Spring naar de content
bron: Keke Keukelaar, Sanja Marušić, Wout Jan Balhuizen/Beeldbewerking HP/De Tijd

Literair agent Paul Sebes: ‘Verkoop moet geen vies woord zijn’

De uitgeverswereld is verslaafd aan hoge verkoopcijfers en geeft niet langer om het creatieve proces van de schrijver, veronderstelt uitgever Mizzi van der Pluijm in een ingezonden stuk in de Volkskrant. In het artikel trekt Van der Pluijm fel van leer tegen de uitgeverswereld en de media, die alleen aandacht schijnen te hebben voor de boekpromotie. Wij, de media – zeer aangesproken door deze aanval – besloten in gesprek te gaan met drie ervaringsdeskundigen uit het boekenvak.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Nico Hofstra

“Het is met name dat laatste onderdeel van het uitgeefvak, dat stukje sales, dat in de media keer op keer wordt besproken, terwijl ik stellig geloof dat het eerste stuk [de aandacht voor het creatieve proces] evenzeer essentieel is, en niet aan verandering onderhevig,” schrijft Van der Pluijm, die vorig jaar haar vertrek aankondigde als directeur-uitgever van Atlas Contact, omdat zij zich, naar eigen zeggen ‘niet kon verenigen met de plannen van moederconcern VBK Uitgevers’.

Inmiddels is Van der Pluijm onder de naam Pluim  haar eigen uitgeverij begonnen. Bekende namen als Dimitri Verhulst, Joris Luyendijk en Hanna Bervoets zijn aan boord gesprongen. Ondertussen haalt Van der Pluijm uit naar de uitgeverswereld die ze achterliet en waar alles is gericht op en verkoopcijfers van de uitgegeven boeken.

Van der Pluijm beschrijft een ‘Nieuwe tijd’ in de uitgeverswereld, waarbij ook de media niet langer aandacht heeft voor het creatieve proces van uitgevers en schrijvers. Wij – ons van geen kwaad bewust – belden drie ervaringskundigen om eens nader verhaal te halen over deze ‘nieuwe wereld’, maar wat blijkt: er was in de eerste plaats al niets mis met de oude wereld.

Herien Wensink: ‘Bij sommige uitgeverijen werd ik bij wijze van spreken onthaald met champagne en slagroomtaart.’ Beeld:

De Debutant

Herien Wensink (1977) is schrijfster, theaterredacteur bij de Volkskrant en werkte voorheen als cultuurredacteur bij NRC Handelsblad. Begin dit jaar debuteerde ze met haar historische roman Kleihuid, verschenen bij De Arbeiderspers.

Wensink: “Ik ben via het literaire agentschap van Marianne Schönbach in contact gekomen met De Arbeiderspers. De literaire agentschappen, zo hoor ik ook van collega’s, zijn eigenlijk steeds meer de rol gaan vervullen van eerste begeleiders voor beginnend schrijvers.”

“Dat is werk waar uitgeverijen vaak niet meer aan toe komen. Iemand heeft bijvoorbeeld een goed idee, maar moet nog helemaal beginnen.”

“Een uitgeverij heeft niet voldoende tijd om de schrijver bij de hand te nemen. Agenten kunnen dus een rol spelen bij die begeleiding. Althans, zo is dat deels bij mij gegaan. Ik heb met een gigantisch manuscript onder de arm bij Ageeth Heising aangeklopt, breed uitwaaierend, veel te ambitieus. We zijn gaan samenwerken om de tekst presentabel te maken voor een uitgeverij. Vervolgens is die tekst naar een aantal uitgeverijen gestuurd. Met succes, want er waren er meteen zes geïnteresseerd.”

“Ik heb voor de uitgever gekozen van wie ik de meeste inhoudelijke feedback kreeg. Bij andere uitgeverijen werd ik bij wijze van spreken onthaald met champagne en slagroomtaart, terwijl Michel van de Waart– mijn huidige redacteur – nog wel een paar kanttekeningen had. Dat vond ik interessant, omdat ik er ook van wilde leren, en het best mogelijke boek wilde schrijven, in plaats van gewoon in een ijltempo een ‘oké’ boek te publiceren.”

“Ik had eerder een heel leuk gesprek met een erg commerciële uitgeverij. Zij hadden al helemaal een marketingplan bedacht, maar dat ging nauwelijks over de inhoud van het boek. Zij wilden mij als persoon in de markt zetten, bij voorkeur aan tafel bij Pauw en DWDD. Grappig genoeg ben ik nu uiteindelijk ook nog bij DWDD beland – zoiets heeft natuurlijk wel echt effect op de verkoop: er kwam meteen een tweede druk.”

