Spring naar de content
bron: cdja.nl

CDA-jongeren: ‘Meer geld naar ondersteuning Kamerleden’

Hoe is het gesteld met de Nederlandse democratie? En wat kan er beter? In het najaar presenteert de staatscommissie Remkes een grondig onderzoek naar het functioneren van ons politieke stelsel. HP/De Tijd blikt aan het einde van het politieke zomerreces vooruit met vier jongerenpartijen. In deel 4: Lotte Schipper, voorzitter van het CDJA, verbonden aan het Christen-Democratisch Appèl.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Robbert van Rijswijk

Nog nooit werd in een regeerakkoord zo weinig aandacht besteed aan democratische vernieuwing als in het regeerakkoord van Rutte III. Volgens de CDA-jongeren houdt de politiek zich maar moeizaam draaiende. Dat moet anders.

Waarmee hoop je dat de commissie Remkes komt aan het eind van dit jaar?
“Ik hoop dat de commissie veel aandacht heeft voor jonge kiezers, jongeren tussen de 18 en 24. Het aantal jongeren dat naar de stembus gaat daalt elke vier jaar en ligt ver onder het landelijk gemiddelde. Veel jongeren lijken zich niet vertegenwoordigt te voelen, en dat kan een gevaar zijn.

“In vergelijking met landen als Noorwegen of Oostenrijk zijn Nederlandse jongeren erg weinig betrokken bij de politiek. In die landen zijn er politieke jongerenorganisaties met tienduizenden leden. In Nederland halen we die aantallen bij lange na niet.

“Maar er is ook wel een ander probleem, en dat is een tekort aan subsidie. Voor mij zijn politieke partijen het hart van de democratie. In politieke partijen wordt debat en discussie gefaciliteerd, en komen ideeën tot leven. Toch wordt het voor steeds meer partijen financieel lastig. Datzelfde geldt voor politieke jongerenorganisaties. We moeten echt al ons best doen om introductieweekenden draaiende te houden.”

‘Als je net van de middelbare school komt, weet je amper hoe de Tweede Kamer in elkaar zit.’

Lotte Schipper, voorzitter van de CDJA.
Beeld:

Hoe moet de jeugd weer massaal bij de politiek worden betrokken?
“Naast vertegenwoordiging en subsidie is kennis heel belangrijk. Wij zijn bijvoorbeeld een groot voorstander van meer aandacht voor politiek en maatschappijleer in het onderwijs. Dat is absoluut een ondergeschoven kindje.

“Om eerlijk te zijn, als je net van de middelbare school komt kun je rekenen en spreek je Frans, maar je weet amper hoe de Tweede Kamer in elkaar zit, hoe besluiten worden genomen en wat je eigen onderbouwde politieke standpunt is. Dat is enorm schadelijk. Ik zou er ook niet op tegen zijn als maatschappijleer een verplicht examenvak wordt.”

‘Er moet veel meer geld naar ondersteuning van Kamerleden.’

Niet alleen partijen, maar ook politici hebben soms moeite om zichzelf draaiende te houden. Het Kamerlidmaatschap wordt zelfs een hondenbaan genoemd.
“Voor een Kamerlid hoort hard werken erbij, dat weet je van tevoren. Je hebt namelijk een grote verantwoordelijkheid. Toch ken ik genoeg Kamerleden die een veel te hoge werkdruk hebben. Op zondagavond zijn ze al druk met voorbereidingen, op maandag hebben ze een werkbezoek ergens in het land, dinsdag tot en met donderdag zijn ze in Den Haag voor allerlei debatten en stukken – zonder tussendoor naar huis te gaan –, en vrijdag en zaterdag hebben ze dan vaak ook nog een evenement waar ze bij willen en moeten zijn.

“Vaak moeten ze dan ook nog eens een ondersteunende medewerker delen met collega’s. Dat is het probleem. Kamerleden van met name kleinere fracties hebben het daardoor ontzettend druk – te druk. Er moet daarom ook veel meer geld naar ondersteuning van Kamerleden.”

Meer geld naar Den Haag lijkt mij onder kiezers niet het meest populaire voorstel.

“Soms ligt het wel zo simpel. Het is natuurlijk niet de enige oplossing, maar het gaat zeker helpen om de taken beter uit te voeren. We moeten niet vergeten dat het onze vertegenwoordigers zijn, de mensen die onze overheid controleren. Als je goede, efficiënte debatten wilt kunnen voeren, moet je de kern van de onderwerpen weten. En als je weinig tijd hebt en geen goede ondersteuning hebt die de voorbereiding voor een deel op zich neemt, gaat dat ten koste van de kwaliteit en bovendien van de weerstand die een Kamer kan bieden aan de regering.”