Spring naar de content
bron: anp

Expats in de Algarve: een zegen en een vloek

Het leven in Portugal is door de komst van expats voor de gewone Portugees onbetaalbaar geworden. Maar zonder diezelfde expats zou de economie morsdood zijn, schrijft Arthur van Amerongen.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Arthur van Amerongen

Ik ben met Arie Pos op reis door het hoge noorden van Portugal in het kader van ons nieuwe boek Het Onbekende Portugal. We hebben ruim een jaar nagedacht over deze titel en vinden hem geniaal in zijn eenvoud. Zojuist hebben we de markt van Barcelos bezocht, een van de grootste in Europa, en tevens the best kept secret van Portugal. De legende van de beroemde galo komt hier vandaan en het lijkt ons origineel om die haan op het omslag van Het Onbekende Portugal te zetten. 

Ach, wat is onbekend? Olhão noem ik in al mijn columns en verhalen al ruim een decennium het best bewaarde geheim van de Algarve, met als gevolg dat de stad overstroomd wordt door Nederlanders, type driekwartsbroek, kortpittig paars kapsel, gifgroene Crocs, spataderen en couperose. Vaak zijn het camperaars, die het natuurreservaat voor mijn deur onderschijten om hun chemisch toilet te sparen. Keurig als ze zijn, laten ze altijd een hoopje wc-papier liggen naast hun drollen.

Abboneer op een lidmaadschap

Flinke korting op een digitaal jaarabonnement

Sluit nu voordelig een abonnement af en maak kennis met de journalistieke kracht van HP/De Tijd. (Op elk moment opzegbaar.)

Kies een abonnement

Jarenlang hing ik de grote Portugal-promotor uit in columns voor de Volkskrant, HP/De Tijd en in uitgesponnen advertorials voor diverse glossies. Ik schuwde de clichés niet en repte over ‘het laatste belastingparadijs van Europa’ en ‘het Portugese wonder’ (over de aanpak van corona). Ontelbare lezers zijn in mijn mooie praatjes getuind en togen zonder enig onderzoek en blindvarend op mijn enthousiaste adviezen (die ik hikkend van de drank en van het lachen opschreef) naar de Algarve. Die invasie leidde tot een enorme gentrificatie, bijvoorbeeld van mijn Olhão. 

Daar zat ik dan met drie honden die ik uit Paraguay had meegenomen, tussen de sinaasappels, de walnoten, de amandelen, de druiven, de boomaardbeien, de vijgen en alle andere zaken waar de Portugezen zonder onderscheid vuurwater van stoken. 

Het stadje was een oase van rust toen ik hier twaalf jaar geleden landde. Na een kortstondig verblijf in het uiterste westen van de Algarve (waar het ‘s winters sneeuwt) betrok ik een houten huisje op een heuvel net buiten Olhão, met uitzicht op de Atlantische Oceaan. De huur was 150 euro per maand, op een lap grond van 5 hectare. Zonder buren. Daar zat ik dan met drie honden die ik uit Paraguay had meegenomen, tussen de sinaasappels, de walnoten, de amandelen, de druiven, de boomaardbeien, de vijgen en alle andere zaken waar de Portugezen zonder onderscheid vuurwater van stoken. 

In het centrum van Olhão stonden vissershuizen  – drie verdiepingen met dakterras – toentertijd te koop voor 50.000 euro. Olhão was zwaar verpauperd, de helft van de winkels en de woningen stond leeg. De huizen bleven spotgoedkoop tot de komst van de Fransen, die speciale belastingvoordelen kregen en enorm veel onroerend goed opkochten in de Algarve. Inmiddels is er nauwelijks nog iets te huur want de Portugezen ruiken geld en vragen de hoofdprijs. Alles staat te koop, tegen exuberante bedragen. Je moet echt de Algarve profundo in om nog een oud boerderijtje (makelaar: ‘Ideaal voor klussers’) op de kop te tikken. De expats die neerstreken in Olhão namen allemaal een autootje mee, waardoor parkeren in het stadje, dat qua structuur vergelijkbaar is met een Noord-Afrikaanse kasba, net zo’n hel is geworden als in 020. Het voordeel van de expat-invasie is dat er nu veel goede restaurants zijn bijgekomen en dat je in de supermarkten alle mogelijke delicatessen en exotische producten en specerijen kan kopen. Dat was twaalf jaar geleden wel anders.