“Ik heb veel begeleiding gehad in het hele proces. Ik zag Michel eens in de maand of om de zes weken. En we hadden veel contact via de mail. En natuurlijk merkte ik af en toe dat hij het druk had, want hij begeleidt nog een tiental andere auteurs. Dat is soms moeilijk jongleren, maar voor mijn gevoel heb ik genoeg aandacht en begeleiding gekregen. De nadruk lag steeds op de inhoud. Dat is ook logisch, want je wilt dat mensen het lezen – en dus kopen – om de inhoud. Hoe beter je verhaal uit de verf komt, hoe meer lezers het ook zal aanspreken. Natuurlijk wordt er aan de verkoop gedacht, maar de inhoud komt eerst.”

“Als beginner zit je vol vuur en enthousiasme over je eigen werk, terwijl ik vooraf nauwelijks had stilgestaan bij de hele structuur van het verhaal Michel heeft daarbij een belangrijke rol gespeeld. Mijn eerste manuscript was een soort ruwe diamant, en hij heeft die helpen polijsten tot het boek dat het nu is.”

Paul Sebes: ‘In de negentiende eeuw waren schrijvers ook al handig.’ Beeld:

De Literair Agent

Literair agent Paul Sebes (1965) is oprichter en eigenaar van het agentschap Sebes & Bisseling in Amsterdam en vertegenwoordigt met name Amerikaanse en Nederlandse auteurs in Nederland en Scandinavië. Sinds 2016 runt hij het agentschap met collega Willem Bisseling.

Sebes: “Mizzi van der Pluijm zegt: ‘We moeten in het literaire vak uitgaan van de verbeelding van de schrijver’. Tja, dat is zo’n open deur, want zowel literaire agenten als uitgevers krijgen duizenden manuscripten per jaar binnen, daar ontbreekt het niet aan. Men zegt vaak gekscherend dat er meer wordt geschreven dan gelezen in Nederland. Wat dat betreft is het een volledig onnodige opmerking van Mizzi, dat boeken moeten voortkomen uit de verbeelding van de schrijvers. Ja, hoe anders? Ik vond het niet zo’n heel intelligent artikel eerlijk gezegd.”

“Wanneer een uitgever een boek aankoopt, moet hij nou eenmaal bedenken aan wie hij het gaat verkopen. Mizzi doet net alsof dat een heel vies woord is, verkoop, maar schrijvers willen gelezen worden, dus moeten uitgevers verkopen. Kijk, zij werpt zich nu opeens op als kleine literaire uitgever, omdat ze er gewoon bij Atlas Contact uitgegooid is. Ze heeft ondertussen wel dertig jaar gewerkt bij deze enorm grote concernuitgeverij, die overigens al die tijd gefinancierd werd door de ING en zelfs tot Engelse en Amerikaanse investeerders aan toe.”

“En daarbij heeft ze wel lekker dertig jaar geleefd van een aardig salaris van het uitgeefconcern VBK, nietwaar? Ik vind het bijna een gotspe om met modder te gooien naar iets waar je dertig jaar hebt gewerkt en aan het hoofd hebt gestaan. Alsof die mensen bij Atlas Contact, die overigens toen en nu prachtige boeken uitgeven, alleen op verkoop gericht zijn. Dan denk ik, je hebt er zelf dertig jaar aan het hoofd gestaan. Dat vind ik flauw.”

“Mizzi zegt dat we teksten van schrijvers steeds meer beschouwen als content. Dan heeft ze het over Nelleke Noordervliet, Adriaan van Dis, Geert Mak en noem maar op wie ze bij Atlas Contact allemaal zelf heeft uitgegeven. En al die schrijvers die niet met haar mee zijn gegaan naar haar nieuwe uitgeverij Pluim, zijn opeens kinderen van de duivel, omdat ze bij een concernuitgeverij zijn blijven zitten? Wat een kul.”

“Bijna alle literaire uitgeverijen behoren tot concerns. De Bezige Bij is ook een deel van een concern, maar dat wil niet zeggen dat een redacteur daar aan zijn bureau geen mooie boeken kan ontdekken of maken. Flauw om dat te zeggen, zeker als je het dertig jaar zelf onder de vlag van VBK gedaan hebt. Toen was het volgens haar trouwens nog de beste uitgeverij van Nederland, en nu is het opeens content en draait het om sales. Wat wil je dan?”

