paartijd is nog niet over of ze weten niet hoe snel ze hun doordeweekse pakkie weer aan moeten trekken.” Goedele: “Dat vind ik er dan toch jammer aan, want die motivatie om aantrekkelijk te willen zijn voor het andere geslacht zorgt toch dat je veel goede dingen doet. Zoals een goede baan zoeken. Vooral onze mannen trachten daarmee indruk te maken op die wijfjes. Dat zou dan wegvallen.” Midas: “Maar als je nu op een kantoor kijkt, zijn die mannen de helft van de tijd bezig met het denken aan van dattum. Mensen zijn echt 24 uur per dag bezig met seks. Als ze dat nou gewoon beperkten tot die ene maand.” Goedele: “Maar zouden we er gelukkiger van worden als we maar één maand per jaar aan de seks mogen?” Midas: “Maar dan ook vol, hè? Niet al dat moeilijke gedoe of iemand wel wil en zo. Nee – als je wat ziet: boem!” Er wordt weleens gezegd dat mensen weer preutser worden. Stine heeft een ‘Mag ik je wat vragen over lust en liefde?’-box met conversatiekaarten op de markt gebracht, zodat we weer wat openhartiger over seks worden. Valt er volgens jullie winst te behalen als we opener worden op seksueel gebied? Goedele: “Ja ongetwijfeld.” Stine: “Ik denk het ook. Maar met opener zijn bedoel ik niet dat je alles op tafel moet smijten in termen van geslachtsdelen en technieken. Ik bedoel: kwetsbaarder. Dat preuts zijn is ook niet erg, dat zegt iets over schaamte. En volgens mij is schaamte niet per se iets wat je zou moeten weghalen. Schaamteloze mensen zijn niet te doen.” Goedele: “Die schaamte is wat ze het mysterie noemen, als je dat weghaalt is de aantrekkelijkheid voor een deel ook weg. Het is niet voor niets dat heel veel mannen liever een vrouw in lingerie zien dan naakt. Maar er is zeker meer openheid nodig. Onlangs was er weer een onderzoek waaruit bleek dat vier op de vijf mannen nooit over intieme dingen praten, zelfs niet tegen hun vrienden of vrouw. En dan wordt ‘intieme dingen’ omschreven als kleine lichamelijke kwaaltjes.” Waarom is het goed als mensen er meer over zouden praten? Goedele: “Als mannen al niet kunnen praten over haaruitval en over jeuk tussen hun tenen, dan kunnen ze zeker niet praten over hun angsten. En als je geen emotioneel moeilijke gesprekken kan voeren met je partner, dan staat dat de verbinding, de intimiteit in de weg.” Midas: “Ik ben heel blij dat mijn partner niet met mij praat over jeuk in haar tenen! Dat lijkt mij verschrikkelijk!” Goedele: “Dat is bij wijze van voorbeeld, het gaat over de emotie. Dat hij niet kan zeggen: ‘Hier voel ik mij heel erg gekwetst.’” Midas: “Dan zeg je het toch lekker niet.” Goedele: “Maar dan gaat hij zitten mokken en dan krijg je een heel relationeel probleem. Dan weet de vrouw niet waar het over gaat, of omgekeerd, dus wordt het ruzie. Voor je het weet zitten ze bij een therapeut.” Midas: “Jij bent als Vlaamse toch wel katholiek mag ik hopen?” Goedele: “Ik ben wel katholiek opgevoed, maar dat heb ik afgezworen.” Midas: “Dan weet je toch hoe heerlijk het is om dingen stiekem te doen? Dat is juist de lol.” Goedele: “Nee, dat is echt niet waar. Het brengt zoveel ellende met zich mee als mensen hun emoties niet aan elkaar durven te vertellen.” Stine: “Dat geloof ik ook. Ik denk dat mensen er enorm onder lijden als ze dingen stiekem moeten doen.” Midas: “Doe iets en het is leuk, doe het stiekem en het is dubbel leuk. Ik word moe van dat eeuwige pleidooi voor openheid en transparantie. Ga toch heen!” Bij poepen was je wel een voorstander voor meer openheid toch? Daar schreef je onlangs het boek De kleine verlossing of de lust van ontlasten over, omdat je een lans wilde breken voor meer openheid op dat gebied... Midas: “Ik heb beschreven hoe raar het is dat mensen wel tegen elkaar zeggen hoe heerlijk ze hebben gegeten, maar