Spring naar de content
bron: pexels

Wie in godsnaam is toch die huisgenoot P.?

Wie is toch die huisgenoot P. uit de columns van Sylvia Witteman? Max Pam gaat op onderzoek uit. “Ik durf te wedden dat het inkomen van huisgenoot P., met bonussen en al, dik boven vijf ton uitkomt. Misschien wel boven de zeven ton.”

Gepubliceerd op: door Max Pam

Al jaren beschouw ik Sylvia Witteman als de beste columnist van ons land en ik kan mij ook helemaal vinden in haar uitverkiezing door HP/De Tijd tot de Desperate Housewife des Vaderlands. Ik sla zelden haar stukjes over, grijp er meteen naar, maar de laatste tijd begin ik mij steeds vaker af te vragen: wie is toch in godsnaam die huisgenoot P., die telkens weer in haar stukjes opduikt? 

Wat is dat voor een man? Wat spookt die de hele dag uit en wat voor soort werk doet hij? 

Om daar achter te komen, probeerde ik een inventarisatie te maken van de columns waarin P. voorkomt. Dat is beslist geen sinecure, want als je op de zoekfunctie van de Volkskrant ‘huisgenoot P.’ intikt, krijg je honderden verwijzingen. En dan heb ik nog niet over columns in de Libelle, of wat dies meer zij, waarin P. ook ineens verschijnt. Toch denk ik, na nauwkeurige studie der gegevens, inmiddels een redelijk betrouwbaar beeld van huisgenoot P. te hebben gekregen.

Abboneer op een lidmaadschap

Flinke korting op een digitaal jaarabonnement

Sluit nu voordelig een abonnement af en maak kennis met de journalistieke kracht van HP/De Tijd. (Op elk moment opzegbaar.)

Kies een abonnement

In eerste instantie denk je aan Shell of Unilever. Maar een Shell-baas rijdt niet in Tesla. Die rijdt in flinke bak met een vijf liter verbrandingsmotor

Ten eerste is P. een beetje een goedzak. Als ergens een loos betaalpasje wordt gevonden, is hij niet te beroerd om dat naar de politie te brengen. Maar P. is ook een beetje een sukkel, want bij de politie krijgt hij te horen dat het pasje niet wordt aangenomen, omdat ze daar niet aan kunnen beginnen. Mogelijk speelt hij ook de sukkel, want hij blijkt niet in staat om enige huishoudelijke verrichting tot een goed einde te brengen. Je kunt hem zelfs niet om pleepapier sturen. Hij neemt, zo staat er, vrijwel zeker het verkeerde mee. Hij kan ook niets maken dat kapot is. Hij moet, zo luidt mijn conclusie, een onvervalste alfa zijn. 

Onhandigheid is zijn core business. Moet hij een keer voor een of ander exotisch doel met een mes de buitenste laag van een tennisbal afpellen, dan herademt de hele familie als hij het er, zonder al te veel bloedspatten, levend vanaf brengt. Erg veel smaak lijkt hij ook niet hebben, want wanneer hij iets mee naar huis neemt, zoals geluidsspeakers, dan zijn die doorgaans veel te groot en ook nog eens wanstaltig van vorm. Ik zou hier van huisgenoot P. een uitvoerig psychologisch portret kunnen schilderen, maar dat zou in het kader van deze column veel te ver voeren. Daarom verwijs ik liever naar mijn binnenkort te verschijnen studie: The Boderline Disorder of Roommate P., in relation to the Jung’s theory of the malfunctioning of the Young Child. 

Wij komen nu bij de vraag wat huisgenoot P. nu eigenlijk doet in het dagelijks leven. 

Ten eerste weten wij dat hij een auto heeft, want in een van de stukjes komt hij binnengelopen met de mededeling dat hij de auto zojuist ‘in de prak’ heeft gereden. Aangezien wij uit andere stukjes ook weten dat hij in een Tesla rijdt, is dat geheel overeenkomstig zijn onhandigheid, want de Tesla is een zelfcorrigerende auto die zo is ingericht dat hij de meeste fouten van de bestuurder opvangt. Wie een Tesla niettemin in de prak rijdt, moet zo’n beetje alle signalen en alarmbellen vanaf het dashboard hebben genegeerd. Dat is bij dit soort auto’s op zichzelf al een hele prestatie. 

