Spring naar de content
bron: ANP/Bart Maat

Nederland en de gierige drie: hoe we in een EU-isolement dreigen te raken

Nog geen twee dagen nadat premier Rutte in zijn Europa-toespraak afstand nam van verstrekkende financiële integratie, werden in Duitsland de handtekeningen gezet onder een pro-Europees regeerakkoord. Door de definitieve totstandkoming van de Duitse regering bestaande uit CDU/CSU en SPD worden de politieke contouren in Europa langzaam zichtbaar. De Europese agenda van Duitsland is in veel opzichten gelijkgestemd met die van Frankrijk: meer economische samensmelting op Europees niveau. Wat kan Nederland daar tegenin brengen?

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: De Redactie
EU
Mark Rutte tijdens de Europa-lezing bij de Bertelsmann Stiftung in Berlijn. Beeld:

Verstrekkende Europese samenwerking op het gebied van veiligheid en justitie, terrorismebestrijding, klimaat, migratie en asiel – het zijn integratieprocessen die Berlijn en Parijs zo snel mogelijk in gang willen zetten en waarvoor Merkel en Macron de Europese begroting flink willen opschroeven.

Rutte houdt de hand op de knip en wijst naar de vertrekkende Britten: minder lidstaten betekent minder inkomsten. Naast Nederland toonden ook Zweden, Denemarken en Oostenrijk zich weinig bereidwillig hun Europese bijdrage te verhogen. Het kwartet werd door Financial Times omschreven als ‘de zuinige vier’.

Of Nederland daadwerkelijk blijft vasthouden aan de behoudende koers, betwijfelt Mendeltje van Keulen, hoogleraar Europese Studies en voormalig griffier van de Tweede Kamercommissie voor Europese Zaken. “Rutte neemt een stellige houding aan in een spel dat op meerdere schaakborden wordt gespeeld. Hij zal over een aantal maanden waarschijnlijk met een verhaal thuiskomen dat Europa toch meer gaat kosten, maar dat Nederland beleidstechnisch veel heeft gewonnen. Rutte vindt het belangrijk dat de Europese afpraken worden nageleefd. De kans is groot dat de regelgeving wordt aangescherpt en dat Brussel strenger gaat opereren, vooral in relatie tot Oost-Europese lidstaten.”

Vrijdag benadrukte Rutte in zijn Europa-toespraak dat de EU de focus moet leggen op het nakomen van gemaakte afspraken. Zonder ze bij naam te noemen, hekelde hij de lidstaten die Europese wet- en regelgeving structureel negeren: Polen en Hongarije die de democratische rechtsstaat bijschaven en samen met Slowakije en Tsjechië weigeren asielzoekers op te vangen. “Het nakomen van beloften begint en eindigt bij de lidstaten,” stelde hij.

Rutte ambieert een Unie waarin soevereiniteit van de lidstaten leidend is. Maar daarbij hoort ook individuele verantwoordelijkheid, onderstreepte hij. Nationale financiële tekorten kunnen niet op Europees niveau worden gedicht. Rutte sprak zich fel uit tegen mutualisering. Als Europa collectieve verantwoordelijkheid moet dragen voor de staatstekorten van individuele lidstaten ‘groeit het uit tot een reus op lemen voeten’, waarschuwde de premier.

EU
Beeld:

Contrast

Het beperken van institutionele en financiële integratie op Europees niveau staat centraal in de Europese koers van Rutte. Europa is volgens hem ‘geen trein die onvermijdelijk voortraast naar een federale eindbestemming’.

De behoudende lijn van Rutte contrasteert sterk met de Europese visoenen van Macron. Waar de Franse president het gaspedaal van de Europese integratiemotor graag diep intrapt, gaat Rutte op de rem staan.

Daartussen zit Duitsland, al schuift Merkel volgens Van Keulen steeds meer richting Macron. “Voor Merkel is het belangrijk dat er stabiliteit in Europa komt. Ze zal Macron helpen, want als hij zijn ambities niet kan verwezenlijken, resulteert dat in politieke chaos. Het is onvermijdelijk dat Frankrijk en Duitsland tot een nieuwe vormgeving van de eurozone gaan komen.”

Dat Duitsland in politiek opzicht Frankrijk tegemoetkomt, blijkt ook uit het regeerakkoord. Uit een door Frankfurter Allgemeine Zeitung gepubliceerde analyse blijkt dat het document een behoorlijk sociaaldemocratisch gehalte bevat: circa 70 procent van de tekst is geschreven met een SPD-pen. De Europese plannen van de SPD komen vrijwel overeen met de idealen van Macron: een onafhankelijk bestuurlijke instelling voor de eurozone, bestaande uit een minister van Financiën met budgettaire verantwoordelijkheid voor een Europees begrotingsbeleid dat wordt gecontroleerd door een eurozone-parlement.

In het gesloten akkoord tussen de SPD en CDU/CSU komt geen Europese minister van Financiën voor, maar de ambitie om Frankrijk tegemoet te komen galmt meermaals door in het regeerakkoord. ‘Wij zijn voor structurele hervormingen in de muntunie. Dat kán een toekomstige begroting voor de eurozone zijn,’ houdt de nieuwbakken Duitse regering echter een slag om de arm.