dat iemand als hij van tafel gaat en na een kwartiertje terugkomt, niet mag vertellen hoe heerlijk hij heeft gepoept. Ik heb de malle tegenstelling daarvan beschreven, maar dat is geen pleidooi dat iedereen die met mij aan het eten is mij enthousiast moet gaan vertellen hoe lekker hij nou weer gescheten heeft.” Goedele: “En wil je dan details horen als: ik zat te drukken en toen plopte-ie los?” Midas: “Nee, dat hij halverwege blijft steken en niet verder wilde, maar ook niet terug. Dat soort zaken. Maar verder ben ik vooral een groot voorstander van – hoe moet je dat noemen? – on-openheid.” Goedele: “Geslotenheid.” Stine: “Als iedereen op tafel smijt hoeveel bedpartners-ie heeft gehad, denk ik ook: ho eens even. Maar wat ik fijn zou vinden is dat de samenleving in die zin opener is dat iemand als Tofik Dibi zich niet zo hoeft te schamen voor zijn homoseksualiteit.” Midas: “Hoe bedoel je? Dat is een nicht van hier tot ginder, dat zie je op honderd meter afstand. Moet-ie het ook nog vertellen dan?” Stine: “Als emancipatoir voorbeeld denk ik dat dat heel belangrijk is, ja.” Midas: “Waarom moet iedereen uit de kast komen; waar dacht je dat die kast voor was uitgevonden? En hij is er toch zelf in gaan zitten.” Stine: “Wil jij iedereen in de kast hebben? Dat meen je niet!” Midas: “Ik vind uiteraard dat iedereen het recht heeft om uit de kast te komen, maar mensen hebben ook het recht om in de kast te blijven.” Goedele: “Dat mogen ze zeker.” Midas: “Nee, dat mogen ze helemaal niet meer tegenwoordig. Ik herinner mij de tijd dat alle homo’s nog in de kast zaten.” Goedele: “En dat vond jij geweldig?!” Midas: “Nou ja, het leuke katholieke eraan was dat iedereen dééd alsof homoseksualiteit niet bestond, maar we wisten het allemaal wel. En ik hou wel van dubbelzinnigheid.” Stine: “Maar die dubbelzinnigheid zie je op dit moment niet in de media. Het wordt al heel snel heel erg plat. Ik ben niet voor die pornografisering of die voyeuristische cultuur. Je ziet nu gewoon heel weinig subtiliteit.” Midas: “Maar subtiliteit en eerlijkheid gaan niet samen. Dat zijn twee tegengestelde dingen.” Goedele: “Jij zit gewoon een beetje te jennen. Jij gaat nu toch echt niet in alle eerlijkheid beweren dat de wereld gebaat is bij geslotenheid? Natuurlijk, een fout soort openheid niet. Maar geslotenheid is niet goed. De meest verbindende factor tussen partners is je kwetsbaarheid tonen. Van dat soort openheid worden wij zonder enige twijfel gelukkiger.” Midas: “Ik word heel wantrouwend als mensen iets zonder enige twijfel zeggen.” Goedele: “Jij bent gewoon een beroepsdwarsligger. De essentie van mijn verhaal is duidelijk: daar worden mensen gelukkiger van. En niet allemaal. Want er is niet zoiets als ‘de mensen’, maar er zijn wel gemene delers.” Als jouw vriendin na de seks zegt: ‘schat, hoe was het voor jou?’ Ren jij dan weg, Midas? Midas: “Het gaat jullie geen fluit aan. Ik vind het fantastisch dat er mannen zijn die het geweldig vinden om dat allemaal te vertellen, als ik het maar niet hoef te horen.” Stine: “Als bioloog interesseert het jou niet?” Midas: “Nee, wij biologen hebben geleerd om niet te luisteren naar het gezwets van de mensen, maar om te kijken naar wat ze doen. Al die andere dieren kunnen gelukkig niet praten, want als je je conclusies verbindt aan het gedrag van een dier, kom je naar mijn smaak tot betere conclusies dan wanneer je naar ze geluisterd had als ze hadden kunnen lullen. Want de spraak is met name uitgevonden om te liegen.” Goedele, jij pleit in je boek Help mijn kind denkt aan seks! juist voor nog meer openheid. Ouders zouden al van jongs af aan vrij met hun kinderen over seksualiteit moeten praten. Als je bijvoorbeeld samen naar een kinderserie als Bob de Bouwer kijkt, kun je aan je kleuter vragen: ‘Zou Bob verliefd zijn op zijn collega Wendy?’ Midas: “Ik kijk niet zoveel kinderseries, als je het niet erg vindt. En ik ben er echt een tegenstander van om met kinderen over seks te praten. Kinderen hebben nog geen seksuele hormonen, dus hebben ook nog geen seksuele gevoelens. Alles wat je tegen een kind tussen de één en twaalf jaar over seks zegt, is zaad gestrooid in onvruchtbare aarde.” Stine: “Mooi citaat, volstrekte nonsens.” Goedele: “Misschien moeten we even definiëren wat je met seks bedoelt. Gaat dat over de penetratie?” Midas: “Nee, kinderen zijn überhaupt niet in seks geïnteresseerd.” Goedele: “Komaan, kinderen zitten aan hun eigen lichaam, voelen aan hun geslachtsorganen en hebben daar lustgevoelens bij.” Midas: “Wij geven daar een seksuele interpretatie aan. Als ze een vanille-ijsje eten, hebben ze ook een lustgevoel. Als een jongetje van zes toevallig aan zijn piemeltje trekt en niet aan zijn neus zit te krabben, is dat geen bewijs dat het seksueel is.” Vertel jij je dochter iets over haar orgasme, Goedele? Goedele: “Nee, dat hoeft niet persoonlijk te worden, maar ik vertel wel dat er zoiets bestaat. En ik zeg niet: nu moet je eens gaan zitten en nu gaan we een gesprek voeren over je clitoris. Het zijn kleine zaadjes, zoals Midas dat zou zeggen, die je strooit. En die worden samen één verhaal. Iedere keer vertel je meer en meer.” Midas: “Vooral over dat strooien, haha.” Volgens jou, Midas, worden vrouwen dikker van al dat zaad. Midas: “Ja. Dat is mijn lievelingsgesprek.” Goedele: “Jij bent een klein ettertje.” Midas: “Je weet dat van al die miljoenen zaadjes die wij iedere keer weer bij jullie naar binnen spuiten, hooguit eentje zijn doel treft? En de vraag is, waar blijven al die anderen? Worden vrouwen daarom misschien steeds iets dikker?” Goedele: “Hahaha!” Stine: “Ik denk dat het leuke van praten over seks is, dat je niet alleen iemand anders beter leert kennen, maar ook jezelf. Er wordt vaak gezegd: als je naar een therapeut gaat, gaat het vroeg of laat over seks. Omdat je via een gesprek over seks zo veel te weten komt over jezelf. Alles wat je in de slaapkamer tegenkomt, zegt heel veel over jou.” Midas: “Nou, dan moet ik wel heel erg weinig over mezelf weten. Ik lul nooit over dat soort dingen, met niemand niet.” Stine: “Misschien wil je een bepaald deel niet over jezelf weten.” Midas: “Ik hoef toch niet overal over te lullen?” Stine: “Ik ben filosoof en ik vind het leuk om te weten hoe mensen in elkaar zitten. Maar er is misschien ook een sekseverschil. Het viel me op dat bij de Vagina Monologen vrouwen heel eerlijke, open, kwetsbare verhalen vertelden in het theater. Bij de mannen heette het Lulverhalen, en dat waren het ook. Het ging helemaal niet over seks, het ging al snel over dat ze een nieuwe jas hadden gekocht of een nieuwe auto, er werden vooral grappen gemaakt. Alsof ze eigenlijk helemaal niet over hun penis kunnen praten zonder dat daar een grap over moet worden gemaakt.” Midas: “Ik heb nog nooit een man over zijn penis horen praten.” Goedele: “Blijf maar zitten, dit is het moment.” Midas: “Het wordt steeds spannender hoor.” Wat is het voordeel als Midas wél over zijn penis zou praten? Midas: “Ik denk er niet aan. Ik praat liever over mijn pink of mijn oorlel.” Goedele: “Wij zouden het toch appreciëren als je het op dit moment probeert. Vertel eens: ben je tevreden met je penis?” Midas: “Het is geen vraag die ooit bij mij is opgekomen.” Goedele: “Dan ben je een uitzondering, want de meeste mannen maken zich toch weleens zorgen over de look en feel van hun penis.” Midas: “Kijk, dat mannen zich zorgen maken over hun penis, daar kan ik inkomen. Maar dat ze daar dan over praten! Ik geloof niet dat praten over