“In de negentiende eeuw waren schrijvers ook al handig, dus wat zij zegt heeft niks met de komst van het digitale tijdperk te maken. Oscar Wilde en Louis Couperus wisten hun boekjes prima in de markt te zetten. Het is nou eenmaal zo: een schrijver maakt boeken om gelezen worden, een uitgever geeft ze uit om te verkopen.”

“Uitgeven is altijd een commercieel vak geweest, maar het een sluit het ander niet uit. Je kunt prachtige boeken maken en ze tegelijk goed verkopen. Zie Grunberg, Wieringa en Peek. Je bent inderdaad afhankelijk van de verbeelding van de schrijver, maar dat vind ik, zoals ik al zei, niet een heel intelligente opmerking, maar eerder een open deur.”

“Ik kan je vertellen dat iedereen in het boekenvak zich gek heeft gelachen. Ja, ik zit in tientallen van die appgroepen met collegae en bij verschijning van dat stuk begon iedereen elkaar te appen, van ‘Haha, wat een dom, onnozel stuk met alleen maar open deuren’.”

Kristien Hemmerechts: ‘De succesformule voor uitgevers bestaat godzijdank bestaat niet.’ Beeld:

De Ervaren Schrijver

De Vlaamse schrijfster Kristien Hemmerechts (1955) debuteerde in 1987 bij uitgeverij Houtekiet en was daarna verbonden aan verschillende Nederlandse uitgeverijen. Haar laatste boek Wolf verscheen in februari bij uitgeverij De Geus. 

Hemmerechts: “Ik laat al in een vrij vroeg stadium iets van mijn werk aan de redacteur lezen, zodat de uitgever een idee heeft waarmee ik bezig ben. Een boek moet immers ver van tevoren worden aangekondigd. Iets wat volgend jaar moet verschijnen, moet tijdig worden aangekondigd bij de uitgeverij, zodat zij het boek in hun aanbiedingscatalogus kunnen plaatsen. Goed overleg in het voorstadium van het boek is daarbij heel belangrijk.”

“Het commerciële gedeelte van het uitgeven gaat vooral een rol spelen bij de keuze van een cover. Ik weet dat de uitgeverij het ontwerp soms aan een aantal boekhandelaren laat zien voor verschijning, om te kijken hoe zij daarop reageren. En een uitgeverij mag natuurlijk aangeven wanneer zij denken dat het boek geen commercieel succes zal worden. Het is immers een uitgeverij, een commerciële onderneming. Ik heb het altijd boeiend gevonden om ook iets van de zakelijke kant van het uitgeven te leren. Een uitgever neemt een financieel risico, die moet investeren en weet niet of die investering zal lonen.”

“Ik vind eigenlijk niet dat de uitgeverswereld door de jaren heel veel veranderd is. Ik vind zelfs dat de uitgevers met een zekere koppigheid het hoofd blijven bieden tegen de overheersing van de drang naar hoge verkoopcijfers. Natuurlijk heb je steeds vaker te maken met verdienmodellen, maar een grote groep uitgevers onttrekt zich daar juist aan. De uitgevers die ik ken proberen met enige standvastigheid een oude traditie voort te zetten, namelijk een traditie van boeken verkopen waar zij achter staan, waar ze in geloven.”

“Ik weet dat veel mensen het eens zijn met de stelling dat de verbeelding van de schrijver het uitgangspunt moet zijn bij literair werk, maar ik vind dat een tamelijk arrogante houding, omdat je dan als schrijver uitgaat van de gedachte dat je uniek bent. Haha, unieker dan het ‘vulgaire publiek’. Ik ben mij als schrijver juist erg bewust dat het uiteindelijke boek bestaat bij de gratie van de lezer. Je moet enorm dankbaar zijn wanneer mensen je werk met aandacht lezen, dat is namelijk het grootste cadeau dat ze jou kunnen geven. Zeker in deze tijden, waar zoveel afleiding is in de vorm van die vreselijke iPhones, moet je zorgen dat het voor de lezer de moeite waard is om je boek te lezen.”

“De Geus is geen uitgeverij die louter gericht is op verkopen, maar ze moeten natuurlijk wel het hoofd boven water houden, dus eigenlijk vind ik het legitiem wanneer zij zich op de verkoop richten. Als je zegt: uitgeverijen zijn alleen uit op goede verkoopcijfers, dan houdt dat in dat je vooraf weet wat verkoopbaar is en wat niet. De realiteit is dat de markt onvoorspelbaar is. Als ze zouden weten wat verkoopbaar is en wat niet, dan zouden er alleen maar verkoopbare boeken gedrukt worden. Die succesformule – en godzijdank – bestaat niet.”