Spring naar de content
bron: anp

Helen Joyce: ‘Transactivisten willen dat de hele mensheid anders is’

De Britse journaliste Helen Joyce trekt in haar boek Trans ten strijde tegen de onwaarheden die worden verkondigd door transactivisten. ‘Waarom kun je niet gewoon trans zijn en je eigen leven leiden zonder de realiteit, de wet, de taal en het sociale leven van alle anderen te willen veranderen?’

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Gerrie Strik

Van de diverse bewegingen die betrokken zijn bij de zogeheten ‘cultuuroorlogen’, over huidskleur, het klimaat, de man-vrouw-verhouding – is de transbeweging het meest uitgesproken. Zij eist dat iedereen die dat wil wettelijk erkend moet worden als vrouw (of man). Dat elke geboren man een ‘V’ in zijn paspoort kan krijgen, toegang krijgt tot Blijf-van-mijn-lijf-huizen en vrouwengevangenissen, mee kan doen met sportcompetities voor vrouwen en zonder diagnose aanspraak kan maken op een onomkeerbare medische transitiebehandeling, inclusief hormonen en chirurgie. Wereldwijd zijn tienduizenden jongeren, meest meisjes, bezig met zo’n medische transitie of staan op de wachtlijst. Onder andere door de aarzeling van de media om hierover te berichten heeft het even geduurd voor de ernst van deze catastrofe tot het grote publiek doordrong, maar inmiddels lijkt er een doorbraak op handen en komt er steeds meer verzet tegen dit ontspoorde gedachtengoed. Dat is mede dankzij de Britse journaliste Helen Joyce en haar boek Trans, waarin zij de achtergronden van deze ideologie minutieus ontrafelt. Aanvankelijk had zij moeite een uitgever te vinden, inmiddels is haar boek een wereldwijde bestseller en Helen Joyce een fulltime activist.

Trans bespreekt een idee dat schijnbaar van de ene op de andere dag de vrije wereld heeft veroverd: het idee dat niet alleen ‘transgenders’ maar iedereen wordt geboren met een ‘genderidentiteit’ – een aangeboren gevoel een man of vrouw te zijn dat niet altijd overeenkomt met het geslacht. Als de twee in conflict zijn, is de persoon ‘transgender’ en is het hun ‘genderidentiteit’ – dus niet hun geslacht – die aangeeft wie ze werkelijk zijn. De biologische categorieën ‘man’ en ‘vrouw’ zoals wij die kennen en die op allerlei manieren maatschappelijk is vastgelegd, zijn irrelevant geworden. Vrouwenrechten, bijvoorbeeld, zijn niet voorbehouden aan biologische vrouwen, maar aan iedereen die zich ‘vrouw’ noemt. 

Abboneer op een lidmaadschap

Flinke korting op een digitaal jaarabonnement

Sluit nu voordelig een abonnement af en maak kennis met de journalistieke kracht van HP/De Tijd. (Op elk moment opzegbaar.)

Word abonnee

Trans werd lovend besproken in The New York Times. The Times en The Observer riepen het uit tot ‘boek van het jaar.’ Transgenderactivisten daarentegen noemen Joyce een vat vol absolute haat, venijn en geweld. Haar persoonlijke gegevens belandden op een beruchte online-blacklist en Joyce werd uitgeroepen tot ‘TERF’ (trans exclusionary radical feminist) en ‘transfoob’. TERFS zijn staatsvijand nummer 1 van de genderbeweging, tegen hen is alles geoorloofd, inclusief geweld. (Kijk maar eens op www.terfisaslur.com

Transactivisten denken dat het gelijk staat aan racisme als je zegt dat man en vrouw echte categorieën zijn en dat die categorieën betekenis hebben.