zorgen de zorgen verminderen.” Goedele: “Dat kan ik onmiddellijk ontkrachten. Stel dat je je zorgen maakt, omdat je denkt: mijn penis is te klein – om maar even een lukraak voorbeeld te nemen, Midas – dan ga je daarover praten.” Midas: “Praten? Er zijn toch boeken waarin staat hoe lang zo’n ding moet zijn.” Stine: “Oké, stel je voor, jij hebt dat boek gevonden en jouw penis blijkt uitzonderlijk klein te zijn. En dan? Je voelt je onzeker, je hebt er allemaal gevoelens over...” Midas: “Ik heb een volstrekt middelmatige penis! Als we het er dan toch over moeten hebben. De mijne is middelmatig, ik maak me in geen enkel opzicht zorgen.” Goedele: “Kunnen we dit moment vieren met een fles? Midas praat voor de eerste keer over zijn penis!” Midas: “Tot nu toe was niemand erin geïnteresseerd, haha.” Stine: “Als vrouw ben ik best wel geïnteresseerd in wat er in de psyche van de man omgaat. Hoe is hij met seks bezig? Waarom kijkt hij porno en hoe voelt hij zich daarbij? Wij vrouwen willen meer mannen die over hun penis praten, dus vandaag heb je een eerste stap in de goede richting gezet, Midas.” Maar denken jullie dat de kwaliteit van de seks erop vooruit gaat als je dit soort dingen bespreekt? Goedele: “Absoluut. O, ik mag het niet meer zonder enige twijfel zeggen: niet bij iedereen. Er zijn verschillende mensen en je hebt verschillende soorten seks. Je hebt afstandelijke, dierlijke seks, maar ook de intieme seks die zo verbindend is tussen koppels, en die krijg je niet voor elkaar als er geen goede communicatie is.” Midas: “Kan een doofstomme dan geen goede seks hebben?” Goedele: “Die communicatie kan ook non-verbaal, met bewegingen en uitdrukkingen. Het gaat erom dat je je kwetsbaar opstelt en toont wat je wel en niet graag hebt.” Midas: “Jullie propageren steeds maar om je kwetsbaar op te stellen. Wat is er nou dommer op de wereld dan je kwetsbaar opstellen? Want het gevolg is dat je gekwetst wordt.” Goedele: “Dat kan. Maar dat doen dieren toch ook? Het ene dier zegt tegen de ander: ik vind jou oké, jij mag, en gaat dan op zijn rug liggen. Hoe kwetsbaar is dat?” Midas: “Dieren zijn juist altijd bang voor elkaar. En terecht, want elk dier is een potentiële vijand. Bij een elektriciteitsmast zie je de vogeltjes altijd keurig netjes uit elkaar op de draad zitten, want als je afstand houdt, kan er nooit wat gebeuren. Zo krijgen vogeltjes nooit ruzie met elkaar, dat is goed geregeld, ieder zijn eigen territorium. Maar als dat het hele jaar zo doorgaat, sterft de soort uit. Dus eens in het jaar moet die angst voor elkaar worden verminderd. Dan komen ze steeds dichter bij elkaar en worden steeds kwetsbaarder. Totdat ze op hun allerkwetsbaarst zijn, dan doen ze het heel gauw met elkaar. Daarna wordt die kwetsbaarheid ogenblikkelijk opgeheven en zijn ze weer elf maanden bang voor elkaar. Dus die kwetsbaarheid is geen doel om na te streven. Dat is een vervelende bijkomstigheid van het feit dat je nou eenmaal die zaadjes bij die eitjes moet brengen.” Goedele: “Maar bij mensen gaat het niet alleen om voortplanting, maar ook om genot. En communicatie helpt om dat genot optimaal te laten zijn. Hebben vrouwelijke dieren eigenlijk een orgasme?” Midas: “Waarom dacht je dat die wijfjes het deden in de natuur? Omdat ze het lekker vinden, anders zouden ze het niet doen.” Goedele: “Maar er is nooit een bewijs gevonden dat zij dat echt heel lekker vinden.” Midas: “Dertig jaar geleden was ik op een congres waar de seksuoloog Koos Slot een filmpje van neukende apen liet zien. De camera zoomde in op dat wijfje en dat trok me toch een gezicht. Daarna heb ik nooit meer enige twijfel gehad of vrouwtjesdieren een orgasme krijgen. Als mijn vriendin ooit zo’n gezicht zou trekken, zou ik daar zeer tevreden