Spring naar de content
bron: anp

De massahysterie rond het coronavirus berokkent meer schade dan de ziekte zelf

Vanuit zijn woonplaats Genua beschouwt Ilja Leonard Pfeijffer wekelijks een onderwerp dat het nieuws beheerst. Deze week schrijft hij over de astronomische schade die de massahysterie rond het coronavirus aanricht – bijvoorbeeld in de toeristensector. “De volksgezondheid is natuurlijk best belangrijk, maar de economie is nog net iets belangrijker, laten we wel wezen.”

Alles gaat vervelen, ook massahysterie. Vorige week mocht ik op deze plek verslag doen over de grootscheepse paniek die is uitgebroken in Italië door toedoen van de gestage verspreiding van het coronavirus. Draconische maatregelen werden afgekondigd. Alle scholen, musea en stadions werden gesloten. De hogesnelheidslijn van het besmette noorden naar het bange zuiden reed niet meer. Manifestaties en happenings werden afgelast.

Inmiddels zijn we een week verder en overal is de neiging voelbaar om zo zoetjesaan maar weer terug te gaan naar de normale gang van zaken. Het beroemde aquarium van Genua heeft de deuren gisteren weer geopend. Musea zijn weer toegankelijk. De hogesnelheidslijn van Milaan naar Bologna rijdt weer. De kinderen zouden vandaag eigenlijk weer naar school gaan, maar ze durven het nog niet aan om dat toe te staan zonder de aanwezigheid van desinfecterende gel in elk klaslokaal en daar doet zich momenteel een probleem voor: de desinfecterende gel is uitverkocht. Op de zwarte markt worden er nog enkele partijen aangeboden tegen woekerprijzen. De enige betaalbare gel die nog leverbaar is, komt uit China.

Abboneer op een lidmaadschap

Flinke korting op een digitaal jaarabonnement

Sluit nu voordelig een abonnement af en maak kennis met de journalistieke kracht van HP/De Tijd. (Op elk moment opzegbaar.)

Word abonnee

Het is niet zo dat de ziekte en het besmettingsgevaar tussen vorige week en vandaag is afgenomen. Integendeel. Geheel volgens verwachting zijn steeds grotere delen van de bevolking besmet. Onze eigen Nederlandse RIVM heeft het negatieve reisadvies voor Noord-Italië gisteren nog aangescherpt. Als de ziekte vorige week levensgevaarlijk was, zoals iedereen vorige week geloofde, is hij deze week nog gevaarlijker. Alleen hebben steeds minder mensen nog zin om daarin te geloven.

De media doen hun best om de massahysterie in leven te houden. Krantenkoppen en televisieprogramma’s blijven het alarmisme manhaftig voeden. Maar de mensen weten het nu wel, het begint te vervelen en het is zo langzamerhand wel weer eens tijd voor een nieuwe crisis om over in paniek te raken.

De media doen hun best om de massahysterie in leven te houden.

Tegelijkertijd begint duidelijk te worden dat de paniek misschien nog wel meer schade heeft berokkend dan de ziekte zelf. De ware noodsituatie in Noord-Italië is op dit moment het beddentekort in de ziekenhuizen. Er hebben zich zoveel bange mensen met verdachte symptomen gemeld bij de eerste hulp, die allemaal getest moeten worden en voor de zekerheid in quarantaine worden gehouden, dat er nauwelijks nog plek is voor ouderwetse zieken met echte ziekten.

Daarnaast is de economische schade astronomisch. Vooral de toeristensector is hard getroffen. Tussen alle paniekerende stemmen in de talkshows op televisie voegen zich steeds meer experts die in paniek zeggen dat Italië zich al deze paniek niet kan veroorloven. Dat is de werkelijke reden om musea te heropenen en treinen weer te laten rijden. De volksgezondheid is natuurlijk best belangrijk, maar de economie is nog net iets belangrijker, laten we wel wezen. Om alles de schijn te geven van een logisch en ordentelijk plan heeft de premies Giuseppe Conte eergisteren de natie toegesproken om nieuwe gedragsregels te introduceren. Mensen mogen elkaar geen hand of kus meer geven wanneer ze elkaar begroeten en ze moeten twee meter afstand van elkaar houden. Het zal onmogelijk zijn om deze eenvoudige regels te respecteren. Italianen zijn geen Engelsen en willen dat ook niet worden. Maar dat geeft niet. Het gaat erom dat er een weekje tijd wordt gewonnen met goedbedoelde adviezen voordat de economie weer op de eerste plaats gezet kan worden.

De volksgezondheid is natuurlijk best belangrijk, maar de economie is nog net iets belangrijker

Er dook deze week een interessant filmpje op uit het archief ‘Luce’. Het is een verslag in zwart-wit van de grote epidemie van de Hongkonggriep in 1969, die dertien miljoen Italianen aan bed kluisterde. Eén op de vier Italianen was besmet en geveld. Straten, markten en winkels waren uitgestorven. De ziekenhuizen kampten met een acuut tekort aan bedden. Er werd met klem aangedrongen op verregaande preventie en beschermende maatregelen. Het ging om het influenza-A-virus H3N2, dat ook vandaag de dag nog door Europa waart tijdens het griepseizoen, maar waartegen we inmiddels een natuurlijke afweer hebben ontwikkeld. Ik vind dat een hoopvol filmpje.     

Maar het meest interessante en leerzame aan deze crisis vind ik de reinigende werking van de verveling. Om te beginnen was het coronavirus vooral zo irritant omdat de preventieve maatregelen ten koste gingen van leuke dingen, zoals kermissen, bioscopen, theaters, voetbalwedstrijden, dance-party’s, musea en stedentripjes. We werden getroffen in onze eerste levensbehoefte: onze onstilbare honger naar amusement. Voor even werd dit gebrek aan verstrooiing gecompenseerd door de opwinding van paniek, maar ook die gaat vervelen. Grote verhalen in de media hebben een natuurlijke spanningsboog van ongeveer een week. Daarna verliezen we onze belangstelling en is het tijd voor een nieuw groot verhaal. En daar heeft zo’n ziekte zich maar aan te houden. In het geval dat de ziekte nog niet is uitgewoed wanneer onze belangstelling begint te tanen, zullen we de ziekte negeren. Niets kan op tegen onze verveling. Onze verveling wint altijd.

Word lid van HP/De Tijd