Waarom roept haar boek zoveel haat en, inmiddels, zoveel instemming op? Ik zocht Helen Joyce op in haar woonplaats in Engeland om het haar persoonlijk te vragen. Op een vrieskoude winterochtend bel ik aan bij haar huis in een kleine universiteitsstad. Snelle voetstappen in de hal, een deur zwaait open, een kleine vrouw gaat me voor naar de woonkamer die gedomineerd wordt door een enorme harp, van haar zoon. Hij speelt op verzoek van zijn trotse moeder een prelude. De kamer baadt in het licht, in contrast met het onderwerp van de ochtend. Ik besluit met de deur in huis te vallen:

Waarom kunnen we ‘genderidentiteit’ eigenlijk niet gewoon accepteren, wat gaat het ons eigenlijk aan? 

“Er is een groot verschil  tussen wat activisten bedoelen en wat mensen buiten de activistische bubbel denken dat ze bedoelen. En deze kloof is essentieel om te begrijpen wat er de afgelopen tien jaar gebeurd is. Wat transactivisten eisen, is niet alleen dat we rekening houden met een lijdende minderheid, want dat doen we de hele tijd. Iemand met een handicap krijgt ondersteuning op het werk en heeft extra rechten om te parkeren bijvoorbeeld. Je geeft deze mensen wat extra hulp zodat ze een volwaardig leven kunnen leiden. 

“Dat is wat de meeste mensen denken dat ook transactivisten vragen. Maar wat transactivisten zeggen is dat de hele mensheid anders is dan hoe mensen denken dat zij is. Ze beweren iets over ons allemaal. En wat ze zeggen is dat de verdeling van mensen in mannelijk en vrouwelijk ‘transfoob’ is, dat wil zeggen dat de biologische termen die we gebruiken voor elk zoogdier op zichzelf bevooroordeeld zijn. Dat het bekrompen is om te denken dat jij en ik hier allebei vrouw zijn. Transactivisten denken dat het gelijk staat aan racisme als je zegt dat man en vrouw echte categorieën zijn en dat die categorieën betekenis hebben. De interessante vraag is: vanwaar die behoefte aan erkenning door anderen? Waarom kun je niet gewoon trans zijn en je eigen leven leiden zonder de realiteit, de wet, de taal en het sociale leven van alle anderen te willen veranderen?”

Transactivisten houden vol dat seksuele geaardheid niets van doen heeft met genderidentiteit. Waarom is dat zo belangrijk voor ze?

“Nog niet zo lang geleden werd gendertwijfel bij kinderen vaak geïnterpreteerd als mogelijke homoseksualiteit. Zelfs voordat het kind weet wat zijn seksualiteit is, is deze al latent aanwezig. Als die geaardheid geaccepteerd werd, loste ook de gendertwijfel zich op. Nu wordt dat onbehagen, het idee van het kind dat het ‘anders’ is, niet meer als een seksuele geaardheid geïnterpreteerd, maar als ‘dysforie’, een incongruentie van je ‘genderidentiteit’. Als: ’Ik had een meisje moeten zijn’ of: ‘Ik ben in werkelijkheid een jongen’.  Waarmee de weg naar een natuurlijke, spontane oplossing wordt afgesneden.

“Als je kinderen hun gang laat gaan, groeit 90 procent over deze gevoelens heen. De meerderheid is homo, lesbisch of biseksueel. Het probleem is niet hun gevoel dat ze anders zijn: ze zíjn anders. Het probleem is dat ze opgroeien in een wereld die hun ‘gendernonconforme’ gedrag niet accepteert. ‘Sissy’s’ of ‘tomboys’ werden ze genoemd.”

Dat soort stigmatisering is natuurlijk niet goed.

“Nee, maar nu wordt hun verteld dat ze een meisje zijn, en dat ze ‘in het verkeerde lichaam’ zijn geboren. En dat dat verholpen kan worden. De LGB Alliance noemt deze moderne conversietherapie voor homoseksuele kinderen ronduit: ‘transing the gay away’ – ‘het ‘wegtransen’ van homoseksualiteit’.”

