Spring naar de content

Leuk, zo’n referendum. Maar wat willen de Oekraïners zelf?

Er klinkt heel wat gekissebis. De spanningen tussen de voor- en tegenstanders van het associatieverdrag van de Europese Unie met Oekraïne lopen hoog op. 6 april mogen de Nederlandse kiezers zich uitspreken in een ‘raadgevend referendum’ over het verdrag waarin afspraken zijn vastgelegd met Oekraïne over politieke en economische samenwerking, maar vooral over handel. Inmiddels is ook in het land zelf doorgedrongen dat in Nederland een referendum wordt gehouden, maar wat Oekraïense bevolking zelf wil, wordt veelal buiten beschouwing gelaten.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Sophie van Os

Voor- en tegenstanders
SP-Europarlementariër en fractievoorzitter Dennis de Jong liet zich zondag bij Buitenhof kritisch uit over het verdrag. De Jong verwacht een hoop sociale ellende als gevolg van dit verdrag, want het verdrag is volgens hem niet goed voor de burgers van Oekraïne of Europa, maar slechts goed voor de multinationals. “De industrie moet zich aanpassen naar de standaarden van Europa en dat kan niet.”

Kathleen van Brempt van de Vlaamse sociaal-democratische SP.A, die volmondig ‘ja’ zou stemmen, geeft echter aan dat het overgrote deel van de Oekraïners, 60 procent procent, heel graag verbanden zou willen leggen met Europa. Een belangrijk argument volgens Van Brempt is dat met dit verdrag de democratie wordt versterkt.

De laatste opiniepeiling van Maurice de hond geeft weer dat zestig procent van de Nederlanders, als ze al stemmen, tegen zullen stemmen.

Wat willen de Oekraïners zelf?
Volgens hervormers is het een enorme ramp het associatieverdrag niet doorgaat. Oekraïne wordt dan weer in de armen van Rusland gedreven.

De Oekraïense ambassade in Den Haag kijkt met argwaan naar het referendum. In EenVandaag gaf Olexander Horin, de ambassadeur van Oekraïne in Nederland, aan dat Oekraïne wordt gegijzeld door eurosceptici hier. “Het gaat niet om relatie tussen Oekraïne en Europese Unie, maar meer over houding van de Nederlanders jegens de EU. De argumenten om tegen te stemmen kloppen niet.”

Driehoeksverhouding EU, Rusland en Oekraïne
Oekraïne heeft het breken met Sovjetverleden al een aantal jaar hoog op de agenda staan. In november 2013 stroomde het Maidanplein in Kiev vol toen president Janoekovitsj weigerde het associatieverdrag met Europa te tekenen na druk uit het Kremlin. Honderdduizenden Oekraïners eisten het aftreden van de president en zijn corrupte kliek. Sindsdien willen ze zich aansluiten bij Europa. De nieuwe Oekraïense leider Porosjenko tekende op 27 juni 2014 een associatie-overeenkomst met de Europese Unie met een conflict in Oost-Oekraïne als gevolg.

Inmiddels zijn de economische verhoudingen met Rusland grondig verstoord. Toen het vrijhandelsverdrag met Europa van kracht werd, blokkeerde Rusland de handel en doorvoer van Oekraïense producten. Hierdoor verloor het land zo’n 500 tot 600 miljoen euro aan inkomsten. Maar er niet alleen sprake van een handelsoorlog. “Ook een informatieoorlog is gaande,” zegt Natalja Hoemenhoek, hoofdredacteur van het onafhankelijk station Hromadske.tv. “Iedereen liegt, er zijn geen feiten.” Rusland zegt bijvoorbeeld niet betrokken te zijn bij de Oekraïense gevechten, maar bewijzen voor het tegendeel in de video zijn overweldigend.

Nee is nee
Hoemenhoek vraag zich nadrukkelijk af waarom mag iemand in Berlijn, Moskou, Washington of elders in de wereld beslissen mag in welke invloedssfeer haar land ligt? “Dat is een belediging. Waarom mag iemand dat beslissen, terwijl wij niet bij Rusland wíllen horen waar alles waar wij in geloven verboden wordt.”

De Oekraïners die in bovenstaande video aan het woord zijn geven duidelijk aan bij Europa te willen horen. Darja Als Nederlanders ‘nee’, zeggen, zeggen ze volgens Darja Kalenkoek, directeur van het Anti-corruptie actiecentrum (Antac) geen ‘nee’ tegen de regering, maar tegen de Oekraïners en tegen gewone mensen die op het Maidanplein in Kiev bereid waren te sterven voor Europese waarden. “Een ‘nee’ betekent dat we alleen staan tegenover het post-Sovjetsysteem waarop de Russische invloed groot is. Wij hebben onze keuze gemaakt: nee tegen Rusland en nee tegen het post-Sovjetwereld nee tegen corruptie en ‘ja’  vrije keuze, waardigheid en transparantie.”