Spring naar de content
bron: Mark Uyl

Auke Hulst: ‘Je moet mensen uitleggen wat een roman is’

Donderdag verschijnt het jongste boek van Auke Hulst, Zoeklicht op het gazon. Daarin beschrijft Hulst de geheimzinnige verdwijning van Richard Nixon, op verkiezingsdag in 1960. Een roman, benadrukt Hulst. Met de feiten is geknoeid.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Berend Sommer

Waar gaat uw boek eigenlijk over?
“Het boek gaat over president Richard Nixon, de enige president die het ambt heeft moeten neerleggen, in 1974. Het is een heel tragische man. In het boek beschrijf ik drie episodes in het leven van Richard Nixon. Het eerste deel speelt zich af tijdens een nacht in 1970, waarin Nixon plotseling het Witte Huis verlaat, om met zijn bediende Manolo Sanchez naar het Lincoln Memorial te gaan. Het laatste deel van het boek, het requiem, beslaat de laatste 36 uur van zijn presidentschap.
Het tweede deel speelt zich eerder af, in 1960 tijdens de verkiezingsdag. Als presidentskandidaat nam hij het op tegen John F. Kennedy. Heel vreemd is dat Nixon op de dag van de verkiezingen uren zoek is geweest. Dat leidde tot grote paniek: op een gegeven moment was hij zelfs niet meer in de Verenigde Staten. Hij is, nadat hij zijn stem had uitgebracht, met een paar vrienden naar Mexico gereden, om een trip down memory lane te maken. Voor mij een mooie kapstok om zijn verleden te onderzoeken.
Die ene dag intrigeert me al heel lang. Toen is er iets in hem gebroken. De paranoia, altijd al een deel van zijn persoonlijkheid, is door het verlies die dag fataal versterkt. Hij voelde zich altijd al een buitenstaander, en kwam ook uit arm gezin: zijn vader was een heel onaangename man. Zelfs als president voelde hij dat hij er niet helemaal bij hoorde. Dat gevoel herken ik.
Nixon was een man die heel gedisciplineerd was, maar die controle was aangeleerd. Af en toe had hij zichzelf niet in de hand en dan gebeurde er iets vreemds. Die verdwijning is daar een goed voorbeeld van.”

In hoeverre heeft dit boek over Nixon te maken met de huidige Amerikaanse president, Donald Trump?
“Dat ik het boek kon schrijven terwijl Trump president is, noem ik een schitterend ongeluk. Ik denk al heel lang na over het schrijven van een boek over Nixon. Ik verzamel ook al 25 jaar boeken over hem. Mijn boek gaat niet over Trump, maar indirect ook weer wel; omdat indirect alles over Trump gaat: zijn invloed is alomtegenwoordig.
Er zijn wel raakvlakken tussen Trump en Nixon. Beiden hebben het ambt bezoedeld met hun gedrag. Maar toch is Nixon wezenlijk anders, hij was politicus in hart en nieren, terwijl Trump juist een antipoliticus is: een gangster. Dat mensen mijn boek lezen met Trump in het achterhoofd is ook niet zo erg, je schrijft een boek voor de eeuwigheid, en Trump is in het slechtste geval nog zes jaar president.”

Hoe snel schrijft u?
“Dit boek heb ik in acht maanden geschreven, maar daarvoor gistte het al in mijn hoofd. Het nadenken over dit boek begon dus al veel eerder.”

Waar schrijft u mee?
“Ik gebruik twee computers, een desktopcomputer waarop ik aan de tekst werk, en een laptop om research te doen. Dat loopt ook wel door elkaar heen, want in de praktijk laat ik me hopeloos snel afleiden. Maar dat leidt vaak weer tot nieuwe ideeën.”

Zou u op een onbewoond eiland kunnen zitten met Richard Nixon?
“Het zou heel ongemakkelijk zijn. Richard Nixon was heel intelligent, een wandelende hersenpan. Maar om sociaal contact met mensen te onderhouden, dat was voor hem een totale ramp. Dat was ook een van de redenen waarom hij het af moest leggen tegen Kennedy, die kon in ieder geval doen alsof hij heel sociaal was.”

Wat is de ergste tegenslag die u te verduren hebt gekregen tijdens het schrijven?
“Afgezien van de vertwijfeling? Het schrijven ging eigenlijk erg soepel. De research was soms lastiger. Ik ben in Zuid-Californië geweest om plekken te bezoeken, en om research te doen bij de Richard Nixon Museum and Library. Maar daar hebben ze niet alles. Een deel van het archief is in handen van de Nixon Foundation, die gerund wordt door zijn dochters. Ik had foto’s uit hun archief nodig om een beeld te krijgen van het huis van Nixons moeder, voor een scène in het boek. Ze wilden eerst de scène lezen. Maar… ik had die foto’s nodig om die scène überhaupt te kunnen schrijven. Het was een heel gedoe ze te overtuigen.”

Doet u aan mythevorming?
“Ik ben geneigd om die vraag met nee te beantwoorden. Maar aan de andere kant is het ook moeilijk om aan mythevorming te ontkomen als schrijver: je vertelt vaak hetzelfde verhaal, maar dan op andere manieren. Dit boek over Nixon gaat ook over mezelf. In die zin is alle literatuur mythologisering. Maar ik heb geen act, dat zou ik ook heel irritant vinden.”

Welke schrijvers schaart u onder uw vrienden?
“Veel van hen waren al vrienden van me voordat ze schrijver werden, maar ik zal er een paar noemen: Persis Bekkering en Roman Helinski zijn vrienden van me, en Gustaaf Peek, hoewel hij geloof ik boos op me is – ik hoop erg dat dat weer goedkomt.”

Tot slot: op het huis van welke schrijver zou u wel een precisiebombardement willen laten uitvoeren?
“Je bedoelt: aan wie heb ik een hekel? Ik heb aan een aantal mensen een hekel, maar een precisiebombardement verdienen ze niet. Ik zou wel een precisiebombardement willen uitvoeren op het huis van Ernest Hemingway, in Key West. Maar dat ligt niet aan Hemingway, maar aan het feit dat het een vreselijke tourist trap is geworden.”

Zoeklicht op het Gazon verschijnt op 29 november, bij uitgeverij Ambo Anthos.