Je leest vaak een groot deel  van de transpersonen zelfmoord overweegt. Dat is toch niet er overheen groeien?

“Suïcides onder transjongeren zijn zeldzame en heel heftige tragedies en niet een ‘veelvoorkomend verschijnsel’. Een jongere die herhaaldelijk hoort dat zij een risico loopt op zelfdoding als sociale transitie, puberteitsblokkers of geslachtsveranderende hormonen worden geweigerd, kan deze bewering gaan geloven. Daarom waren er altijd richtlijnen voor artsen en journalisten over hoe je verslag doet van zelfmoord: je schrijft het niet toe aan een specifieke oorzaak, je stelt de persoon die zelfmoord pleegde niet voor als bijzonder, je geeft geen details. Dat dit nu wel gebeurt is enorm suggestief en schadelijk.”

Dus dat transjongeren meer aan zelfbeschadiging doen dan andere jongeren is een mythe? 

“Veel ‘transjongeren’ hebben ook andere aandoeningen. Deze ‘co-morbiditeit’ zoals artsen dat noemen verklaart waarom we helaas een kleine verhoging in de suïcidecurve zien bij deze jongeren: anorexia, depressie en autisme verhogen het risico. Of het zelfmoordpercentage onder transjongeren te wijten is aan genderdysforie of aan andere aandoeningen, verdient dan ook dringend onderzoek en dat blijft nu uit. Maar het belangrijkste is dat er geen enkel bewijs is dat een transitie helpt. Daarna hebben deze jongeren nog steeds deze conditie. Ze zijn nog steeds depressief of autistisch of hebben andere issues.”

Het belangrijkste is dat er geen enkel bewijs is dat een transitie helpt. Daarna hebben deze jongeren nog steeds deze conditie. Ze zijn nog steeds depressief of autistisch of hebben andere issues.

Veel transpersonen zijn ook heel blij met hun transitie.

“De jongetjes die net als kleine meisjes behandeld willen worden en naar ballet willen en met poppen willen spelen en jurken willen dragen, zijn heel blij als je ze dat toestaat. En een meisje dat testosteron neemt ook. Testosteron verhoogt en verbetert je stemming, en het zorgt ervoor dat je je sterker en energieker voelt en ook geiler, zodat je een hoger libido hebt. Dus al die dingen voelen fijn. Dus ze zeggen: ‘Oh, ik ben euforisch!’ Maar de rekening komt later. En dan heb je de heteroseksuele mannen die een erotische fixatie kunnen uitleven. Natuurlijk genieten ze ervan. Ze leven hun erotische fantasie uit.”

Een transidentiteit is een erotische fantasie voor heteroseksuele mannen? Hoe werkt dat?  

“Sommige genderdysfore mannen voldoen aan het bekende patroon van male-to-female transseksualiteit: ze zijn extreem vrouwelijke jongens geweest en ze groeiden op tot extreem vrouwelijke volwassenen. Ze voelen zich seksueel uitsluitend aangetrokken tot mannen. Andere genderdysfore mannen passen niet in het bekende patroon. Deze mannen zijn onopvallende mannelijke jongens geweest en groeien op tot onopvallende mannelijke volwassenen. De gedachte een vrouw te zijn komt pas in de puberteit bij hen op, en anders dan bij de eerste groep gaat die wens gepaard met erotische fantasieën. Ze zijn ‘autogynefiel’, ofwel: seksueel gericht op het beeld van zichzelf als vrouw. Twee Europese onderzoeken wezen uit dat ongeveer drie procent van de volwassen heteroseksuele mannen seksuele opwinding ervaart bij het zich verkleden als vrouw.”

Maar je laat je toch niet castreren uit een fetisj? 

