Spring naar de content

De Dag van Alles

Met de Dag van de Duurzaamheid wil de Stichting Urgenda burgers aanzetten tot duurzaam gedrag. Maar ‘duurzaamheid’ is een vaag begrip vol tegenstrijdigheden, waardoor de blijde boodschap lastig te verkopen valt. | door Carine Damen

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Redactie

Duurzaamheid kan alles zijn. Het is spaarlampen gebruiken en minder lang douchen om het milieu in evenwicht te brengen. Het is biologisch vlees kopen, maar ook je bejaarde buurman helpen oversteken, projecten in ontwikkelingslanden steunen, minder jachtig leven en consuminderen.

Het programma op de Dag van de Duurzaamheid, 9 september, weerspiegelt de breedheid van het begrip duurzaamheid. Op tientallen locaties in Nederland zijn er honderden activiteiten die erg van elkaar verschillen, maar die toch allemaal duurzaam kunnen worden genoemd.

Zo dingen gemeentebesturen op grond van hun beleid die dag mee naar de prijs voor de duurzaamste gemeente. Amsterdammers kunnen op de Dappermarkt hun oude huishoudelijke apparaten inleveren in ruil voor een tas en een drankje. Gehandicapten komen aan hun trekken bij de lancering van Valid People, een vacaturebank voor hoogopgeleiden ‘met een lastig lichaam’, en basisschoolkinderen luisteren op 9 september naar een Bekende Nederlander die een verhaal over duurzaamheid voorleest, geschreven door kinderboekenauteur Sjoerd Kuyper. Inwoners van Meppel en omstreken kunnen meedoen aan de spaarlampenwisselrace, en wie nuttige zakencontacten wil opdoen neemt deel aan de duurzame netwerkwandeling in Dieren. Om maar een paar activiteiten te noemen. En dan mag iedere Nederlander ook nog eens zijn eigen duurzame project bedenken en uitvoeren op deze dag.

Deze veelzijdigheid is de kracht van de Dag van de Duurzaamheid, vindt de organisatie zelf. De dag is immers bedoeld als een open uitnodiging aan ‘alles en iedereen om zich met duurzaamheid bezig te houden’. Want duurzaamheid moet een maatschappelijke beweging worden, een automatisme, een manier van leven.


Toch kun je deze kracht ook een zwakte noemen. Want waar maakt de Dag van de Duurzaamheid precies reclame voor? Wat is duurzaamheid eigenlijk? Zonder concrete uitleg is het begrip te vaag om aan de man te kunnen brengen. Juist omdat ‘duurzaamheid’ zo veel kan betekenen, is het woord betekenisloos geworden.

Dit komt mede doordat duurzaamheid van oorsprong al een dubbele boodschap in zich draagt. Duurzame ontwikkeling is het kernbegrip in Our Common Future, het rapport dat de commissie-Brundtland in 1987 uitbracht in opdracht van de Verenigde Naties. Duurzame ontwikkeling is volgens het rapport ‘ontwikkeling die voorziet in de behoeften van de huidige generatie zonder het vermogen van toekomstige generaties om in hun behoeften te voorzien aan te tasten’. Hiermee is de verbinding gelegd tussen economische groei, het milieuvraagstuk en de armoede- en ontwikkelingsproblematiek. Doelen die strijdig zijn met elkaar.

Vandaar dat de definities van duurzaamheid uitblinken in vaagheid. Het is: milieu en economie met elkaar in evenwicht brengen. Maar ook: goed zorgen voor jezelf en je omgeving. En: zorgen dat de aarde niet uitgeput raakt. Nog een mooie: alles waarvan je denkt dat het een goed idee is.

Het is dus zowel duurzaam om meer geld uit te geven aan biologische producten als te bezuinigen op uitgaven en dus vlees van de kiloknaller te kopen. Het is ook duurzaam om in Bangladesh een kappersschool op te zetten zodat de inwoners zichzelf kunnen bedruipen, terwijl je daarmee de milieuvervuiling in dat land weer een graadje erger maakt.

Het is maar net welk perspectief je kiest.