Uit de column leren we nog iets. Er zit nog niet eens pleister op de snee in zijn voorhoofd of huisgenoot P. meldt al dat het in de prak rijden van de auto eigenlijk de schuld is van Elon Musk, de excentrieke eigenaar van Tesla. Huisgenoot P. wijst dus in eerste instantie niet naar zichzelf, maar geeft meteen een ander de schuld van zijn eigen falen. Die houding, maar het blijft natuurlijk gissen, zou wel eens karakteristiek kunnen zijn voor zijn hele persoonlijkheid. 

Blijft de vraag: wat voor soort werk doet huisgenoot P. eigenlijk? 

Uit de wetenschap dat P. in een Tesla rijdt, kunnen wij – mijn beste Watson – de volgende veronderstellingen opmaken. Huisgenoot P. bekommert zich om het milieu door elektrisch te rijden. Mooi, hoewel het natuurlijk ook mogelijk is dat P. zich helemaal niet om milieu bekommert, maar dat het bedrijf waarbij hij de auto leased graag een groen imago uitdraagt. Daarnaast is P. misschien op de centen, want een Tesla geeft veel aftrek en andere fiscale voordelen en is daardoor voor mensen met een hoog salaris een relatief goedkope auto.

In coronatijd heeft P. hoofdzakelijk vanuit huis gewerkt. De beschrijvingen in de columns leren dat hij dan ‘boven zit in een zelf gemaakt kantoor’ en dat hij daar tegen een scherm zit ‘te blaffen’. Ook bezit hij een zeer zware stem, die door alle verdiepingen schalt en kan hij, opvliegend als hij is, zich ineens enorm over iets opwinden. Zijn werk levert hem duidelijk stress op. 

Huisgenoot P. woont vrijwel zeker in een bijzonder groot pand. De familie gaat regelmatig op vakantie en lijkt ook verder niets tekort te komen, hoewel er natuurlijk altijd een gebrek is aan liquide middelen. Ik durf te wedden dat het inkomen van huisgenoot P., met bonussen en al, dik boven vijf ton uitkomt. Misschien wel boven de zeven ton. Mijn gok is dat P. in de hogere echelons werkt voor een middelgroot bedrijf met tamelijk veel personeel. Directeur of onderdirecteur, zoiets. Het zou mij ook niet verbazen als het hier een buitenlands bedrijf betreft met vestigingen in Nederland. 

Maar om welk bedrijf zou dat kunnen gaan?

In eerste instantie denk je aan Shell of Unilever. Maar een Shell-baas rijdt niet in Tesla. Die rijdt in flinke bak met een vijf liter verbrandingsmotor. 

Unilever? 

Zou kunnen. Uit de columns van Sylvia weten we dat hij altijd vecht tegen overgewicht en dus neemt huisgenoot P. misschien wel te veel ijs van zijn werk mee naar huis. Ook probeert P. af en toe zijn drankgebruik te minderen, wat hij nooit zou doen als hij voor Heineken werkte. Het blijft uiteraard gissen, maar door reduceren en deduceren denk ik toch dicht bij de oplossing te kunnen komen. 

Zzp’ers en freelancers hebben regelmatig tegen het bedrijf geprocedeerd. Dan moeten de tarieven, na veel hoger beroepen, van de rechter een stuivertje omhoog, maar dat heeft verder niets te betekenen en gaat het afknijpen gewoon door

Uber!

Uber?

Ja, Uber. Volgens mij is huisgenoot P. directeur van het taxibedrijf Uber Nederland. 

Want ga maar na. Hij is altijd druk in de weer met veel personeel, daar kan hij heel boos over worden. Over zzp’ers en freelancers, die altijd maar meer willen. In deze kapitalistisch wereld komt voor bedrijven het grootste gevaar van de factor arbeid, die zo goedkoop mogelijk moet worden gehouden. Het is een kwestie van afknijpen, korten en uitbuiten. De laagste tarieven, nooit vakanties of ziekte doorbetalen en in de algemene voorwaarden elke verantwoordelijk voor je medewerkers afwijzen. Zzp’ers en freelancers hebben regelmatig tegen het bedrijf geprocedeerd. Dan moeten de tarieven, na veel hoger beroepen, van de rechter een stuivertje omhoog, maar dat heeft verder niets te betekenen en gaat het afknijpen gewoon door. 

Diep in zijn hart vindt huisgenoot P. dat ook vervelend, maar ja, hij krijgt zijn orders ook maar vanuit het buitenland en die luiden: houd ze zo klein mogelijk, nooit iets toegeven, procedeer ze dood, met de hele vakbeweging erbij. Ja, dan houdt het voor hem ook ergens op. Hij kijkt hij naar zijn (nieuwe) Tesla. Hij heeft ook al een leuke vrouw en hij besluit dat je in het leven nu eenmaal niet alles kunt hebben.