Spring naar de content
bron: shutterstock

Het ministerie maakt er een potje van

Ieder jaar maken zorgverzekeraars ingewikkelde prijsafspraken met zorgaanbieders. Daarnaast is er een almaar uitdijend woud van subsidieregelingen. Dat moet eenvoudiger kunnen.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Marcel Levi

Het leek allemaal zo simpel bij de invoering van de Zorgverzekeringswet ruim vijftien jaar geleden. Verzekeraars zouden voor het komend jaar bij ziekenhuizen het juiste volume zorg inkopen tegen de beste prijs. Op basis daarvan zouden ze hun premie bepalen in november, en dan konden consumenten in december kiezen bij welke verzekeraar ze de polis wilden afsluiten. 

Het liep allemaal een beetje anders. In de eerste plaats omdat het nogal een toer is voor een dikke 10 zorgverzekeraars bij 120 zorgaanbieders volume- en prijsafspraken te maken voor ruim 4500 zorgproducten. Tja, hoe idioot kan je het ook verzinnen? En ook omdat de financiën stevig onder druk staan bij zowel ziekenhuizen als verzekeraars, lukt het maken van afspraken telkens niet op tijd en zijn er elk jaar in december nog nauwelijks contracten gesloten. Sterker nog, in de regel is er in maart pas voor driekwart van de zorgaanbieders een akkoord en bijna halverwege het jaar staan er nog vele afspraken open. Hoe kan de consument dan gericht kiezen voor de beste verzekeraar? 

Abboneer op een lidmaadschap

Flinke korting op een digitaal jaarabonnement

Sluit nu voordelig een abonnement af en maak kennis met de journalistieke kracht van HP/De Tijd. (Op elk moment opzegbaar.)

Kies een abonnement

Dat ziekenhuizen en instellingen voor geestelijke gezondheidszorg jaarlijks moeten onderhandelen over volumes van zorg en prijzen voor het komend jaar zou nog tot daaraantoe zijn. Maar interessant genoeg gaan al die langdurige onderhandelingen daar nauwelijks over. Eigenlijk is het voornaamste gespreksonderwerp het totaalbudget dat verzekeraars willen uitkeren aan een zorgaanbieder. 

Volgens onze kolderieke Zorgverzekeringswet zou dat simpelweg moeten volgen door afgesproken volume en prijzen met elkaar te vermenigvuldigen. Maar zo werkt het dus niet. Er wordt gewoon eerst wekenlang gesteggeld over het budget en allemaal ingewikkelde budgetplafonds, die erop neerkomen dat een ziekenhuis dat méér doet dan afgesproken daarvoor niet wordt betaald. Dat zou ook een leuk model zijn voor de Albert Heijn: als je meer in je mandje stopt dan je aanvankelijk wilde, hoef je daarvoor niet af te rekenen. Als het ziekenhuis onverhoopt minder doet dan afgesproken, dan wordt het budget uiteraard wel gekort. 

Als het totaalbudget dan uiteindelijk is vastgesteld, worden op basis van de volumes van het afgelopen jaar de tarieven gewoon verzonnen door het budget te delen door het volume, om het sommetje kloppend te krijgen. En daarom hebben we per ziekenhuis verschillende en volstrekt virtuele prijzen voor zorgproducten, die niets met de werkelijkheid te maken hebben. En die patiënten op de afrekening van hun verzekeraar (die ze dus expres niet of nauwelijks te zien krijgen) onmogelijk herkennen en die soms ook nog eens een vervelend effect kunnen hebben op het eigen risico. 

We hebben per ziekenhuis verschillende prijzen voor zorgproducten, die niets met de werkelijkheid te maken hebben.

En zo hebben we de afgelopen jaren dus een volslagen losgezongen onderhandelingscircus tussen verzekeraars en zorgaanbieders opgetuigd, dat op geen enkele manier op de realiteit gebaseerd is. En elk jaar moet deze mallemolen weer opnieuw draaien, want verzekeraars willen nauwelijks of niet meerjarige afspraken maken. Dus houdt dit geld-slurpende contracteerfestijn jaarlijks honderden mensen bezig. Het wordt zelfs steeds moeizamer, want centrale akkoorden gaan uit van gelijkblijvende of zelfs krimpende zorg, terwijl de vraag van patiënten en de kosten van personeel, materiaal, apparatuur en geneesmiddelen alleen maar toenemen. 

Tegen deze achtergrond van virtuele maar veelal tekortschietende tarieven en te krappe budgetten doet zich nog een uiterst merkwaardig fenomeen voor: de ongebreidelde groei van subsidieregelingen, stimuleringsgelden, transformatiebudgetten en andere speciale financiële potjes die je allemaal kunt aanvragen bij de overheid. Inmiddels kan dat voor een totaalbedrag van bijna vier miljard, meer dan een verdubbeling ten opzichte van drie jaar geleden. En jaarlijks komen daar tientallen nieuwe regelingen bij. 

Het gaat om een eindeloze hoeveelheid verschillende potjes waaruit je bedragen kan aanvragen van duizend euro tot twee ton. Variërend van een ‘specifieke uitkering domeinoverstijgend samenwerken’ tot ‘kickstart medicatieoverdracht’. Of voor het ‘versnellingsprogramma informatieoverdracht Babyconnect’, of ‘anonieme e-mental health’ dan wel voor ‘borstprotheses voor transvrouwen’. Met elk een superingewikkelde en uitgebreide aanvraagprocedure en arbeidsintensieve verantwoordingscyclus. Vaak zo ingewikkeld dat je dat zelf nauwelijks kunt, en er dus een hele industrie op gang is gekomen van kleine bedrijfjes en bureautjes die je daarbij helpen. Over efficiënt geld besteden gesproken. 

En om maar geen potentiële subsidie te missen kun je je voor een dikke duizend euro abonneren op Zorgsubsidiekalender.nl. Er is zelfs een subsidieregeling die beoogt de zorg minder ingewikkeld te maken, uiteraard met een daarbij behorende razend ingewikkelde aanvraagprocedure en een minimum aanvraagbedrag van €33.333,33. 

Je kunt je afvragen of deze hele subsidiepoppenkast met bijbehorende transactiekosten nu echt iets bijdraagt aan een betere zorg voor patiënten. Je zou die vier miljard ook gewoon kunnen toevoegen aan het budget waarover zorgverzekeraars en zorgaanbieders elk jaar onderhandelen, om een klein beetje lucht in het bijna vastgelopen systeem te brengen. En om tarieven en prijzen wat meer in overeenstemming te brengen met de werkelijkheid. 

Maar dan moet je erop vertrouwen dat al die zorgaanbieders ook zonder de subsidiepotjes de juiste prioriteiten stellen en voldoende vernieuwend bezig blijven. En vertrouwen van de overheid in zorgprofessionals is nu net precies wat ontbreekt. Dus maakt het ministerie er liever zelf een potje van.  

Met uw donatie steunt u de onafhankelijke journalistiek van HP/De Tijd. Word donateur of word lid, al vanaf €4 per maand.