Spring naar de content

De oorlogspolitiek van Noord-Korea en Amerika is slechts gebral op het schoolplein

Noord-Korea en Amerika lijken elkaar uit te willen dagen voor een robbertje vechten, maar beiden hebben niet genoeg steun voor een gewapend conflict.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Jana Simmelink

Dat Donald Trump de afgelopen tijd met geopolitiek vuur speelt zal niemand zijn ontgaan. De op z’n zachtst gezegd nogal merkwaardige keuzes van de Amerikaanse president met betrekking op buitenlands politiek vlak werden met de nek aangekeken maar redelijk gedoogd door andere landen.

De Amerikaanse president gaf afgelopen vrijdag toestemming om een Syrische luchtmachtbasis te bombarderen als reactie op een vermeende chemische aanval op burgers eerder die week. De terughoudendheid van de andere partijen lijkt verleden tijd. De aanval werd door het Syrische leger ‘buitensporig en agressief’ genoemd. Eerder joeg Trump Noord-Korea al tegen zich in het harnas vanwege de bouw van een Amerikaanse raketschild op Zuid-Koreaanse grond.

Opties

Ook sprak zijn minister van Buitenlandse Zaken, Rex Tillerson, dreigende woorden op de grens tussen Noord- en Zuid-Korea. “Laat me heel duidelijk zijn,” zei Tillerson, toen hij afgelopen maand onder meer de gedemilitariseerde zone tussen de twee landen bezocht. “Het beleid van strategisch geduld is voorbij. Alle opties liggen op tafel.” Niet alleen voor de VS, trouwens. Voor de Noord-Koreaanse leider Kim Jong Un is de maat vol: hij zegt klaar te zijn voor een oorlog.

Waarom staat Noord-Korea zo op zijn strepen? Allereerst werd het Amerikaanse bombardement op Syrië door Noord-Korea geïnterpreteerd als een waarschuwing voor het Aziatische land, nadat het zelf weer een raket testte. Om dit kracht bij te zetten stuurde Trump een vloot oorlogsschepen richting het Koreaanse schiereiland. Rond diezelfde tijd stuurde China 150.000 militairen naar de grens van Noord-Korea, uit angst dat Noord-Koreanen massaal richting China zouden vluchten vanwege de Amerikaanse-Koreaanse machtsstrijd. Noord-Korea spiegelt met haar oorlogstaal in haar eigen ogen de retoriek van haar opponenten.

Provocaties

Het zegt volgens het Zuid-Koreaanse persbureau Yonhap klaar te zijn om zich ‘met krachtige wapens te verweren tegen provocaties door de VS’. Daarnaast is in de Noord-Koreaanse staatskrant te lezen dat het land klaar is om te reageren op elke vorm van Amerikaanse agressie. Rusland gaf in een reactie op de machtsstrijd tussen de twee landen toe ‘extreem bezorgd’ te zijn dat de Verenigde Staten Noord-Korea aan zou vallen.

Die angst is enerzijds niet ongegrond. Noord-Korea en de Verenigde Staten staan al maanden naar elkaar te loeren. Ze lijken beiden zeker te zijn van hun kracht, en zullen niet zwichten voor het machtsvertoon van de ander. Niet voor de bühne in ieder geval.

Ondertussen kijkt de rest van de wereld als een braaf schoolklasje met argusogen naar de arena hoe cool kids Noord-Korea en Amerika elkaar ophitsen. Het is als twee vechtende kinderen op een schoolplein: de rest kijkt toe. Al krijgen beiden amper steun, waardoor de politieke haalbaarheid van een crisis tussen Noord-Korea en Amerika niet aannemelijk lijkt. Er is voor beide kernmachten geen middenweg. Beide leiders zullen tijdig besluiten dat dit machtsvertoon geen kernoorlog waard is. Daarnaast zal een militair samenwerkingsverband als de NAVO niet bijspringen achter de rug van Trump als een Amerikaanse provocatie leidt tot een oorlog.

Trump en Kim Jong-un tonen elkaar simpelweg even de blinkende biceps, maar het huidige spierballenvertoon zal beperkt blijven tot gebral op het mondiale schoolplein.