Spring naar de content

Portfolio

Werkstukken voor school kosten veel inspanning en leveren vaak weinig op. Nee, dan het portfolio.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Beatrijs Ritsema

Een van de meest overgewaardeerde attributen van het studiehuis is het werkstuk. In het studiehuis ligt, zoals bekend, de nadruk op zelfstandig leren. Leerlingen in de bovenbouw van het vwo en havo worden niet geacht zich passief vol te laten lopen met kennis, maar zelf keuzen te maken en gemotiveerd op onderzoek uit te gaan. Vandaar de proliferatie van werkstukken en van mondelinge presentaties.

Op zichzelf is het werkstuk een nuttig en leerzaam onderwijsinstrument, mits met mate toegepast. Leerlingen zijn veel actiever dan wanneer ze alleen maar een boek lezen of naar de leraar luisteren. Ze moeten zelf nadenken over wat ze eigenlijk willen weten, informatie verzamelen en beoordelen wat relevant is en wat niet. Op die manier leren ze structureren en kritisch nadenken en, als het meezit, zelfs hoe ze helder moeten formuleren. Waardevolle vaardigheden (competenties, zoals dat tegenwoordig heet) in de kenniseconomie.

Abboneer op een lidmaadschap

Flinke korting op een digitaal jaarabonnement

Sluit nu voordelig een abonnement af en maak kennis met de journalistieke kracht van HP/De Tijd. (Op elk moment opzegbaar.)

Word abonnee

De verheven onderwijskundige doelstelling van het werkstuk vormt tegelijk de makke ervan. Een goed werkstuk maken kost veel inspanning en veel tijd, terwijl het resultaat maar zelden al die moeite waard is. Dat is volkomen begrijpelijk, want de nijvere werkstukschrijvers zijn nog lang niet door de nodige academische wateren gewassen – het zijn gewoon middelbare scholieren, tieners, die een opdrachtje moeten inleveren voor een schoolvak. Omdat er zo veel van die opdrachtjes zijn voor zo veel vakken, valt het trouwens wel mee met de moeite die leerlingen hier doorgaans aan besteden. Informatie is snel genoeg bij elkaar gegoogeld en met kundig knip- en plakwerk kan in een mum van tijd een serieus uitziend werkstuk worden geassembleerd met prachtige plaatjes. Het kost waarschijnlijk meer tijd voor een leraar om twintig werkstukken zorgvuldig te beoordelen en te controleren op internetplagiaat dan voor een geroutineerde leerling om het werkstuk te maken. Met als gevolg dat de leraar zich beperkt tot het afvinken van de opdracht en het steekproefgewijs checken op fraude. Leerlingen steken intussen bitter weinig op van de voortdurende werkstukexercities.

Dat kan ook anders. Een beetje creatieve leraar kan met enige semantische herformulering de eisen die het studiehuis stelt naar eigen inzicht invullen. Als hij het nutteloos vindt om een werkstukopdracht te geven, omdat hij het geen geschikte manier van kennisverwerving vindt of omdat de leerlingen klagen dat ze al zo veel andere werkstukken moeten maken, dan kan hij in plaats daarvan portfolio’s laten samenstellen door de leerlingen. Het portfolio (een mapje met geaccumuleerde proeven van bekwaamheid) geldt als een gewilde en op en top moderne onderwijsinnovatie. Om de leerlingen aan de gang te houden, reikt de leraar het onderwerp aan (een leerboek) en geeft overzichtelijk huiswerk op met een stuk of vier proefwerken per jaar. In die klassikaal gehouden proefwerken stelt hij pittige open vragen over de stof, en als toegift mogen leerlingen ook nog ergens hun mening over geven. Als het onvoldoende is, moet het over. De bundeling van proefwerken is het portfolio. Plastic mapje eromheen en klaar. Zo bespaart hij tijd voor iedereen, terwijl de leerlingen ook nog wat leren.

Onderwerpen