“Het antwoord op deze vraag luidt: een parafilie kan extreem krachtig zijn en zich ontwikkelen tot obsessie. Een boek dat in dit verband ongelooflijk interessant is, is Men trapped in men’s bodies: Narratives of autogynephilic transsexualism van de autogynefiele schrijver Anne Lawrence. Lawrence verzamelde verhalen van andere zelfverklaarde autogynefielen en bracht die samen in een boek. Het vreemde aan autogynefilie is dat letterlijk alles wat gecodeerd is als vrouwelijk sexy aanvoelt: anticonceptiepillen slikken, het duwen van een kinderwagen, lid worden van een breikring, ‘mevrouw’ genoemd worden, oorbellen dragen, een uitstrijkje laten maken, enzovoort.

“En natuurlijk kunnen mannen tegenwoordig in het openbaar dragen wat ze willen. Mannen dragen drag, hoewel drag eigenlijk vooral over homoseksuele mannen gaat. Er is dus niet veel meer dat echt als vrouwelijk gecodeerd is, behalve de dingen die alleen voor vrouwen zijn. En daarom dringen ze binnen in ruimtes waar alleen vrouwen zijn, omdat dat het enige is dat overblijft voor hun validatie. In de jaren 30, 40 en 50 kon een man vrouwenkleding aantrekken en werd hij van school gestuurd. En dat was al validerend op zichzelf. Natuurlijk was het ook heel moeilijk en vernederend, maar ook validerend. Terwijl je nu naar vrouwensport of vrouwenkleedkamers moet gaan of, of lid worden van een boekengroep voor vrouwen of een prijs voor vrouwen krijgen. Pipa Bunce kreeg een prijs van The Financial Times als één van de top 100 zakenvrouwen in Groot-Brittannië was, terwijl hij een geboren man is, en ook de helft van de tijd leeft als man. Dat hij ‘zakenvrouw’ genoemd wordt is waar het hem om gaat, dat is erg bekrachtigend.

“De meeste mensen denken daarnaast dat een transvrouw een man is bij wie de geslachtsdelen zijn verwijderd. En ja, dan leven we enorm mee met die man, want hoe ellendig moet je je voelen als je je laat castreren? Maar ongeveer drie procent van de mannen draagt vrouwenkleren om in te masturberen of voor andere erotische doeleinden. Het probleem is dat deze parafiele groep nu ook een transstatus claimt, want dan zijn ze niet langer ‘pervers’ maar een verdrukte minderheid die bescherming behoeft. 

“Trans is dus gewoon een te brede term. ‘Transpersonen’ is een overkoepelende term. Ik zie geen enkele overeenkomst tussen een ellendig tienermeisje dat verkracht is en besluit dat ze veiliger is als jongen en een man van middelbare leeftijd die het heel sexy vindt om vrouwenkleren te dragen. Dit zijn gewoon totaal verschillende groepen. En om ze allebei ‘trans’ te noemen is erg kwalijk. Dus onder de parapluterm ‘trans’ zijn er twee heel verschillende seksuele routes. Alle vermoedelijk lesbische tienermeisjes en homoseksuele jongens en de heteroseksuele autogynefiele mannen. En deze laatste categorie, bepaalt dat autogynefilie wordt gezien als een kwestie van identiteit, niet van seksualiteit.”

Er is veel verwarring en onwetendheid over trans. Veel mensen kennen al deze achtergronden en categorieën niet. Ze denken ook dat het om een eenmalige medische ingreep gaat, en dat is het dan. 

