Spring naar de content

Prinses Pils

‘Die moet je bespringen!” Zo klonk het advies dat een moeder gaf aan haar dochter toen zij in nabijheid verkeerde van prins Laurent, de derde in lijn om koning te worden van België. Het meisje was veertien maar, zoals de bron vermeldt, ‘al goed voorzien.’ Volgens diezelfde bron – privéleraar van de prins – werd ze zwanger.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Redactie

De abortus die Laurent Benoît Baudouin Maries blazoen moest vrijwaren van vetvlekken, stortte zijn oom, koning Boudewijn, in een depressie. Er zouden meer zwangerschapsonderbrekingen volgen. De kardinaal zou er telkens mee akkoord zijn gegaan.

De nagelaten geschriften van de pedagogische lakei staan bol van frustratie. Dat doet de betrouwbaarheid geen goed. De her en der gepubliceerde fragmenten doen denken aan de dagboeknotities van een afgewezen minnaar. Wie zich wat heeft kunnen warmen aan de nabijheid van een schijnwerper, heeft het des te kouder als hij weer buiten staat. Die verkleumde vingers tikten een portret van Laurent als seksuele en verkeerskundige brokkenpiloot.

Achterklap is een symptoom van blauw bloed. Maar de lachende derde der Belgen heeft geen verdachtmakerij nodig. De man die een beter staatsloon heeft dan Obama slaat publiekelijk al zo’n pleefiguur dat het Republikeins Genootschap hem kan inhuren als pr-man. Hij werd gelieerd aan pin-uppoes Wendy van Wanten, schoor zijn hoofd kaal, schreef een boek met de titel De hond als gids in de kunst en in de stad, zorgt met een bezoek aan Congo voor een diplomatieke rel, renoveert zijn villa met geld van de marine, gaat een taart afhalen zonder die te betalen, maakt stampij omdat hij economy moet vliegen, en als hij zijn kind voorstelt aan de pers, doet hij dat met de woorden: “Wij hebben nog geen peter, maar ik heb wel een meter.” Waarop hij een lintmeter uit zijn jas haalt. De peterkeuze viel overigens op de voormalige sjah van Iran. Een prachtig staaltje multiculturalisme en tegelijk het bewijs dat hij zijn eigen cultuur niet eens kent: alleen rooms-katholieken mogen peetoom zijn.


Is het dan verwonderlijk dat geen Belgische man ooit prins wil worden? Prins Filip, de troonopvolger, is op geen enkel vlak de meerdere van zijn broer, bloedeloosheid daargelaten. Belgische meisjes die snakken naar een prins, staan meer onder invloed van Disney dan van de dynastie.

Sowieso, mannen met een beperkt vocabulaire mogen hun liefje dan weleens ‘prinses’ noemen; er een versieren, ho maar. Jongens spelen soldaatje, geen koninkje. Vrouwen die snakken naar een hofhouding, verlangen naar een leven in luxueuze overtolligheid. Een man houdt ook van een marmeren badkamer, maar van nutteloosheid weten we alles al. Waarom zouden we anders zo bedreven zijn in voetbal, gokken en figuurzagen? We hoeven Prinses Pils niet te bespringen, we slaan de hand wel aan onszelf.