over zijn!” Stine: “Een orgasme krijgen is maar een van de 237 redenen waarom vrouwen seks hebben, blijkt uit onderzoek. Andere redenen zijn bijvoorbeeld: omdat ik mijn partner wil behouden, in de hoop dat mijn hoofdpijn weggaat...” Midas: “Er is maar één reden waarom vrouwen seks hebben: ze zitten vol met hormonen. De rest is allemaal flauwekul.” Goedele: “Dan zouden we na de menopauze stoppen met seks.” Midas: “Na de menopauze hebben jullie nog steeds hormonen hoor. En sommigen zelfs iets te veel, kan ik je uit ervaring vertellen.” Goedele: “Kijk je mij daarbij aan? Jij zit de hele tijd te jennen.” Stine: “Ja, waarom eigenlijk? En waarom hebben we het steeds over vogels?” Goedele: “De vraag is: in hoeverre lijken wij nog op dieren? Dat vind ik interessant.” Midas: “Wij lijken niet op dieren, wij zíjn dieren. En als er één gebied is waarop wij onze dierlijkheid nog volop tonen, is het wel het gebied van seks. Er is geen ander perspectief op seksualiteit dan het biologische perspectief.” Stine: “Wat zeg jij dan tegen iemand die naar een seksuoloog gaat omdat die bepaalde problemen heeft?” Midas: “Je moet nooit naar een seksuoloog gaan, want die lui geloven in Freud, dus die verkopen alleen maar flauwekul.” Goedele: “Moet ik me nu aangesproken voelen?” Volgens seksuoloog Ellen Laan hebben stellen die al lang samen zijn vaker een ingedut seksleven omdat het ontbreekt aan nieuwe stimuli; dat zou een killer voor genot zijn. Is daar ook een biologische verklaring voor? Midas: “Waarom zou je je seksleven altijd interessant houden? Als dat indut, dan zijn je hormonen kennelijk een beetje moe geworden.” Geloof je niet in het Linda de Mol-principe: als je geen zin hebt, dan maak je zin, want van het doen krijg je vanzelf weer meer zin? Goedele: “Haha, heet dat het Linda de Mol-principe?” Midas: “Kijk, als je vijf bent, wil je met je brandweerwagen spelen. Als je 24 bent, wil je niks liever dan neuken. Als veertig bent, wil je goed voor de kindertjes zorgen. En als je zestig bent, zijn er weer andere dingen interessant geworden. Waarom zou je je hele leven met seks bezig moeten zijn? Honderd jaar geleden mocht je geen seksleven hebben en nou moeten we het opeens doen tot de dood erop volgt. Tien jaar geleden waren ze er verbaasd over dat oude mensen nog seks hadden en tegenwoordig is het bijna verplicht.” Stine: “Als individu hoeft het geen probleem te zijn, maar in een relatie kan het dat wel worden als de een wel zin heeft en de ander niet. Dan moet je toch wat?” Midas: “Je moet helemaal niks.” Stine: “Maar dat ‘gewoon geen zin in seks hebben’ is eigenlijk heel interessant om te onderzoeken, want dat gaat zelden over seks zelf. Als er zoiets aan de hand is, dan begint het gesprek juist, zou ik zeggen.” Midas: “Een van de problemen is dat mensen denken dat ze monogaam moeten zijn. Terwijl mensen, zoals je weet, apen zijn. En van de tweehonderd soorten apen die er zijn, zijn er misschien twee monogaam. Die andere 198 springen erop en maken dat ze wegkomen voor ze ook luiers moeten wisselen. Dus het probleem heeft niks te maken met relaties of seks; het probleem is dat wij menen monogaam te moeten zijn.” Stine: “Waarom menen wij monogaam te moeten zijn, denk jij? Waar komt dat vandaan?” Midas: “Het heeft twee verklaringen. De ene is de culturele voet van meneer pastoor en de dominee. En de biologische verklaring is dat de kinderen, de jongen zeggen wij biologen, heel lang verzorgd moeten worden, en het is handig als de ouders dan bij elkaar blijven.” Volgens filosoof Alain de Botton is het eigenlijk gek dat we niet dankbaar zijn voor alle keren dat onze partner niet vreemdgaat, maar enorm piepen over die ene keer dat die het wel doet. Moeten we minder krampachtig omgaan met monogamie? Goedele: “Ik vind dat de moeilijkste vraag van de hedendaagse tijd. Ik zie in de praktijk koppels die er wel bij varen als ze de monogamie loslaten. Dan is er geen wantrouwen, want dan is het met wederzijds goedvinden. Maar je ziet ook koppels die helemaal instorten of die er levenslang wel bij varen om juist wel monogaam te zijn. Mijn ouders zijn 85 en 86 en die hebben geen seks meer; dat soort dingen vragen wij aan elkaar...” Midas: “Dat vraag je? En dan geven ze antwoord? Dan krijg je geen draai om je oren?” Goedele: “Neuh. Maar die zijn dus zielsgelukkig samen. En nooit vreemdgegaan.” Midas: “Die twee apensoorten die min of meer monogaam zijn, zitten in een soort twijfelsituatie. Ik neem aan dat wij mensen ook een twijfelgeval zijn.” Stine: “Ja, vooral de mannen.” Goedele: “Vanuit biologisch oogpunt zou seriële monogamie een goede optie zijn. Monogaam totdat die kinderen groot genoeg zijn en daarna niet meer.” Midas: “Dat is de smoes die vooral mannen erop hebben gevonden om nog eens aan een tweede leg te beginnen.” Stine: “Het probleem van nu is volgens mij dat het in deze tijd met Tinder en dergelijke moeilijker is om die echte partnerbinding aan te gaan. Het is ingewikkelder om die ongelooflijke intimiteit in een vaste relatie aan te gaan dan er een enorme wisseling aan contacten op na te houden.” Midas: “Ga dan geen ongelooflijke intimiteit aan! Doe normaal. Stel je eisen niet te hoog. Wees blij dat er een mevrouw is die met een kopje thee op je zit te wachten als je van je werk komt.” Stine: “Ja, maar volgens mij is een van de problemen nu juist dat veel mensen bindingsangst hebben gekregen door alle prikkels en mogelijkheden. Want je komt nog iemand tegen, nog iemand, nog iemand. Er is heel veel neurotisch gedrag met tinderen.” Goedele: “Niets willen missen.” Stine: “Waardoor je je juist niet bindt en waardoor dat moment van het kopje thee dus niet komt. Internet heeft een ongelooflijk effect op seksualiteit en seksuele relaties.” Midas: “Wat een problemen hebben jullie allemaal!” Goedele: “In deze maatschappij willen we allemaal passie, passie, passie. We willen steekvlammen. En we kunnen niet meer de warmte van zo’n klein vlammetje appreciëren. Dus eigenlijk datgene wat je gelukkig zou moeten maken, een rustig heerlijk vlammetje, waarderen we niet meer.” Stine: “Wat ik uit yoga heb meegekregen over hoe je relaties goed houdt, zijn de drie c’s: commitment, care, communication. In deze maatschappij zijn we meer gericht op conflict: het ‘ja maar’-gesprek, dat wij nu ook in behoorlijke mate gevoerd hebben. Jammer. Conflict, competition...” Midas: “Maar dit geldt alleen voor Engelse yogi’s.” Stine: “Het klinkt leuker zo, maar ik kan ze ook in het Nederlands vertalen als je het niet goed kan volgen, Midas.” Jullie gaan lekker samen. Midas: “Ik krijg daar altijd jeuk van, net als bij de zes m’s van management. Ik vind het onzin om alles tot één letter in te korten om het te verklaren.” Stine: “Ik laat de rijkheid van een letter zien. Ik heb ook wel een mening over monogamie, die hebben we allemaal wel, maar als je er echt over doorpraat, is die mening gebaseerd op waar je van droomt, waar je naar verlangt. Als je daar echt intieme gesprekken over hebt, kom je veel over iemand te weten. Dan moet je het bijvoorbeeld ook hebben over iemands ouders. Waren die monogaam in de jaren zestig?” In Een open boekje over lust schrijf je dat als je met één iemand in bed ligt, je er eigenlijk met zes mensen ligt. Jijzelf, je partner, diens ouders en je eigen ouders. Midas: “Gadver de gadver.” Stine: “Dat is die meesterlijke scène uit die film van Woody Allen waarin een echtpaar in bed ligt en daar ook beide ouders verschijnen. Je ideeën over seks en seksualiteit zijn voor een deel