Spring naar de content
bron: anp

Alejandro Valverde en de chaostheorie van professor Garcia Acosta

Frank Heinen keek naar El Día Menos Pensado, de Netflix-serie over Team Movistar, en ontdekte opvallende gelijkenissen met The Sopranos. “Waarom Garcia Acosta, die ik het nog niet zou toevertrouwen een Calippo te eten zonder er een puinhoop van te maken, nog steeds bij Movistar een stuur in zijn handen krijgt? Dat moet iets te maken hebben met Tony Sopr- ik bedoel, Alejandro Valverde.”

Gepubliceerd op: door Frank Heinen

Helemaal aan het eind van het tweede seizoen van de Netflix-documentaire over Movistar probeert Alejandro Valverde een grapje. 

Iedereen kan een grapje maken, al zijn de verschillen in uitvoering reusachtig.

Laat ik het voorzichtig formuleren: waren grapjes een vast onderdeel van de wielersport, dan was Valverde never El Imbatido geworden.

Vrijdag won hij een rit in Dauphiné Libéré, een van de zwaarste rittenkoersen die er bestaan. Hij versloeg er renners die half zo oud zijn, alsmede jongens die in ploegen rijden die dubbel zo grondig zijn georganiseerd als de zijne. Het was een flukse sprint, lange, stevige halen die je al zo vaak hebt gezien dat je vergeet dat hoeveel pijn het elke keer opnieuw moet doen.

Abboneer op een lidmaadschap

Flinke korting op een digitaal jaarabonnement

Sluit nu voordelig een abonnement af en maak kennis met de journalistieke kracht van HP/De Tijd. (Op elk moment opzegbaar.)

Kies een abonnement

En, voor wie 41 is, vermoedelijk elke keer een beetje meer pijn dan de vorige.

Je moet er onwillekeurig om lachen. Niet omdat het lachwekkend is, maar om je bewondering te kanaliseren.

Movistar doet me denken aan de bende van Tony Soprano, met Enric Mas als de door Steve van Zandt gestalte gegeven Silvio Dante, inclusief boeiende bijrol voor het eigen gebit

Misschien komt het omdat het de twee series zijn die op dit moment een groot deel van mijn avonden vullen, maar Movistar doet me denken aan de bende van Tony Soprano, met Enric Mas als de door Steve van Zandt gestalte gegeven Silvio Dante, inclusief boeiende bijrol voor het eigen gebit, de oude Eusebio Unzué als Corrado Soprano wiens woord precies niets waard is en die precies even vergeetachtig is als voor de situatie het handigst is, en met Marc Soler als Chris Moltisanti, die af en toe iemand omlegt, zonder dat hem dat is opgedragen, zonder dat dat enig strategisch of financieel nut lijkt te hebben, maar gewoon: om maar iets te doen. Net als Moltisanti kijkt Soler na elke stommiteit glazig voor zich uit, en hoort hij onderuitgezakt de scheldpartijen van zijn meerderen aan, omdat hij weet dat die scheldpartijen geen onderdeel zijn van een of ander leerproces waarin hem iets wordt bijgebracht, maar omdat ze nu eenmaal deel uitmaken van een in steen gehouwen hiërarchie.

Alleen van Vicente Garcia Acosta bestaat geen fictionele tegenhanger. Zo ver waren de scriptschrijvers van HBO eind twintigste eeuw nog niet. Garcia Acosta, die zo lang op kop van het peloton heeft gereden dat alle logica onderweg uit de zijne lijkt te zijn gewaaid, is als ploegleider de grote ster van het tweede seizoen van El Dia Menos Pensado. Hij is de olijkheid in persoon. In de verte doet hij denken aan Paulie Gualtieri, maar dan gekruist met Jan Wijdbeens. Garcia Acosta geeft leiding volgens de chaostheorie: als de niet-lineaire beïnvloeding van een volstrekt onvoorspelbare ploegleider in theorie tot alles kan leiden, waarom dan niet tot een zege van zijn eigen ploeg? Zijn strategie bestaat uit de totale afwezigheid van strategie.

Elke keer dat ik Garcia Acosta in een auto zie zitten, denk ik aan de onwrikbare ernst waarmee veel topsportcoaches hun eigen werk bezien. Met de frons van de hersenchirurg bestuderen zij het wedstrijdplan, het trainingsschema, de opstelling. Op een door uiteenlopende cursussen en studies gedragen toon bespreken zij elk detail. Ook die coaches hebben Netflix. Ook zij zien Vicente Garcia Acosta onbegrijpelijke adviezen brullen, verkeerd rijden, als een soort menselijke bowlingbal van de ene blamage naar de volgende rollen en naar de camera grimassen als de man die al jong heeft geleerd dat incompetentie in heel speciale gevallen een pré kan zijn.

