De verzoener

Job Cohen (Haarlem, 18 oktober 1947) is rechtsgeleerde en was in zijn Groningse studententijd lid van Vindicat atque Polit, het plaatselijke studentencorps. Na diverse functies in de universiteitswereld – hoogleraar, rector magnificus – werd hij in 1993 eerst staatssecretaris van Onderwijs in het kabinet-Lubbers III en vijf jaar later staatssecretaris voor onder meer Vreemdelingenzaken in Kok II. In 2001 kwam het burgemeesterschap van Amsterdam op zijn pad, dat het meest getest werd na de moord op Theo van Gogh (2004), naar aanleiding waarvan hij pas na stevige onderhandelingen met de familie Van Gogh bij de begrafenis mocht aanschuiven – op de achterste rij. Vanwege zijn verzoenende (en volgens sommigen veel te softe) optreden trok Cohen internationaal de aandacht en werd hij in 2006 verkozen tot op-één-na-beste burgemeester van de wereld. Daarnaast benoemde het Amerikaanse weekblad Time hem tot ‘Held van Europa’.