“Ja, de verwarring is groot. Mensen denken niet alleen dat iedereen die zich trans noemt ook geopereerd is. In een onderzoek uit 2018 werd mensen werd gevraagd of een persoon die zich identificeert als vrouw, maar die als man is geboren en mannelijke genitaliën heeft (zoals bijna alle transvrouwen) een man of een vrouw is, of geen van beiden.  Slechts 19% vond dat zo iemand een vrouw was; 52 procent antwoordde: ‘een man’. Vervolgvragen over of deze persoon zou mogen deelnemen aan vrouwensporten, of gebruik zou mogen maken van vrouwelijke kleedkamers, of in het geval van een celstraf, die zou moeten uitzitten in een vrouwengevangenis, leverden vergelijkbare resultaten op. Kortom: er heerst grote verwarring over deze termen. En dat is heel bewust. Logisch zou zijn dat je een man die zich als vrouw identificeert een transman zou noemen, en een vrouw die zich als man identificeert, een transvrouw, maar het is dus andersom. Door het om te draaien hebben ze het opzettelijk de verkeerde betekenis gegeven. Maar 20 procent van de mensen denkt nu dus wel dat transvrouwen vrouwen zijn! En dan zeg je tegen die 20 procent: zouden transvrouwen het recht moeten hebben om vrouwenruimtes te gebruiken? En dan hebben ze zoiets van, nou ja, het zijn vrouwen, toch? Dus natuurlijk. Wat maakt het uit dat ze zich als man identificeren? Dus al die onderzoeken over de vraag of transvrouwen het recht moeten hebben om in vrouwensport of in vrouwenruimtes te zijn, zijn vertekend, omdat de mensen antwoorden op grond van een opzettelijk gecreëerde spraakverwarring. 

“En vervolgens denken mensen dat artsen veel meer kunnen dan ze in werkelijkheid kunnen. Ze denken dat het werkelijk mogelijk is om van geslacht te veranderen. Ze horen de uitdrukking ‘geslachtsverandering’ en denken dat het echt iets betekent, dat je een volwaardige vagina krijgt. Meer dan dat, ze denken dat je niet te onderscheiden zult zijn van vrouwen. Ze denken dat jij en ik transvrouwen zouden kunnen zijn.”

Waar veel mensen zich zorgen over maken is: wat doet de transideologie met kinderen? 

“Elke studie die keek naar kinderen die dingen zeiden als: ‘Ik had een meisje moeten zijn’ of ‘Ik wou dat ik een meisje was’ laat zien dat de overgrote meerderheid dat niet meer zei na de puberteit. Dus we weten dat genderidentiteit geen duurzame constructie is bij kinderen. Nog belangrijker: we weten ook dat kinderen überhaupt niet weten wat sekse echt is tot ze ongeveer vijf tot zeven jaar oud zijn. 

Kleine jongens denken dat zij werkelijk kinderen zullen baren. Dat zij werkelijk een vrouw zullen zijn.

“Pas rond het vijfde jaar begrijpen kinderen dat sekse een permanente eigenschap van mensen is en niet een kwestie van kleding en presentatie en woorden. Dat is een normale ontwikkelingsfase. En wij onderbreken dit nu met deze boeken die voor peuters worden geschreven met titels als ‘Teddy wordt een meisje’. Of over een pinguïn die non-binair is, dat soort dingen. Activisten proberen daarmee specifiek kinderen te verhinderen om deze natuurlijke ontwikkelingsmijlpaal te halen.” 

Het gaat toch niet om enorme grote groepen kinderen die werkelijk genderdysfoor zijn – in tegenstelling tot de huidige mode? 

“We denken dat dit om een kleine minderheid gaat en dat het een marginale en eigenlijk onbelangrijke kwestie is. We denken dat het gaat om één persoon op de 1000 of zelfs één persoon op de 10.000. Maar volgens transactivisten gaat het over iedereen, alle kinderen worden opgevoed in deze ideologie – ze worden allemaal naar deze onwetenschappelijke, ideologische hel gepraat.”

In de week van de Lentekriebels kwam mijn kleindochter thuis met de uitroep: ‘Mama! Meisjes kunnen ook jongens worden (en jongens kunnen meisjes worden)!

“En wat al die meisjes geloven is dat zij volledig en compleet een jongen kunnen worden. Ze hebben niet veel kennis over hoe anders jongenslichamen zijn. Ze begrijpen nog niet dat het gaat om dingen als spermaproductie. Kinderen denken dat de volwassenen het menen. Kleine jongens denken dat zij werkelijk kinderen kunnen krijgen. Dat zij werkelijk een vrouw zullen zijn. En meisjes denken dat ze werkelijk man zullen zijn. En dus wordt hen iets ontnomen. Ze worden tot levenslange patiënten gemaakt die – als zij puberteitsblokkers krijgen – vrijwel zeker onvruchtbaar zullen zijn en nooit een orgasme zullen hebben.”