door je ouders ontstaan. Je eerste blauwdruk wordt getekend door je ouders. Dat kleurt ook je idealen over monogamie.” Midas: “Ik ben min of meer monogaam en dat is vanzelf zo gekomen. Ik kijk mijn hele leven lang al verbaasd naar mezelf en denk: goh, wat doet die gozer nou? Nou blijkt hij monogaam te wezen. Ik leid mijn leven niet volgens de idealen die ik meegekregen heb, ik blijk een bepaald leven te lijden.” Stine: “Ik ben het wel met je eens dat als er iets is wat je ongelukkig maakt, het wel dat ideaal is. Daardoor denk je: o, als dit, en blijf je hopen op. Ik had het zelf heel erg met het kerngezin. Toen het misging tussen de vader van mijn kind en mij, dacht ik: ik hoop zó dat het goedkomt. Alles voor het ideaal.” Midas: “Idealen moeten stipjes aan de horizon blijven.” Stine: “Ja, het is wat het is. Je wordt gelukkiger als je kunt accepteren. Maar we leven natuurlijk in een enorme maakbaarheidscultuur. Als het niet het ideale plaatje is, dan kun je het wel kopen, of kun je wel wat aan jezelf doen. Dat maakt je ongelooflijk ongelukkig.” Iets wat deze tijd ook kenmerkt is dat porno steeds makkelijker voorhanden is. Midas: “Helemaal niet waar. Vroeger kon ik overal pornoblaadjes kopen en nu is er nergens meer een te koop. Ook in de meest gore winkels niet.” Maar snappen jullie waarom het beeld van wat opwindend is in porno en in de werkelijkheid zo uiteenloopt? Als je naar porno kijkt, lijkt het bijvoorbeeld alsof vrouwen het heel leuk vinden als er drie mannen tegelijkertijd op haar gezicht klaarkomen. Ik ken zelf geen vrouw die daar enorm op zit te wachten. Goedele: “Haha, die daarvan dromen. Die dat als ideaal zien.” Stine: “En dat dan in een kwetsbare bui te kennen geven.” Midas: “Om er vervolgens met elkaar over te gaan praten, haha.” Goedele: “Het heeft denk ik ermee te maken dat die mannetjes eigenlijk toch ergens plezier hebben in het dominant zijn. Dat klaarkomen in het gezicht is daar een voorbeeld van. Ik hoor het in Engeland ook als ik daar seksuele opvoeding geef. Die jongeren van zestien jaar denken dat elke vrijpartij zo eindigt. Dat komt duidelijk vanuit de porno, dat bedenk je niet op je zestiende. En die vrouwtjes in die film doen alsof ze dat heerlijk vinden.” Midas: “Het zijn sprookjes die verteld worden. Er is niks mis met sprookjes toch?” Goedele: “Het zou niet opwindend werken als er geen link is met de werkelijkheid. En als mensen er niet opgewonden van werden, zou er niet een uitgebreid arsenaal van porno aan zijn.” Midas: “Het zijn de hormonen. Als het een beetje roze is en het gaat op en neer, dan zorgen mijn hormonen ervoor dat er wat gebeurt.” Goedele: “Ik vergelijk het met het succes van Vijftig tinten grijs. Blijkbaar hebben vrouwen ergens nog steeds de stiekeme droom om gedomineerd te worden. Nu de man-vrouwrol door de emancipatie zo ingewikkeld is geworden, vinden veel vrouwen het opwindend om weer even in die eenduidige, onderdrukte rol gedrukt te worden waarin ze worden vastgebonden en machteloos zijn.” Stine: “Ik denk dat het ook door de veelheid aan porno op internet komt dat het steeds verder opschuift en de porno steeds ranziger wordt.” Midas: “Jullie begrijpen er helemaal niks van. Porno is helemaal niet ranziger geworden. In de tijd dat ik klein was en de wereld ontdekte, was porno absoluut niet bereikbaar. Dan moest je echt in Amsterdam of in Terneuzen zijn, daar waren hele vieze winkeltjes, in hele vieze straatjes, en daar hadden ze van die boekjes. Dan moest je dus zo’n winkeltje binnen durven, dat was al heel wat. Ik ging heel vaak naar de kerk, want dan moest ik door een straat heen waar zo’n vies winkeltje zat. En daar zat een heel vies oud wijfje, bij wie je zo’n boekje kon kopen. En als je dat een paar keer had gedaan