Spring naar de content
bron: pexels

Ontlezing is de redding van de literatuur

Vanuit zijn woonplaats Genua beschouwt Ilja Leonard Pfeijffer wekelijks een onderwerp dat het Nederlandse nieuws beheerst. Deze week: Ontlezing is de redding van de literatuur, schrijft Ilja. “Wat ik bedoel, is dat vele meesterwerken uit het verleden vooralsnog weten te ontsnappen aan de verontrustende mode om boeken met een naar hedendaagse, woke normen onwelgevallige inhoud te cancelen, omdat niemand die klassiekers kennelijk nog leest.”

Soms denk ik wel eens dat de ontlezing de redding is van de literatuur. En daarmee bedoel ik niet dat velen van mijn collega’s zich de air van een literator kunnen aanmeten bij gratie van het feit dat niemand hun pretenties ontmaskert omdat niemand hen nu eenmaal leest. Evenmin doel ik op de trotse gewoonte in literaire kringen om ongelezenheid te beschouwen als keurmerk van kwaliteit. Wat ik bedoel, is dat vele meesterwerken uit het verleden vooralsnog weten te ontsnappen aan de verontrustende mode om boeken met een naar hedendaagse, woke normen onwelgevallige inhoud te cancelen, omdat niemand die klassiekers kennelijk nog leest. 

Deze gedachten kwamen in mij op toen ik van de week het Symposium van Plato herlas. Ik zou hier niet aan moeten toevoegen dat ik het in het Griekse origineel las, omdat dat vanzelfsprekend hoort te zijn, maar het snobappeal van dit soort klassiekers vereist nu eenmaal dat sommige evidenties benadrukt worden. Ik las het boek niet voor mijn plezier, het was ergens voor, ik moest het herlezen voor een project dat ik aan het overwegen ben, maar desondanks heb ik er enorm veel plezier aan beleefd. Plato is een fantastisch stilist. Zijn Grieks is rijk en lenig, geraffineerd, charmant, grappig en precies en in het Symposium laat hij zichzelf in stilistisch opzicht van zijn allerbeste kant zien. Zijn Griekse zinnen zijn levendig en bruisen van het leven. Ik kan mij herinneren dat ik vroeger, toen ik nog Grieks studeerde, bij het lezen van Plato voor het eerst de sensatie had dat ik mij kon voorstellen dat deze taal ooit echt door levende mensen is gesproken. Die sensatie had ik nu weer. Het leek allemaal gisteren geschreven. 

Abboneer op een lidmaadschap

Flinke korting op een digitaal jaarabonnement

Sluit nu voordelig een abonnement af en maak kennis met de journalistieke kracht van HP/De Tijd. (Op elk moment opzegbaar.)

Kies een abonnement

Des te schokkender was de inhoud. De dialoog gaat over de liefde en een substantieel deel ervan is gewijd aan de zegeningen van de liefde van oudere mannen voor jonge jongens, die de leeftijd hebben waarop hun eerste baardharen als dons op hun kin gloren en die volgens de momenteel vigerende wetgeving met zekerheid als minderjarig aangemerkt zouden worden. Er wordt een heel systeem opgetuigd om pedofilie te vergoelijken. Als het boek werkelijk gisteren geschreven was, had ik het nooit kunnen lezen, want dan zou het zeker niet worden uitgegeven. Als ik iets uit dit boek zou willen citeren op Twitter, kan ik dat maar beter in het Oudgrieks doen, want anders zijn de rapen gaar. Als het Symposium nog gelezen werd, zou het al lang zijn gecanceld. Ik vraag me oprecht af of de opleidingen Klassieke Talen aan de Nederlandse universiteiten deze tekst van Plato nog op het curriculum durven te zetten, zoals in de jaren tachtig van de vorige eeuw, toen ik studeerde, nog wel het geval was. 