De ondertitel van je boek luidt: ‘When Ideology Meets Reality’. Wat gebeurt er in die ontmoeting?

“Het probleem is niet de veronderstelde genderidentiteit van een kleine minderheid. Het probleem is dat genderidentiteit wordt gebruikt om de realiteit van sekse te elimineren, en dat heeft gevolgen voor alles, of het nu gaat om kwetsbare kinderen, om verkrachtingszaken, om vrouwensport. Het probleem is het gevoel van steeds meer mensen dat de instituties die deze ideologie beschermen en de media die haar verspreiden, daarmee niet langer betrouwbaar zijn. We hebben het hier niet over iets marginaals. We hebben het hier over de Verlichting. We hebben het over bewijs, over betekenis. We hebben het over woorden die stabiele betekenissen hebben. We hebben het over hoe je geneeskunde bedrijft, hoe je wetenschap bedrijft. 

“Uiteindelijk hebben we het over een aanval op de hele beschaving. Dat vrouwen en kinderen daarvan het eerste slachtoffer zijn spreekt voor zich: als je zoiets doet, komt het terecht bij de zwakste mensen, zo werkt macht nu eenmaal. Kinderen lijden eronder, vrouwen lijden eronder, vrouwelijke gevangenen lijden eronder, homoseksuele kinderen lijden eronder. Maar het begint ermee dat het een aanval is op de realiteit, en dat is iets nieuws. Ik wil niet per se ‘het huis staat in brand’ gebruiken, maar ik denk dat het een diepgaande aanval is op alles – op de waarden die iedereen voelt.”

De thee is koud geworden, in de keuken verzorgt haar man intussen een heerlijke lunch. Helen Joyce beëindigt het interview met een bedrieglijk eenvoudige stelling: in een multiculturele samenleving is het belangrijk dat vrijheid wordt gerespecteerd, dat ieder geloof wordt gerespecteerd en dat mensen met overtuigingen over genderidentiteit weten dat ze die kunnen uiten, maar ook dat ze die niet aan anderen kunnen opdringen.  

In de trein terug naar huis kreeg ik het gevoel een slag gekregen te hebben. Niet, zoals ik als kind dacht, een slag van een vijand die zich schuilhoudt achter de mist van het dagelijks leven, maar meer of een onthulling van een achterliggende orde, een bewijs van iets wezenlijks achter de uiterlijke verschijningsvormen, zich heeft laten zien. Joyce máákte het tot het iets wezenlijks – door kleine gebeurtenissen van gewone mensen onder woorden te brengen. Door te laten zien, dat achter de mist een werkelijkheid en een patroon schuilgaat. En dat mensen daaronder lijden, en dat ze er kapot aan gaan. 

Joyce in het kort

Helen Joyce (1968) is onderzoeksjournalist. Ze maakte carrière bij The Economist waar ze over uiteenlopende onderwerpen schreef, tot ze geïnteresseerd raakte in genderidentiteitskwesties. In 2021 verscheen haar bestseller Trans. Ze verliet The Economist om fulltime activist te worden voor de mensenrechtenorganisatie Sex Matters. Joyce stelt dat het genderdebat niet gaat over de veronderstelde genderidentiteit van een kleine minderheid. De ideologie van genderidentiteit wordt gebruikt om de realiteit van sekse, ofwel biologisch geslacht, te elimineren. En dat heeft grote gevolgen. Joyce woont in het Verenigd Koninkrijk met haar man en twee zonen.

Met uw donatie steunt u de onafhankelijke journalistiek van HP/De Tijd. Word donateur of word lid, al vanaf €5 per maand.