Een westerling vindt dat in een duurzame wereld geen plaats is voor de zeehondenjacht, maar voor de eskimo is het een stuk duurzamer om zeehondenproducten te gebruiken dan om al zijn levensbenodigdheden in de supermarkt te kopen.


De burger snapt het niet meer. Vandaar dat mensen zich moeilijk laten aansporen om zich druk te maken over duurzaamheid, zoals uit cijfers blijkt. Nederlanders zijn het afgelopen jaar weliswaar soberder gaan leven, waarschijnlijk onder invloed van de kredietcrisis, maar ze voelen zich steeds minder betrokken bij maatschappelijke zaken als milieu, politiek en samenleving, signaleert researchbureau Motivaction in zijn mentaliteitsonderzoek 2009.

In 2006 gaf nog 85 procent van de ondervraagden aan zich zorgen te maken over de schade die de mens aan het milieu toebrengt, in 2008 was dit gezakt naar 74 procent. Verder zei in 2006 (het jaar dat Al Gores milieufilm An Inconvenient Truth uitkwam) nog tachtig procent milieubewust te willen leven, terwijl in 2008 nog maar 74 procent dat probeerde.

Gelukkig is dat nog steeds een grote meerderheid, maar de daling is een feit. Vooral jongeren haken af, stelt Motivaction. Waarschijnlijk is er milieumoeheid opgetreden, meent het onderzoeksrapport, omdat er al zo lang zo veel over het klimaat te doen is geweest. Bovendien zien mensen in hun eigen omgeving weinig resultaat van de al genomen milieumaatregelen.

Deze bevindingen sluiten aan bij een in 2004 gepubliceerd rapport van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Hieruit blijkt dat veel mensen duurzaamheid wel belangrijk vinden – bijna iedereen realiseert zich inmiddels wel dat het twee voor twaalf is op onze vervuilde, overbevolkte planeet – maar dat ze zelden beseffen dat ze zelf hun steentje moeten bijdragen. “De Nederlandse consument loopt niet warm voor duurzame producten of diensten, jongeren het minst,” aldus het rapport.

Dit komt mede doordat duurzaamheid over ellende en onzekerheid in de toekomst gaat. Over grote rampen die ons misschien zullen overkomen, maar misschien ook niet, als we er nu heel hard aan trekken. Veel mensen vinden dat een taak voor de overheid. Want, zo wordt er vaak gedacht, als ik voortaan een minuut korter onder de douche blijf staan, zet dat nauwelijks zoden aan de dijk.


Wat ook niet helpt, zijn de al genoemde tegenstrijdigheden. Neem de stroomvoorziening. Iedereen weet onderhand wel dat er meer schone energie moet worden opgewekt, bijvoorbeeld met windmolens. Maar die molens kosten jaarlijks tienduizenden vogels het leven en tasten het open karakter van het landschap aan.

Hoewel de meeste burgers dus wel van het belang van duurzame ontwikkeling doordrongen zijn, blijkt slechts een minderheid er ook echt offers voor te willen brengen, zoals meer geld betalen voor groene stroom of biologisch geproduceerd voedsel, of gemak inleveren. Zelfs de meest gemotiveerde, duurzaam levende burgers nemen niet minder vaak het vliegtuig dan anderen, schrijft het RIVM. Dit komt natuurlijk ook doordat er voor een vliegvakantie geen duurzaam alternatief bestaat.

De organisatie van de Dag van de Duurzaamheid probeert ons er wel van te overtuigen dat kamperen op Terschelling net zo leuk is als een strandvakantie op Isla Margarita, maar daar trappen weinig mensen in. Het is toch zoiets als de moeder die haar kind spruitjes voorzet met de boodschap: eet maar op want daar word je later groot en sterk van. Fijn, denkt het kind, maar nú lust ik die spruitjes niet.

Nú duurzaam doen, maar er in de toekomst pas iets van merken. Jezelf plezier of luxe onthouden, of geld betalen, zodat latere generaties een beter leven hebben. Daar is de mens, een van nature egoïstisch wezen, nooit goed in geweest.

www.dagvandeduurzaamheid.nu