bron: arthur van

Tijdens de natte lunch in Barcelos met Arie in, die 34 jaar in Portugal woont en zelfs met een Portugese getrouwd is, hebben we het over de voor- en nadelen van de invasie van expats in onze patrie de coeur. De aanleiding is een recent stuk over Portugal van Jurriaan van Eerten, de correspondent van Het Parool en Trouw op het Iberisch Schiereiland. Hij schreef: 

Eerst voorbij een cocktailbar lopen waar Amerikanen en Noord-Europeanen rustig een drankje van een euro of 8 drinken, daarna door een straat waar de huren niet onderdoen voor die in Amsterdam, om vervolgens in een supermarkt te moeten kiezen tussen een B-merk pak rijst of pasta. Als het al mogelijk is om die dag dit soort boodschappen te betalen. Door de toenemende inflatie komen steeds meer Portugezen financieel in de knel, terwijl het land door de influx van expats en afstandswerkers in hoog tempo duurder wordt. Hierdoor ontstaat een groeiende kloof tussen de Portugees die probeert te overleven op een lokaal salaris en de buitenlanders met hun laptops in koffiebarretjes, die vaak een veelvoud daarvan verdienen. In een land waar het minimumloon 760 euro per maand is, terwijl bijvoorbeeld een liter benzine net onder de twee euro kost en het boodschappenmandje qua prijs niet veel verschilt van dat in Nederland, verbaast de uitkomst van het onderzoek niet. Om een eenkamerappartement te huren in de hoofdstad besteden Portugezen gemiddeld genomen tweederde van hun inkomen. Bovendien geldt dit niet alleen voor de hoofdstad: ook in de tweede stad Porto en de door Noord-Europeanen bevolkte Algarve is het voor de middenklasse praktisch onmogelijk om nog woonruimte te vinden die in verhouding staat tot het inkomen. Zelfs in kleinere plattelandssteden zijn de prijzen recent over de kop gegaan. In Évora, op anderhalf uur rijden van Lissabon, steeg de gemiddelde huur van een woning bijvoorbeeld met meer dan 120 procent in één jaar. 

Wat de consumpties betreft: een kopje uitmuntende espresso kan je overal drinken voor 60 tot 80 eurocenten. Een fles bier in een lekker gore kroeg kost een euro, net als een glaasje aguardente. Overal in de Algarve kan je voor zeven euro uitgebreid lunchen, met soep, salade, hoofdgerecht, toetje, wijn en koffie. Maar grosso modo is de Algarve absoluut duurder geworden door de komst van de buitenlanders. De expats zijn een zegen en een vloek: zonder hun zou de economie morsdood zijn. 

Overal in de Algarve kan je voor zeven euro uitgebreid lunchen, met soep, salade, hoofdgerecht, toetje, wijn en koffie.

Arie, met wie ik Portugal voor Bonvivanten schreef, stuurde naar aanleiding van het artikel van Jurriaan van Eerten deze mail naar Het Parool, die helaas niet werd geplaatst: 