Een andere Franse wens – het hervormen van Europees Stabilisatie Mechanisme (ESM) tot een Europees Monetair Fonds (EMF) – wil Duitsland graag realiseren. Een EMF moet lidstaten kunnen ondersteunen in een vroeg stadium van economische hervorming, dankzij een financiële injectie en technische expertise. Om de euro te versterken, gaat Duitsland binnenlandse prijzen opschroeven om andere eurozonelanden meer exportmogelijkheden te bieden en de muntunie als geheel progressie boekt.

Politieke neutralisatie

Met een Europees Monetair Fonds moeten situaties als in 2015, toen Griekenland op de rand van een faillissement balanceerde en bijna uit de eurozone stapte, vroegtijdig worden voorkomen. In dat proces zal de hand van Merkel langzaam vervagen, verwacht David Criekemans, hoogleraar Internationale Politiek aan de Universiteit Antwerpen. “Macron wordt de nieuwe leider van Europa en moet het nieuwe Europese elan vertegenwoordigen. Merkel is bezig aan haar laatste imperium.”

Macron heeft meer steun in eigen parlement dan de Duitse bondskanselier dat heeft en ze heeft de Duitse ministeries van Financiën en Buitenlandse Zaken moeten afstaan aan SPD-ministers. De vorige minister van Financiën, Wolfgang Schäuble, was fel gekant tegen de Franse economische plannen voor Europa. Zijn houding leidde tot frustratie bij zuidelijke lidstaten, maar de rigide eurokoers is door de toekenning van SPD-ministers nu politiek geneutraliseerd. Slecht nieuws voor Rutte, want in zijn Europa-toespraak onderstreepte hij een strenge economische koers – zoals Schäuble voerde – juist te willen continueren.

Door te blijven hameren op discipline, brengt Rutte het kabinet in een moeilijke positie, vindt Van Keulen. “De minimalistische inzet van het Nederlandse kabinet is gevaarlijk. Door de stellige en strenge houding neemt Rutte een moeilijke positie in het constructieve debat over de eurozone. Een debat waarin Duitsland en Frankrijk elkaar gaan vinden.” Van Keulen onderzocht namens de Wetenschappelijke Raad voor Regeringsbeleid waarom een meerderheid van Nederland in 2005 tegen een Europese grondwet stemde. Ze ziet parallellen met het huidige Europa-debat.

“Door jarenlang terughoudend te zijn met Europese integratie, ontstaat een beeld in Nederland dat we het heel lang zelf konden bepalen en het beleid nu voor ons wordt bepaald,” constateert ze. “De kloof in het Europa-debat is deels ontstaan omdat burgers niet worden meegenomen in het verhaal. Rutte creërt zijn eigen legitimiteitsdebat door te zeggen dat hij geld gaat terughalen uit Europa en de eurozone weigert te hervormen. Die houding leidt tot frustratie in Nederland, want alle experts voorspellen dat de muntunie wordt hervormd. De rol die Rutte aanneemt is problematisch.”

Ook Criekemans toont zich kritisch. De Belgische hoogleraar vindt dat het Nederlandse debat over de eurozone te eenzijdig wordt gevoerd. “Er wordt gehamerd op hervormingen van zwakke economieën, maar lidstaten die technologisch vooropstaan – zoals Duitsland en Nederland – kunnen genieten van een zwakke euro door export van hun producten, ook naar het zuidelijk deel van het continent.”

EU
Beeld:

Cameron

Criekemans constateert dat de beoogde Europese politiek van Nederland op weinig steun kan rekenen. “Nederland staat vrijwel alleen in Europa.”

Van oudsher was Groot-Brittannië een natuurlijke bondgenoot voor Nederland om politieke centralisatie in Brussel te beteugelen en nationale soevereiniteit te waarborgen. ‘An ever closer union,’ typeerde Rutte als ‘vreselijke woorden’ – een opmerking die drie jaar terug uit de mond van David Cameron had kunnen komen.

Nu het Verenigd Koninkrijk van het Europese toneel verdwijnt, moet Nederland op zoek naar nieuwe bondgenoten. Van de ‘gierige vier’ die zich tijdens de eurotop tegen een verhoogde Europese begroting keerden, is alleen Oostenrijk ook lid van de eurozone. Dat Nederland en Oostenrijk vergelijkbare Europese doelen voor ogen hebben, onderstreepte Rutte op de eerste dag van dit jaar na een bezoek aan de Oostenrijkse premier Sebastian Kurz in Wenen.

De naderende samenwerking met Oostenrijk voorkomt een ideologisch isolement voor Nederland, maar om Europa te overtuigen zal meer nodig zijn. Zeker omdat Macron veel steun vanuit Zuid-Europa zal krijgen. “Hij toonde in tijdens zijn vorige functie als Franse minister van Financiën al bezorgd omtrent de positie van de Mediterrane landen van de eurozone,” zegt Criekemans.

Als Rutte zijn Europese ambities wil realiseren, wacht hem een diplomatieke koorddansact die verder zal moeten reiken dan Oostenrijk. Ook lidstaten die inhoudelijk ver van Nederland verwijderd zijn, zal hij moeten overtuigen. In Den Haag heeft Rutte aangetoond over ideologische rekbaarheid te beschikken, door verbonden te sluiten met de uitersten van het politieke spectrum. De komende maanden zullen uitwijzen of hij ook in Europa de regie in handen kan nemen.

Dit stuk is ingezonden door Thomas Borst. Hij is masterstudent journalistiek aan de Universiteit van Leiden.

Onderwerpen