Dat is de voornaamste overeenkomst tussen Valverde en Gandolfini: het lachje

Wat zullen ze denken, die coaches? Zo kan het dus ook? 

Of: dat kán toch niet zo?

Waarom Garcia Acosta, die ik het nog niet zou toevertrouwen een Calippo te eten zonder er een puinhoop van te maken, nog steeds bij Movistar een stuur in zijn handen krijgt? Dat moet iets te maken hebben met Tony Sopr- ik bedoel, Alejandro Valverde.

Kijk naar die overeenkomsten, kijk dan! 

Kijk naar die kalende schedel, die haarlijn die zich in allerijl terugtrekt van dat hoofd vol rancune, en kijk naar dat grinnikje aan het eind van de zesde aflevering van seizoen twee: exact acteur James Gandolfini direct nadat hij een opmerking heeft gemaakt waarvan de reactie van de ontvanger zal moeten bepalen of het een grapje is of bittere ernst. Want dat is de voornaamste overeenkomst tussen Valverde en Gandolfini: het lachje. Kijk de slotaflevering van seizoen twee van El Dia Menos Pensado nog eens terug. In de laatste aflevering spreekt hij over de komst van de Colombiaan Miguel Angel López naar de ploeg, Zijn Ploeg want zoals er in de Soprano-bende iedereen zijn eigen franchise heeft maar er tegelijk te allen tijde naar één man geluisterd wordt, zo rijdt bij Movistar in principe iedereen voor zichzelf, tot Valverde iets wil winnen, want dan rijdt iedereen voor Valverde. Nog maar een paar maanden voor hij een contract tekende bij Movistar vertelde López aan wie het maar horen wilde dat hij Movistar een bende vond, respectloos en wat niet al. Hij zou er, bij wijze ván, nog niet dood gevonden willen worden. Een paar maanden later kondigde Movistar een nieuwe, dure, levende kopman aan: López. 

Stel je een volstrekt incompetent leger voor dat de ene na de andere veldslag verliest omdat praktisch niemand precies weet wie er nu generaal is en wie kolonel en wie maarschalk, en de paar mensen die het zouden moeten weten, zijn dan weer vergeten wat nu ook alweer de volgorde is van al die rangen. Stel, dat leger krijgt een nieuwe topman, een generaal-maarschalk-kolonelachtig type, afkomstig uit een ánder, concurrerend leger waar ze ook nooit helemaal een vinger achter hun eigen strategieen hebben weten te krijgen, zodat de meeste veldslagen tussen die twee legers dan ook op een even spectaculair als onbegrijpelijk niets uitlopen.

Wees eerlijk, zei die blik, die schalkse stoute-jongens-van-middelbare-leeftijdblik, lijk ik nu niet sprekend op Tony Soprano?

Stel je dat eens voor.

Hoeft niet. Bestaat al.

López liet weten het allemaal niet zo gemeend te hebben, en keek erbij als iemand die het vooral niet meent wanneer hij zegt dat hij het niet zo meende, Más was verongelijkt (of niet, dat is bij hem altijd lastig uit te maken), Soler staarde weer eens in de camera met de blik van de man die duizend jaar slaapt, wakker wordt, zijn grot uit loopt en een volwassen vent in monokini op een elektrische step voorbij ziet scheuren  en meesterknecht met wiskundeleraaruitstraling Imanol Erviti zette zijn ‘Ik ben niet boos, ik ben alleen teleurgesteld’-blik op.

En Alejandro Valverde? Die zei: ‘Er komt gedonder van wat hij zei.’ En vervolgens: ‘Hij mag de leider zijn.’ En uiteindelijk: ‘Maar er is geen wrok.’

Daarna giechelde hij de giechel der kortademigen, en blikte hij in de camera.

Wees eerlijk, zei die blik, die schalkse stoute-jongens-van-middelbare-leeftijdblik, lijk ik nu niet sprekend op Tony Soprano?

De laatste minuten van El Dia Menos Pensado zijn een vooraankondiging van wat op niets anders kan uitlopen dan op totale chaos, tijdens de Tour de France. Maar waar die chaos op zal uitlopen – moord, de implosie van een wielerploeg of een eindzege van Valverde – dat weet nu nog niemand. Zelfs Vicente Garcia Acosta niet.