Spring naar de content
bron: Willy van de Wiele

‘Was ik niet zo eigenwijs geweest, stond nu een multimiljonair voor je neus’

45 jaar geleden scoorde Ivan Heylen (1946) in Nederland een waanzinnige hit met in Oost-Vlaams dialect gezongen De wilde boerndochtere – ‘totte mij totte mij totte mij!’ Hoe is het de energieke muzikant, kroegbaas en journalist sindsdien vergaan? ‘Was ik niet zo eigenwijs geweest, stond nu een multimiljonair voor je neus.’

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Redactie

Verdwaalt de fantasie als je mekkert dat er een zanger is die in het begin van de jaren zeventig twéé hits in het Nederlands schreef die nu nog standhouden? Ivan Heylen deed het met De wilde boerndochtere en De werkmensch. De een staat nog dieper in het het geheugen gegrift dan de ander: van Groningen tot Sint-Jan-ter-Biezen.

Ivan Heylen was en is veel meer dan ‘liedjesmaker’. Vader, bijvoorbeeld: van vijf dochters bij zijn eerste vrouw Frieda én op 71-jarige leeftijd zorgt hij dag en nacht voor Raphaël, het achttien maanden jonge zoontje van zijn drie decennia jongere vriendin.

Heylen werkte voor de Vlaamse Panorama (inhoudelijk mijlenver van de Nederlandse editie), waarmee Karel Anthierens, die ook al Humo flink onder de handen had genomen, het label van kwaliteitsjournalistiek veroverde. Als plusje verzorgde Ivan Heylen opvallende coververhalen voor Vrij Nederland en Playboy. In dat laatste blad had hij ook nog een razend populaire rubriek ‘Seks in Vlaanderen’ waar geen taboe uit de weg werd gegaan… Ook de fantasmen en vooral de naakte feiten uit het verborgene niet. Preutse Vlamingen beten tot bloedens toe op hun lippen. Oké, mei 1968 had ook even De Revolutie in haar nekvel, maar in Leuven werd er meer een taalstrijd uitgevochten dan een seksuele revolutie. Tot dán, dus.

Begin jaren zeventig stond Ivan Heylen zijn ziel uit zijn lijf te wringen in iedere wijk of gehucht van de Nederlandse, Belgische en Duitse hoofdsteden tot in de kleinste dorpjes van de Nederlanden. Géén wandeling door het park dus na de inspanning van het zingen; de bard zette het op een onstuimig zuipen, een ingewortelde gewoonte.

Nooit later dan ’s ochtends zes uur, om voor zijn vijf kinderen het ontbijt te serveren. ‘Mama’ had immers een vreemde ziekte waar Heylen nog steeds niet over in detail wil treden – behalve dat ze leed aan post-natale depressies, die toen nog geen naam hadden, ‘en nog iets’– en zo kwam het ouderschap geheel op zijn schouders terecht.

Het hele artikelleest u op Blendle.
Bent u geïnteresseerd in meer artikelen van 
HP/De Tijd? Lees ze hier in onze gloednieuwe app.