Ongemak zet je aan het denken. Sterker nog: ongemak is een noodzakelijke voorwaarde voor een kritische evaluatie van je eigen vanzelfsprekende principes en uitgangspunten

Maar ik hoef hopelijk niet te benadrukken hoe zonde het zou zijn om deze tekst uit het curriculum te schrappen en vanwege de schokkende inhoud te negeren, niet alleen vanwege Plato’s superieure stijl en het historische belang van deze tekst, maar juist ook vanwege die schokkende inhoud. Ik was dankbaar dat ik geschokt was, want de confrontatie met een waardensysteem dat fundamenteel van het onze verschilt, is ongemakkelijk en juist daardoor bijzonder waardevol. Ongemak zet je aan het denken. Sterker nog: ongemak is een noodzakelijke voorwaarde voor een kritische evaluatie van je eigen vanzelfsprekende principes en uitgangspunten. Die kritische evaluatie hoeft niet per se te leiden tot een verandering van je principes, integendeel, ze kan deze principes ook steviger en robuuster maken, maar zonder het ongemak blijf je noodzakelijkerwijs hangen in de blinde vanzelfsprekendheid van je eigen gelijk en daar wordt een mens niet beter van en de wereld evenmin. 

Cancel culture is kinderachtig. Als je iets hoort wat je niet bevalt, stop je je vingers in je oren, zing je heel hard lalala en doe je net alsof het niet bestaat. Dit is geen activisme, maar de botste vorm van dogmatiek. Groei, verbetering en leerprocessen worden op gang gebracht door doelbewuste blootstelling aan afwijkende en bij voorkeur pijnlijk ongemakkelijke en schokkende standpunten. Door deze confrontaties te mijden wentel je je zelfgenoegzaam in de onaantastbaarheid van je eigen gelijk als een varken in zijn eigen drek en zul je evenmin ooit leren te beargumenteren waarom je denkt dat je gelijk hebt. Dan ben je als een middeleeuwse prelaat die de grondslagen van het geloof niet ter discussie wil stellen en als een lid van de Heilige Inquisitie die onwelgevallige meningen bestrijdt met het argument van de brandstapel. En hoe kun je vaststellen dat onze hedendaagse maatschappij inclusiever, rechtvaardiger en beter is dan vroeger als je je ogen sluit voor hoe het vroeger was? Denk je dat we veel vooruitgang hebben geboekt en dat er desalniettemin nog veel te verbeteren valt? Dat denk ik ook. Maar laten we dan vooral bestuderen hoe het vroeger was om die vooruitgang te documenteren en lessen te leren ten bate van de verbeteringen die wij nog wensen. 

Bovendien word je gedwongen om na te denken over de buitengewoon ongemakkelijke vraag in hoeverre seksuele voorkeuren cultureel bepaald zijn en misschien zelfs onderhevig aan mode, hetgeen je eveneens wellicht dwingt na te denken over de oorzaak van het verschijnsel dat alle meisjes in de klas van je dochter tegenwoordig lesbisch zijn en veel jongens nonbinair

Je wordt er geen pedofiel van door Plato te lezen, geloof me. Maar een serieuze en eerlijke confrontatie met zijn standpunten dwingt je om na te denken over de ongelijkheid en de asymmetrische machtspositie in relaties, die hij zeer zeker ook signaleert, over vergelijkbare asymmetrische machtsposities in onderwijssituaties, die over het algemeen dan weer niet als problematisch worden gezien, over het verschil tussen liefde die is gericht op seks en liefde die de ander wil verheffen, over de mogelijkheid dat dit onderscheid hypocriet is en over de verhouding tussen liefde en voortplantingsdrift. Bovendien word je gedwongen om na te denken over de buitengewoon ongemakkelijke vraag in hoeverre seksuele voorkeuren cultureel bepaald zijn en misschien zelfs onderhevig aan mode, hetgeen je eveneens wellicht dwingt na te denken over de oorzaak van het verschijnsel dat alle meisjes in de klas van je dochter tegenwoordig lesbisch zijn en veel jongens nonbinair. Ongemakkelijke vragen, ja. Wees dankbaar voor ongemakkelijke vragen. 

Maar niemand leest Plato en dat is zijn redding, want van ongemakkelijke vragen is onze samenleving niet meer gediend. We hebben nu eenmaal definitief allemaal gelijk en dat zullen ze weten ook.