Eindelijk eens wat zinnigs over Portugal in een Nederlandse krant. Het is in werkelijkheid nog aanzienlijk erger dan Van Eerten beschrijft. Niet voor niets staken staatsambtenaren, dokters en verplegend personeel, leraren, rechters en rechtbankmedewerkers tijdens de PS-partijdictatuur (die niets socialistisch meer heeft, maar eerder salazaristisch moet heten) tegen de klippen op voor een beter salaris. Ze verdienen in 2023 minder dan in 2009. Het minimumloon is verhoogd naar € 760, maar jonge academisch geschoolden verdienen amper € 1.000 per maand en emigreren met zo’n 10.000 per maand naar het buitenland. Een leefbaar bestaan is heden ten dage voor ‘gewone Portugezen’ vrijwel onmogelijk in eigen land, waar een Verelendung zonder precedent aan de gang is. Gezondheidszorg, justitie, huisvesting, pensioenen en onderwijs bevinden zich in een ‘race to the bottom’ en zijn administratief volkomen disfunctioneel geworden. De PS-dictatuur weigert er een cent meer dan een paar symboolpolitieke grijpstuivers aan uit te geven en gebruikt de obsceen hoge extra BTW-inkomsten vanwege torenhoge energie- en voedselprijzen alleen om de staatsschuld af te lossen en zo het IMF, de ECB, de EC en ratingbureaus te pleasen, zodat ze daar als er weer een nieuw staatsfaillissement (het zoveelste) dreigt weer hun hand kunnen komen ophouden. Rijke buitenlandse toeristen, pensionado’s, digital nomads, Aussteigers en klimaatwappies vestigen zich met jarenlange belastingvrijdom in Portugal, maken het huren en kopen van land en huizen voor Portugezen onbetaalbaar en drijven de prijzen in vakantiebestemmingen (hotels, restaurants, bars, supermarkten) op, zodat gewone Portugezen niet op vakantie kunnen of uitwijken naar goedkopere buitenlanden.

Hoewel er een flinke kloof is tussen de welgestelde expats in Portugal en de locals, zijn de Portugezen ware meesters in het overleven en hebben ze al talloze crises doorstaan. De grote Portugal-kenner Cees Groenewegen schreef een aardig verhaal over hoe Portugezen rondkomen met het minimumloon. 

Een aardig voorbeeld: in Portugal mag je in rechte lijn schenken en erven zoveel je maar wilt, zonder belasting te hoeven betalen. Hier dus geen ‘jubelton’ of vrijstellingsberekeningen tot achter de komma. In rechte lijn (let op opa’s en oma’s!) mag belastingvrij met vermogen worden geschoven. En dat gebeurt ook. Portugese ouders blijven niet tot aan hun dood op hun zak centen zitten, zodat de kinderen dat geld pas krijgen als ze het eigenlijk niet meer nodig hebben. Het tegenovergestelde is het geval. Ouders en zelfs grootouders financieren het huis mee zonder dat de Finanças (de Portugese belastingdienst) daarvan meevreet. En terecht eigenlijk, over dat geld is immers al inkomstenbelasting betaald, en oma kan er beter een huis voor haar kleindochter voor kopen dan een Italiaanse sportauto voor zichzelf.

En al die Nederlandse studentjes die nog bij papa en mama wonen omdat een containertje in een woonblok vol geile statushouders te duur is, zouden even goed naar ome Kees moeten luisteren: 

Bijna iedere jongeling wil zo snel mogelijk het ouderlijk nest verlaten, maar het probleem zit ‘m natuurlijk in dat woord ‘mogelijk’. In Portugal is het heel normaal dat kinderen tot laat in de twintig of zelfs tot dik in de dertig bij pa en ma blijven huizen. Daarmee kunnen ze flink sparen voor een eigen woning en dat drukt de vaste maandlasten. Vooral voor de minimumloner is deze springplank van groot belang. In Noord-Europa wordt dat gebrek aan zelfstandigheid, de dertiger die bij pa en ma woont, gezien als een gebrek aan levensvreugde. In Portugal wordt dat juist gezien als een groot goed: wat fijn dat je ouders je zo’n enorme sprong in het leven kunnen meegeven. Al zijn er natuurlijk heel wat Portugese jongeren die liever zelfstandig zouden gaan wonen.

Arie Pos ten slotte: ‘Wilt u meer weten: kom niet massaal naar Portugal maar lees eerst onze gids.’

Met uw donatie steunt u de onafhankelijke journalistiek van HP/De Tijd. Word donateur of word lid, al vanaf €5 per maand.