en al je moed had verzameld, dan durfde je te vragen of ze ook iets bijzonderders had. En dan kwam er iets van onder de toonbank.” Iets met pony’s of zo. Midas: “Bijvoorbeeld bestialiteit inderdaad, of met kinderen. Twee pornodingen die helemaal niet meer bestaan. Tegenwoordig ga je de gevangenis in als er iets met kinderen gebeurt. Vroeger hadden ze zulke stapels met seks met kindertjes, geen enkel probleem. Seks met beesten, een nog grotere stapel.” Goedele: “En waren dat foto’s of tekeningen?” Midas: “Foto’s natuurlijk. De fotografie is al in de negentiende eeuw uitgevonden hoor.” Stine: “Dus de ranzigheid was er altijd al, wil je maar zeggen.” Midas: “Nee, het was veel ranziger.” Goedele: “Hoe oud was je toen je naar binnen durfde te gaan?” Midas: “Toen ik er naar binnen wilde, was ik twaalf; toen ik het durfde, was ik zeker een jaar of zestien.” Stine: “Maar jij schetst wel een heel mooie ontwikkeling van een jongetje dat met een klein blaadje begint, en steeds iets verder gaat. Nu ga je het internet op en is het er allemaal. Er is geen graduele ontwikkeling. Ik maak me best zorgen over wat er nu op internet allemaal voorradig is. Dat heeft een effect op de werkelijkheid, het beïnvloedt je kijk op seksualiteit.” Midas: “Als je sprookjes en werkelijkheid niet uit elkaar kunt houden, heb je überhaupt een probleem, niet alleen met seks.” Goedele: “De hersenen van jongeren zijn sponsen. En bewegend beeld heeft een heel zwaar effect op de hersenen van kinderen. Hun verwachtingspatroon over seksualiteit wordt ongetwijfeld getekend door wat ze zien. Zie nogmaals de gedachte bij jongeren dat ze een goede minnaar zijn als ze klaarkomen in het gezicht van meisjes.” Midas: “Ik heb nooit enige behoefte in die richting gehad.” Goedele: “Nee, maar tegenwoordig is het dus de hele klas die dat zegt. En dan vraag ik: ‘Zijn er misschien nog andere opties?’ Stilte. ‘O ja, ik weet het! Op haar borsten!’” Midas: “Hahaha, o wat zijn ze toch leuk, die kinderen van tegenwoordig.” Goedele: “Het baart mij vooral zorgen dat ze serieus denken dat ze zo de ideale partner zijn.” Midas: “Maar zou je die kinderen de lol van het frunniken willen ontzeggen? Want ik heb het ook pas met al het mogelijke vallen en opstaan geleerd, als ik het ooit geleerd heb. Dat prutsen, dat niet weten hoe het moet, dat is toch ook onderdeel van de lol?” Goedele: “Inderdaad! En dat haalt die porno juist weg, want zij gaan nu die film naspelen.” Laatste vraag. Hoe vinden jullie dat het seksueel gaat op dit moment? Goedele: “Beter dan ooit. Zeker voor de vrouw. Hier althans. Ik reis voor de VN de wereld rond om seksuele opvoeding te geven; wij mogen blij zijn dat we in België of in Nederland wonen. Ook wat betreft onze mannen. Er zijn nergens leukere mannen dan in deze oorden. Er is nog heel wat te verbeteren, maar we mogen echt niet klagen hoor.” Stine: “Ik sluit me aan bij Goedele. Ik zou zelf wel heel graag wat meer leuke, mooie, interessante films en tv-series zien over seks en seksualiteit. Waarin ik me ook kan herkennen. Het is me nu te vaak voyeuristisch, te plat. Maar relatief gezien gaat het heel goed.” En Midas, ben jij blij met hoe het gaat? Midas: “Ik denk dat wij in de vervelendste periode zitten waarin je maar kan verkeren. Namelijk, in de nadagen van de seksuele revolutie. Vóór de jaren zestig was er geen seks; toen kregen we de seksuele revolutie, was er een opkomende golf en moest het steeds meer. En nu zitten we in de saaiste periode die je in de wereldgeschiedenis kunt meemaken, namelijk in de nadagen van een revolutie. De lol van de revolutie is eraf. Het taboe van het oorspronkelijke verbod is eraf. We zijn een beetje in de war allemaal. En daarom zitten wij hier ook, om dat even op te lossen, haha.”/