Spring naar de content
bron: ANP/Bas Czerwinski

Drugsvoorlichting kan best in een museum

Nederland heeft een bijzondere relatie met drugs. Binnen vijf jaar moet er een museum zijn dat die relatie duidt en drugsvoorlichting biedt, stelt Machteld Busz, directeur van de maatschappelijke organisatie Mainline.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Sebastian Proos

Nederland is topproducent in MDMA en amfetaminen, en menig Nederlander lust wel een pilletje of een poedertje af en toe. Maar helaas gaat dit ook nog vaak mis door onverantwoordelijk gebruik en onwetendheid. Er is dus meer voorlichting nodig. Misschien kan een drugsmuseum uitkomst bieden?

Machteld Busz, directeur van stichting Mainline, is ervan overtuigd dat een educatief drugsmuseum een stap in de goede richting zou zijn als het aankomt op de Nederlandse kijk op drugs. Mainline is een maatschappelijke organisatie die zich lokaal en in het buitenland richt op zogeheten ‘harm reduction’, de overtuiging dat harde repressie van drugsgebruik meer schade oplevert dan dat het problemen oplost. Vanuit die overtuiging is ook het idee voor het Poppi drugsmuseum ontstaan. Busz: “Met ons initiatief Poppi werken wij toe naar een grote fysieke locatie, waar bezoekers op een diverse en prikkelende manier kennis wordt bijgebracht over drugs en drugsbeleid. Hierbij moet je denken aan verschillende uitingsvormen, zoals kunst en fotografie maar ook interactieve virtual-reality-installaties bijvoorbeeld. Drugsvoorlichting via een museum is een nieuw concept en we geloven dat tentoonstellingen en installaties een effectief en interessant middel zullen zijn om mensen kennis te laten maken met dit onderwerp.”

Abboneer op een lidmaadschap

Flinke korting op een digitaal jaarabonnement

Sluit nu voordelig een abonnement af en maak kennis met de journalistieke kracht van HP/De Tijd. (Op elk moment opzegbaar.)

Word abonnee

Mainline staat hier niet alleen in, want het Poppi drugsmuseum is een initiatief dat door middel van crowdfunding tot stand is gekomen. Busz: “Wij willen dit museum opzetten als een onafhankelijke onderneming, dus wij hebben tot nu toe ook geen subsidieaanvragen bij de overheid gedaan. De campagne is ontzettend goed verlopen, we hebben ons initiële doel van 30.000 euro gehaald om de eerste stappen te kunnen maken. Dat bedrag is natuurlijk niet genoeg om een heel museum mee op te bouwen, maar we kunnen nu verder met kleinere initiatieven zoals events, lezingen en symposiums. Wij horen veel positieve en enthousiaste reacties van mensen en bedrijven op dit initiatief. De campagne was erg spannend en leuk, zo hebben we op 26 juni (de internationale dag tegen drugs, SP.) een flash mob op de Dam georganiseerd waarbij we gingen ‘yogasnuiven’, dus een yogaklas waar er zogenaamd ‘coke’ gesnoven werd.”

Yogasnuiven is een term die door politieambtenaren zoals korspchef Akerboom gebruikt worden om mensen die af en toe op recreatieve wijze drugs gebruiken maar doordeweeks gezond leven te stigmatiseren. Mensen die af en toe iets willen gebruiken zouden direct verantwoordelijk zijn voor alle criminaliteit en problemen dat de oorlog tegen drugs voortbrengt. “Wij vinden dit narratief onnodig stigmatiserend en denken dat het wijzen naar gebruikers met een moreel oordeel geen wezenlijk verschil zal maken. stelt Busz. “Poppi wil dus bepleiten dat we op een meer verdiepende manier naar drugsgebruik gaan kijken. Daarmee zeggen we niet dat gebruikers als consument geen verantwoordelijkheid dragen voor de problemen die voortkomen uit de productie en handel, maar wel dat we in gezamenlijkheid moeten nadenken over alternatieven voor het huidige beleid.”

Drugsgebruik is iets van alle tijden en in alle lagen van de samenleving.

Busz: “Decennialang wordt er van alles geprobeerd om mensen te laten stoppen met drugsgebruik, maar dit werkt niet. Drugsgebruik is iets van alle tijden en in alle lagen van de samenleving, en het is veel te kort door de bocht om gebruikers weg te zetten als het centrale probleem. We moeten verder durven te kijken naar creatieve integrale oplossingen voor zware criminaliteit en andere problemen die verbonden zijn aan productie, handel én gebruik.”

Wat zou dan beter werken? Busz: “Wij vinden dat het tijd is om serieus te onderzoeken of het reguleren van middelen een oplossing kan bieden. Alleen door de controle over productie en handel bij de staat te leggen kan je het verdienmodel van criminelen ondermijnen. Dit betekent niet dat we drugsgebruik willen aanmoedigen:juist de staat kan met meer controle over productie en handel ook het gebruik beter controleren.”

Toch lijkt drugsoverlast over de afgelopen decennia flink te zijn afgenomen. Junks die fietsen stelen om op straat een naald in hun arm te zetten zijn een zeldzaam gezicht tegenwoordig. Busz: “Dat is ook een gevolg van slim overheidsbeleid, maar nu hoor je regelmatig in het nieuws dat er weer een liquidatie heeft plaatsgevonden om kilo’s cocaïne of dat er een grote drugsdumping is gedaan in een bos of zelfs woonwijk. Het probleem zit volgens ons juist aan de kant van de handel en productie, niet aan de kant van gebruikers. Methadonprogramma’s en gereguleerde heroïne verstrekking zijn goede voorbeelden van methodes die wél werken. En om die in te voeren was enkele decennia veel lef en goede samenwerking nodig.”

Wanneer kunnen we het Poppi drugsmuseum binnenstappen? Busz: “Nu onze aanloopfinanciering rond is gaan we aan de slag met events en lezingen organiseren. We gaan nu ook verder onderzoeken waar we sponsoring en investeringen vandaan kunnen halen. Daarnaast gaan we nu het concept verder uitbouwen, en dan hopen we binnen vijf jaar het fysieke museum te kunnen openen.”

Onderwerpen